In het spoor van Joseph Kony


Lucas Destrijcker
21 oktober 2013
Het Oegandese leger is begin oktober een nieuwe speurtocht gestart naar de rebellen van het Lord Resistance Army (LRA) van de beruchte krijgsheer Joseph Kony. Gedurende enkele maanden moesten ze de zoektocht staken sinds de staatsgreep van maart 2013 in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Zuster Angélique Namaika, die onlangs de Nansen Refugee Award in ontvangst mocht nemen, werkt al jaren voor de opvang en re-integratie van LRA-slachtoffers.
Joseph Kony en zijn LRA-rebellen zijn afkomstig van Oeganda en teisteren al meer dan drie decennia lang de Centraal-Afrikaanse landen. De terreur van Kony kostte duizenden levens, ontelbare mensen werden verminkt, verkracht en ontvoerd. Vooral kinderen, volgens UNICEF ruim twintigduizend jongens en meisjes, werden ontvoerd en als soldaat of seksslaaf ingezet in het grootste kinderleger ter wereld.
De dagen van Joseph Kony lijken echter bijna geteld. Oegandese speurders werkten dit jaar nauw samen met Amerikaanse militairen in de “grootste klopjacht ooit” om de rebellenleider te vatten. Een prijs van bijna viermiljoen euro staat op zijn hoofd. Duizenden soldaten trekken door het dichte oerwoud van Centraal-Afrika om Kony op het spoor te komen. ‘Het is als een wild dier achterna zitten’, zegt Amerikaanse kolonel Kurt Crytzer. Veel rebellen gaven zich al over en verschillende kindsoldaten en gevangengenomen meisjes wisten te vluchten uit de klauwen van LRA. Zuster Angélique Namaika zet zich al meer dan tien jaar in om deze mensen op te vangen en te re-integreren in de samenleving.
Zoektocht naar Kony
Vorig jaar werd Caesar Acellam, lange tijd een van de voornaamste bevelhebbers binnen het LRA, gevat door de Oegandese overheid. De LRA-commandant vroeg onmiddellijk amnestie in ruil voor zijn hulp om Kony te vinden. Via radioboodschappen en het uitdelen van flyers proberen speurders nu kindsoldaten te overtuigen te vluchten van Kony. Caesar Acellam is het gezicht van de actie om kinderen te tonen dat er een ander leven mogelijk is. De ngo InvisibleChildren drukte één miljoen flyers en liet ze vanuit een vliegtuig boven het oerwoud neerdwarrelen. ‘In verschillende talen staat geschreven dat de kindsoldaten terug naar huis kunnen komen. Meestal zijn jongens en meisjes te bang om te vluchten van de LRA. Meer dan drie vierde van de kinderen die ontsnapten zeiden dat deze boodschappen een duwtje in de rug gaven’, zegt InvisibleChildren.
Kolonel Paddy Ankunda van het Oegandese leger meldde dat nieuwe aanvallen op LRA geweldige resultaten opleverden. ‘De laatste vier dagen werden grote stappen voorwaarts gezet’, aldus Ankunda. ‘We hebben enkele rebellen kunnen opsporen en vatten. Onze troepen bevrijdden verschillende slachtoffers, acht rebellen zijn om het leven gekomen en heel wat wapens zijn in beslag genomen’. Gedurende zes maanden kon Kony niet meer getraceerd worden wegens de gewelddadige staatsgreep van maart 2013 in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Nu de zoektocht opnieuw van start is gegaan lijken de dagen van het sterk verzwakte LRA en Joseph Kony bijna geteld.
Re-integratie van slachtoffers
In dertig jaar terreur van Kony hebben de inwoners van Noord-Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Noord-Oeganda en Zuid-Soedan enorm afgezien. De Congolese non Angélique Namaika werkt al tien jaar om slachtoffers van LRA-rebellen op te vangen en re-integreren in de samenleving. Op 17 september mocht zuster Angélique de Nansen Refugee Award in ontvangst nemen van VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR. ‘Ik was zeker verrast door al de aandacht. Ik had geen enkel besef dat mijn inzet internationaal gevolgd zou worden. Dat is goed: dat brengt de problematiek van de regio in beeld’, aldus de Rooms-Katholieke non.
Zuster Angélique werkt al meer dan tien jaar in Dungu, in het noord-oosten van Congo, voor de opvang en re-integratie van ontheemde vrouwelijke slachtoffers van verkrachting en misbruik door de LRA. In de periode tussen 1987 en 2006 werden volgens UNICEF twintigduizend Oegandese kinderen ontvoerd. ‘Jongens worden opgeleid als kindsoldaten, vrouwen als seksslaven’, zegt Angélique. Met haar organisatie ‘Centrum voor Re-integratie en Ontwikkeling’ probeert Angélique voor zo veel mogelijk vrouwen een verschil te maken. ‘We hebben te maken met verschillende soorten slachtoffers. Sommige meisjes zijn ontvoerd door de LRA op de leeftijd van elf of twaalf jaar. Ze leven jaren bij de rebellen in het oerwoud en ontsnappen dan met kinderen aan de arm. Velen hebben seksueel overdraagbare ziektes. Anderen zijn verminkt of hebben iemand verloren omwille van de wreedheden van LRA. Kony en zijn rebellen hebben de gewoonte om mensen hun oren, neuzen of lippen af te snijden en vervolgens opnieuw vrij te laten. Iedereen heeft een specifiek trauma opgelopen.’
Op de vlucht
Zuster Angélique hielp meer dan tweeduizend getraumatiseerde vrouwen en meisjes die in aanraking kwamen met de gruwelen van LRA. In 2008 was er een enorme toestroom van nieuwe vluchtelingen. Zuster Angélique besefte snel dat enkel het opvangen van de getraumatiseerde vrouwen niet volstond. ‘We willen niet enkel noodhulp en bijstand verlenen aan slachtoffers. Vrouwen moeten een toekomstperspectief krijgen. Via het aanleren van bepaalde vaardigheden als naai- en weefwerk, koken en bakken, alfabetisering, tuinieren of gemeenschapswerk geraken jonge meisjes zelfstandig. We helpen ze een eigen zaakje op te starten of een toekomstplan uit te werken. Er bestaan veel taboes en stigma’s tegenover de seksslaven van Joseph Kony, waardoor getraumatiseerde vrouwen geïsoleerd raken van de samenleving. Wij helpen deze slachtoffers om zich terug in de samenleving te integreren en emanciperen. Mijn doel is vrouwen terug zelfredzaam te maken.’
Zuster Angélique Namaika werd in 2003 op missie gestuurd naar Dungu om kwetsbare vrouwen te helpen. In deze periode kwamen honderden jonge vrouwen haar van overal opzoeken. ‘Wanneer nieuwe meisjes aankwamen zei men: ‘ga de zuster zoeken, ze zal voor jullie zorgen’’, zegt de 46-jarige non. In 2009 moest Angélique zelf haar huis ontvluchten voor een nieuwe golf van geweld. Ze verbleef gedurende vier maanden in een vluchtelingenkamp. ‘De LRA teisterde onze regio omdat ze op de vlucht waren voor het Oegandese leger. Het was niet gemakkelijk. Ik bevond me in dezelfde situatie als de vrouwen die ik altijd probeerde helpen. Zonder hulp weet ik niet wat er met me zou gebeurd zijn. Daarom wil ik er altijd voor hun zijn.’
‘Ik hoop dat ze Kony snel vinden’
Angélique zegt dat de LRA tegenwoordig niet meer zo actief is als tussen 2008 en 2010. Scholen in Congo worden stilaan gerenoveerd en de veiligheid in de regio verbetert. ‘Het gevaar ligt nog altijd op de loer en de littekens van de wreedheden hebben nog veel tijd nodig om te genezen. We mogen niet vergeten dat de LRA ook mensen zijn. Het zijn ontvoerde, geïndoctrineerde kindsoldaten die, net als onze ontvoerde vrouwen en kinderen, ook slachtoffer zijn’.
Dag in dag uit zet de Rooms-Katholieke non zich onvermoeibaar in voor de slachtoffers van LRA. ‘Ik begin aan de dag rond zes uur s’ochtends, maar ik heb ook zeven kinderen en moet vaak ‘s nachts opstaan om luiers te verversen, eten te geven, enzovoort’, vertelt ze met een betoverende glimlach. ‘Tot ‘s avonds, voor ik ga slapen, ben ik met de meisjes bezig. Op zondag neem ik een rustdag maar dan komen heel veel vrouwen bij me op bezoek’. Zuster Angélique lijkt inderdaad onvermoeibaar. ‘Toch niet’, zegt ze. ‘Op sommige momenten voel ik me moe. Maar uit mijn geloof weet ik altijd nieuwe kracht te vinden.
De zoektocht naar Kony gaat ondertussen verder in het dichte oerwoud van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Volgens de meest recente aanwijzingen zou de krijgsheer zich hier schuilhouden. ‘Over LRA kan ik weinig zeggen’, zegt Angélique. ‘De meeste van de kindsoldaten beseffen niet wat voor schade ze aanrichten. Ik hoop gewoon dat de speurders Kony zo snel mogelijk kunnen vinden. Ik zal mijn roeping altijd blijven volgen om de slachtoffers te helpen.’