Iran, de volgende steen in de dominotheorie - analyse

Nieuws

Iran, de volgende steen in de dominotheorie - analyse

Jim Lobe

06 mei 2003

In de Amerikaanse media regent het de jongste
twee weken verdachtmakingen aan het adres van Iran. De buur ondermijnt
doelbewust de stabiliteit in Irak, zo duiden bepaalde media de
nieuwsfeiten. Een nieuw excuus voor een nieuwe oorlog?

In de Amerikaanse mainstream media is er de afgelopen twee weken opvallend
veel commotie rond Iraanse agenten die de grens met Irak zouden
overschrijden. Ze zouden er de sjiitische geestelijken opstoken om een
Islamitische Republiek naar Iraans voorbeeld na te streven. De Iraanse
lobby zou invloed uitoefenen via de sjiitische leider Abdul Haziz-Hakim,
die kandidaat is om deel uit te maken van het nieuwe Iraakse bestuur.

Er is voorlopig echter geen enkel bewijs van een bewuste destabilisering
van de kant van Iran. Zelf maken de Verenigde Staten zich een stuk
verdachter. Vorige week raakte bekend dat het Amerikaanse leger een
overgaveakkoord ondertekende met de Moedjaheddin Khalq, een Iraanse
rebellengroep die 20 jaar actief was vanuit Irak en uit de ruif van Saddam
Hoessein at. De rebellen staan op de zwarte lijst van het State Department
maar dankzij de deal kunnen de ‘vrijheidsstrijders’ hun wapens en militair
materieel (waaronder tanks) behouden. Het akkoord gaf aanleiding tot
speculaties over een Amerikaanse militaire tactiek tegen Iran.

In zijn jongste nummer voedt The Weekly Standard, een weekblad dat gretig
gelezen door de rechtervleugel van zowel Republikeinen als Democraten, die
speculaties. De bevrijding van Irak was de eerste veldslag voor de
toekomst van het Midden-Oosten. De volgende grote veldslag - naar we hopen
niet met militaire middelen - is die om Iran. We zijn al verwikkeld in een
strijd met Iran om de toekomst van Irak. De woorden zijn van de hand van
hoofdredacteur William Kristol, tevens de voorzitter van het Project for a
new American Century (PNAC), een neo-conservatieve groep die de standpunten
van de zogenaamde haviken in het Pentagon vertolkt.

Kristols demarche weerspiegelt een discussie tussen de ‘neocons’ in het
Pentagon en het Witte Huis (met Paul Wolfowitz en vice-president Dick
Cheney) en de ‘realos’ in het ministerie van Buitenlandse Zaken (Collin
Powell) en de inlichtingendienst CIA. De radicale minderheid die sinds 11
september in belangrijke mate de buitenlandpolitiek van de VS bepaalt,
lijkt - al dan niet met militaire middelen - door te willen gaan met de
‘opruimactie’ in het Midden-Oosten. Iran is in de ogen van de christelijke
en joods ultra’s de grootste bedreiging voor vrede in het
Midden-Oosten. Nu Bagdad in Amerikaanse handen is, wordt Teheran omwille
van zijn steun aan Hezbollah, beschouwd als stokebrand nummer één in de
regio. Dat de financiering van Hezbollah het afgelopen jaar sterk
verminderd is (dat blijkt uit CIA-rapporten), verandert niets aan de zaak.
De haviken beweren nu dat Iran er alles aan doet om de Amerikaanse greep op
Irak te ondermijnen.

De denkpiste is overigens niet nieuw: in de bekende open brief aan Bush op
20 september 2001 (negen dagen na de aanslagen tegen de Twin Towers in New
York en het Pentagon) riep het PNAC de regering op tot een ultimatum aan
Syrië en Iran. De antiterroristische agenda van de lobby werd tot dusver in
detail uitgevoerd door de regering-Bush, van de afzetting van de Taliban in
Afghanistan en Saddam in Irak tot het intrekken van de steun aan de
Palestijnse leider Yasser Arafat.

Volgens de haviken heeft Iran de Amerikanen en Britten tegengewerkt tijdens
de jongste oorlog in Irak en ondermijnt Teheran nu de stabilisering van het
‘bevrijde’ gebied. In een artikel in de ‘The New Republic’ van vorige week
(één van de weinige progressieve weekbladen in de VS) beweert Eli Lake, een
reporter die nauwe banden heeft met de voorstanders van de harde lijn
binnen de regering, dat Iran onderdak biedt aan enkele Iraakse
(fundamentalistische) vluchtelingen waar Washington naar op zoek is.

De neoconservatieve strategen ontwaren in Iran een beweging die het regime
ten val wil brengen. Vreemd genoeg denken ze dat de val van het
Baath-regime in Irak daarbij voor een democratisch domino-effect kan
zorgen. Het Iraanse volk, zo klink het sinds 11 september, is klaar voor
een opstand tegen de mullahs. De jeugd en de hervormingsgezinde president
Mohammed Khatami zouden hun kans schoon zien van zodra Washington in Irak
een seculier bestuur installeert. De theocraten in Iran beseffen dat het
dubbel of niks is, meent Kristol. Het succes in Irak betekent de
doodsklok voor de Iraanse revolutie.

De haviken worden in hun geloof gesterkt door de Iraanse gemeenschap in de
VS, meent Gary Sick, een expert van de Universiteit van Columbia. Ze zien
een regimewissel als de enige oplossing voor Iran. Ze zeggen dat de mensen
klaar staan om in opstand te komen, dat de implosie van het regime nakend
is. Maar de mensen in Iran noemen dat pure nonsens. De toestand is nu veel
stabieler dan in 1999. Volgens Sick zijn veel Iraniërs sinds de Golfoorlog
erg op hun hoede voor inmenging door Washington en dat maakt het leven van
de hervormers er niet makkelijker op.

Sick zegt totaal verrast te zijn door het nieuws van een akkoord met de
Iraanse rebellenbeweging. Het idee dat we de handen in mekaar slaan met de
Moedjaheddin doorkruist de hele notie van een strijd tegen de terreur. Het
zal elke samenwerking met Iran onmogelijk maken. Volgens Kristol en zijn
geloofsgenoten in de regering is elke dialoog met theocraten in Teheran
tot mislukken gedoemd. Iran is het speerpunt in de strijd tegen de
wapenwedloop, de terreur en de poging om het Midden-Oosten te hervormen.
Als Iran pro-Westers en antiterreur wordt, dan zullen er positieve
ontwikkelingen volgen in Syrië en Saudi-Arabië. En verbeteren de kansen op
een oplossing in het Israëlisch-Palestijns conflict.