Jeugdwerkloosheid kent eerste piek in drie jaar tijd

Nieuws

Jeugdwerkloosheid kent eerste piek in drie jaar tijd

Jeugdwerkloosheid kent eerste piek in drie jaar tijd
Jeugdwerkloosheid kent eerste piek in drie jaar tijd

Niels D'Haene

26 augustus 2016

Volgens een rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) zal de jeugdwerkloosheid wereldwijd stijgen tot 13,1 procent in 2016 en blijven stijgen in 2017. Niet enkel voor wie niet werkt, dreigt armoede. Ook voor sommige werkenden en NEET-jongeren (not in education, employment or training) is de economische situatie problematisch.

Het World Employment en Social Outlook 2016-rapport van IAO toont aan dat wereldwijd het aantal jeugdwerklozen in 2016 met een half miljoen zal stijgen. Daarmee loopt het jongerenaantal tussen 15 en 24 jaar dat zonder werk zit op tot 71 miljoen. Nochtans was het jeugdwerkloosheidscijfer tussen 2012 en 2015 met ongeveer drie miljoen gedaald.

Volgens het rapport zal de globale economische groei in 2016 stagneren rond de 3,2 procent, 0,4 percentagepunten lager dan het percentage dat werd becijferd op het einde van 2015.

‘Dit heeft te maken met een onverwachte recessie in opkomende, uitvoerende economieën zoals Argentinië, Brazilië en Rusland en de stagnerende groei in een aantal ontwikkelde landen’, verklaart hoofeditor van het rapport Steven Tobin. ‘Het is vooral in opkomende industrielanden dat de jeugdwerkloosheid toeneemt.’

In opkomende industrielanden verwacht men dat het werkloosheidscijfer zal stijgen van 13,3 procent in 2015 tot 13,7 procent in 2017, terwijl in ontwikkelde landen de jeugdwerkloosheid met 14,5 procent of 9,8 miljoen het hoogste cijfer wereldwijd kent.

© Floris Van Cauwelaert

Lachende jongeren in reclames, andere realiteit in de straat

© Floris Van Cauwelaert​

Working poor

Werkloosheidscijfers geven niet altijd nauwgezet de uitdagingen weer die aan de arbeidsmarkt gesteld worden. Hoewel een steeds groter wordende groep jongeren aan het werk is, slaagt die er niet in om uit de armoede te geraken. Over heel de wereld moeten 156 miljoen jongeren het zien te rooien met ongeveer 2,75 euro per dag. Vooral in Sub-Sahara-Afrika ligt het werkloosheidscijfer met zeventig procent uitzonderlijk hoog.

Ondanks het uitoefenen van een job, lopen vooral jongeren  het meeste risico om in relatieve armoede verzeild te geraken.

Ondanks het uitoefenen van een job, lopen vooral jongeren in ontwikkelde en opkomende industrielanden - veel meer dan werkende volwassenen -  het meeste risico om in relatieve armoede (rond moeten komen met 60 procent van het mediaaninkomen) verzeild te geraken. In aanvulling van hun onderbetaalde dagwerk klussen dergelijke jongeren uit noodzaak bij via informele, parttime of tijdelijke jobs. Zo had in 2014 in de Europese Unie 29 procent van de jongeren een deeltijdse en 37 procent uit noodzaak een tijdelijke job.

‘De globale doelstelling om armoede tegen 2030 de wereld uit te helpen zal moeilijk gerealiseerd worden als we het hoge aantal jongeren bekijken dat zonder of met werk zit, maar niet uit de armoede geraakt, aldus Deborah Greenfield, adjunct-directeur-generaal van IAO. ‘We moeten onze inspanningen dringend verdubbelen om duurzame economische groei en degelijke jobs te realiseren. Daarnaast moet er dringend de nodige aandacht komen voor de grote ongelijkheden tussen man en vrouw op de arbeidsmarkt.’

UNDP (CC BY-NC-ND 2.0)

Trainingsprogramma voor jonge, werkloze vrouwen in Jordanië

UNDP (CC BY-NC-ND 2.0)​

Gender

Die ongelijkheden tussen man en vrouw worden groter bij de overgang naar het volwassen leven. Dergelijke ongelijkheden weerspiegelen de diepgewortelde socio-economische en culturele uitdagingen die ervoor moeten zorgen dat de participatiegraad van de vrouwelijke beroepsbevolking omhoog gaat.

In 2016 is het nog altijd zo dat wereldwijd de participatiegraad van de mannelijke beroepsbevolking 53,9 procent bedraagt, terwijl die van de vrouwelijke bevolking met 37,3 procent 16,6 percentagepunten lager ligt. Vooral in Zuid-Azië, de Arabische landen en Noord-Afrika is de vrouwelijke participatiegraad respectievelijk 32,9 percentagepunten, 32,3 percentagepunten en 30,2 percentagepunten lager dan haar mannelijke tegenhanger.

NEET-jongeren

Voor jongeren tussen 20 en 29 jaar is vooral het gebrek aan vacatures die leiden tot een voltijdse, volwaardige job en een moeilijk studieparcours de oorzaak van hun lage participatiegraad op de arbeidsmarkt. Zo is er een aanzienlijk aantal jongeren dat niet naar school gaat of een (werk)opleiding volgt. Zij krijgen het etiket NEET-jongeren opgekleefd: not in education, employment or training.

In 2015 waren wereldwijd 51 miljoen economische migranten tussen 15 en 29 jaar oud, waarvan meer dan de helft uit ontwikkelde landen kwam.

In België daalde tussen juli 2015 en juli 2016 de Vlaamse jeugdwerkloosheid met 2,4 procent, de Brusselse met 11,6 procent en de Waalse met 10,6 procent. Niettemin blijft de jeugdwerkloosheid hoog: in Vlaanderen en Brussel zit respectievelijk 19,13 procent en 22 procent van de jongeren zonder werk.

Geen uitzicht hebben op vast werk, vastzitten in onderbetaald werk of ondergekwalificeerde jobs uitoefenen zijn maar enkele van de factoren die jongeren doen besluiten om naar het buitenland te migreren. In 2015 waren wereldwijd 51 miljoen economische migranten tussen 15 en 29 jaar oud, waarvan meer dan de helft uit ontwikkelde landen kwam.