Hulp aan basisonderwijs blijft ondermaats

Nieuws

Hulp aan basisonderwijs blijft ondermaats

Mattias Creffier

22 april 2008

De internationale gemeenschap heeft beloofd dat tegen 2015 elk kind naar de basisschool moet kunnen gaan, maar voegt niet de financiële daad bij het woord. Dat besluit de VN-onderwijsorganisatie Unesco uit een analyse van de hulpcijfers voor basisonderwijs, die ver onder de 11 miljard per jaar liggen die nodig zijn om die belofte, de tweede van de acht Millenniumdoelen, waar te maken.

In 2006 gaven donorlanden 5 miljard dollar uit aan basisonderwijs. Dat is meer dan de 3,7 miljard dollar hulp in 2005 maar minder dan de 5,3 miljard die werd uitgegeven in 2004. De Unesco stelt met ongerustheid vast dat het hulpaandeel voor onderwijs niet sneller groeit dan de hulp in het algemeen, wat erop wijst dat de meeste donoren geen hogere prioriteit geven aan hulp aan onderwijs.
De stijging van de hulp voor basisonderwijs is vrijwel uitsluitend te danken aan Nederland en Groot-Brittannië, die samen hun hulp opschroefden met 1,3 miljard dollar. De inspanning moet door meer donoren worden gedragen, vindt de Unesco, die in het bijzonder Duitsland en Frankrijk op de vingers tikt. Ongeveer de helft van de hulp voor onderwijs van deze twee landen bestaat uit subsidies voor buitenlandse studenten aan Franse of Duitse universiteiten.
België besteedde in 2006 ruim 123 miljoen euro ontwikkelingshulp aan onderwijsprojecten. Eén miljoen euro ging specifiek naar een multilateraal ‘Fast Track Initiative’ om het basisonderwijs in arme landen uit te bouwen. De hulp aan basisonderwijs, bilateraal en multilateraal, maakte in 2006 slechts 3,47 procent uit van de Belgische officiële ontwikkelingshulp.
Volgens de Unesco is er ongeveer 11 miljard dollar per jaar nodig om in landen met een laag inkomen alle kinderen naar school te sturen. Aan het huidige tempo komen de internationale donoren tegen 2010 ergens rond 6 miljard dollar uit. Om tegen 2010 aan 10 miljard dollar te raken, zouden donoren minstens 10 procent van hun hulp aan onderwijs moeten geven. In 2006 was dat alleen in Nederland en Nieuw-Zeeland al het geval.