IMF komt met revolutionair rapport over belastingontwijking

Nieuws

IMF komt met revolutionair rapport over belastingontwijking

IMF komt met revolutionair rapport over belastingontwijking
IMF komt met revolutionair rapport over belastingontwijking

IPS

27 juni 2014

Het Internationaal Monetair Fonds waarschuwt ongebruikelijk scherp tegen belastingontwijking en de gevolgen daarvan voor ontwikkelingslanden. Ook de theorie die ten grondslag ligt aan de heersende belastingsystemen, krijgt ervan langs.

Ontwijking is vooral mogelijk doordat landen hun belastingregels niet met elkaar afstemmen. Zo kunnen multinationale bedrijven hun winsten opgeven bij de landen met de soepelste regels, ook al vinden hun activiteiten elders plaats.

“Dit is, eerlijk gezegd, een revolutionair rapport”, zegt Jo Marie Griesgraber, directeur van de New Rules for Global Finance Coalition, een mondiaal netwerk dat in Washington gevestigd is. “Het kijkt heel nauwkeurig naar verschillende aspecten van belastingbeleid, en laat overal zien hoe het negatief uitpakt voor ontwikkelingslanden. Uiteindelijk zegt het dat de traditionele belastingtheorie niet gefundeerd is in empirische kennis.”

Gaten

“Onze medewerkers in ontwikkelingslanden lopen vaak tegen grote inkomstenverliezen aan door gaten en zwakheden in het internationale belastingregime”, zegt Michael Keen van de afdeling Belastingzaken in het IMF in een verklaring. “In sommige gevallen gaat het om 10 tot 15 procent van het totaal aan belastingopbrengsten in een land. Het rapport komt met nieuw bewijs dat deze effecten voor ontwikkelingslanden structureel sterker zijn.”

De tarieven voor vennootschapsbelasting zijn in alle landen gekelderd, de afgelopen decennia. In ontwikkelingslanden is het gemiddeld nog 30 procent, tegen 50 procent in 1980. In rijke landen 20 procent, tegen 40 procent in 1980. Sinds de kredietcrisis is de discussie losgebarsten over hoe de belastingopbrengsten weer kunnen groeien en hoe het creatieve boekhouden van bedrijven tegengegaan kan worden. Rijke individuen en bedrijven sluizen misschien wel 20 biljoen dollar door naar andere landen om maar geen nationale belasting te hoeven betalen.

Vooral in ontwikkelingslanden komt dit effect dus hard aan. Het rapport probeert het zogenaamde spillover-effect te berekenen, dat is het effect van belastingregels in het ene land op het andere land door wat feitelijk belastingconcurrentie is. Multinationals weten steeds beter hoe ze hun activiteiten juridisch goed kunnen “verhuizen” naar het land met de laagste tarieven.

Weinig betekenis

Het probleem is dat belastingregels op dit moment gebaseerd zijn op een bepaalde verdeling tussen waar een bedrijf zijn “vestiging” heeft en waar de “bron” van inkomsten is, aldus het IMF. Dat zijn concepten die in een tijd van globalisering niet veel meer betekenen.

Vooral voor ontwikkelingslanden is het van belang wat de belastingverdragen afspreken over de precieze verdeling, want dat zijn vaak “bronlanden”. Daardoor is het spillover-effect voor deze landen twee tot drie keer zo sterk als voor rijke landen, berekent het IMF. Het probleem is het grootst in de grondstoffenindustrie, zegt het rapport, waar bijna alle inkomsten verloren gaan door belastingontwijking. Maar ook de telecommunicatiesector is problematisch.

Het IMF waarschuwt ontwikkelingslanden zeer voorzichtig te zijn met bilaterale belastingverdragen en adviseert hen om investeringen liever op andere manieren aan te moedigen.

Het rapport heeft daarmee ook duidelijke kritiek op rijke landen, vindt Diarmid O’Sullivan, een belastingexpert bij ActionAid. “Het is een duidelijke boodschap aan kapitaal exporterende landen om hun belastingregels te veranderen zodat ze niet ondermijnend zijn voor de mogelijkheid van arme landen om inkomsten te verwerven.”

Mondiale afspraken

Wat nodig is, is onder meer een automatische uitwisseling van beleidsinformatie tussen landen. Dan zou veel duidelijker zijn waar de gaten en discrepanties zitten. Dit is iets waar ook de OESO aan werkt, ook al heeft die de ontwikkelingslanden tot nog toe niet bij het plan betrokken.

Volgens sommigen zou dit ook moeten leiden tot een strenger internationaal kader voor belastingbeleid. Met een Wereldbelastingautoriteit bijvoorbeeld, zoals jaren geleden al is betoogd door iemand van het IMF. Zo’n autoriteit zou kunnen zorgen voor minimumstandaarden, om belastingconcurrentie tussen landen te voorkomen, en zou een mechanisme kunnen opzetten om klachten te behandelen tegen landen die een schadelijk beleid volgen.

De rapporten van het IMF en de OESO zullen in november door de G20 worden besproken.