Kabeljauw herleeft op Thorntonbank dankzij windmolens


30 juli 2012
Aan de voet van de windmolens op de Thorntonbank in het Belgisch deel van de Noordzee is jonge kabeljauw ontdekt. De onderzoeksgroep Mariene Biologie van de UGent wijst er op dat windmolenparken een belangrijke rol kunnen spelen in het herstel van het zwaar belaagde kabeljauwbestand. De kabeljauw is een economisch belangrijke vissoort die onder sterke druk staat van de visserij.
Al heel snel na de installatie van de windmolens werd kabeljauw en steenbolk (een kleinere kabeljauwachtige) waargenomen. Na een jaar werden zelfs zo’n 30.000 steenbolken per windmolen waargenomen op de Thorntonbank. Sinds kort worden ook andere soorten vaker aangetroffen, zoals de tongschar, zeebarbeel en pladijs.
Kraamkamerfunctie
Doctorandus Jan Reubens van de UGent-onderzoeksgroep Mariene Biologie merkte voor het eerst ook jonge kabeljauw op. Die komt amper nog voor in het Belgisch deel van de Noordzee. “De beschermde omgeving van de windmolens, waar niet gevist mag worden, kan een kraamkamerfunctie vervullen”, meent de UGent. “Jonge vissen kunnen er opgroeien in een omgeving met voldoende voedsel en schuilmogelijkheden voor hun natuurlijke vijanden.”
De kabeljauwpopulatie is sinds jaren historisch laag en ondanks de opgelegde vangstquota blijven de aantallen zeer laag. Sommige wetenschappers pleiten zelfs voor een volledig vangstverbod. Dit onderzoek toont aan dat windmolenparken wel eens een belangrijke rol zouden kunnen spelen in het herstel van het kabeljauwbestand.