Handel in lichte wapens heeft vrij spel
Thalif Deen
10 augustus 2008
De internationale gemeenschap, die overeenkomsten bereikte over een verbod op antipersoonsmijnen en clusterbommen, boekt weinig vooruitgang als het gaat om verspreiding en productie van lichte wapens. Een VN-verdrag zit er voorlopig nog niet in.
“De wereldgemeenschap is nog ver verwijderd van dat doel”, zegt Natalie J. Goldring van het Centrum voor Vredes- en Veiligheidsstudies van de Universiteit van Georgetown in de Verenigde Staten. Ondanks het feit dat er 600 miljoen lichte wapens beschikbaar zijn op open en ondergrondse markten, bestaat er geen internationaal verdrag dat de verspreiding van deze wapens regelt.
“Regeringen kunnen op deze wijze doorgaan, met als gevolg dagelijks naar schatting duizend doden als gevolg van geweervuur, of overeenkomsten opstellen die de handel aan banden leggen”, zegt Goldring. Volgens de Verenigde Naties (VN) wordt met lichte wapens - inclusief aanvalsgeweren, granaatwerpers, pistolen en machinepistolen - dood en verderf gezaaid in veel conflictgebieden in de wereld.
Na langdurige onderhandelingen werd in 1997 in Canada een internationaal verdrag tegen antipersoonsmijnen ondertekend. Een verdrag tegen clustermunitie is in voorbereiding voor een ceremonie in Noorwegen in december van dit jaar.
Judy Isacoff van het Afrikacentrum voor Strategische Studies in Washington, zegt dat de verspreiding van kleine en lichte wapens een van de meest dringende veiligheidskwesties is in het Grote Merengebied in Oost-Afrika. “Door deze wapens duren gewelddadige conflicten voort. De ongecontroleerde verspreiding is bovendien een grote bedreiging voor stabiliteit en ontwikkeling op lange termijn.”
Het Centrum houdt volgende week een workshop over kleine en lichte wapens in de Oegandese hoofdstad Kampala. De bijeenkomst is bedoeld om factoren in kaart te brengen die bijdragen aan de verspreiding van de wapens en om strategieën uit te stippelen die de verspreiding ervan aan banden kunnen leggen.
Consensus
Terwijl VN-lidstaten vorige maand vijf dagen vergaderden over lichte wapens, werden zo’n 5.000 mensen doodgeschoten, zegt Rebecca Peters, directeur van het Action Network on Small Arms (IANSA). “Dat illustreert de ernst van het probleem. Het kan alleen opgelost worden als alle landen samenwerken, volgens gezamenlijke richtlijnen.”
Tot nu toe lukte het tijdens VN-bijeenkomsten niet ‘consensus’ te bereiken over een slotdocument. Consensus is in dit geval gedefinieerd als een ‘unanieme overeenkomst’, wat betekent dat één land het proces kan blokkeren. In de afgelopen jaren kwam de weerstand vaak vanuit de Verenigde Staten, maar er zijn meer landen die het proces blokkeren. Tijdens de bijeenkomst vorige maand was Iran de grootste ‘dwarsligger’, volgens een van de afgevaardigden. Een unaniem gesteunde overeenkomst bleef opnieuw uit.