Kleine eilandstaten willen actie op de oceanenconferentie
A.D. McKenzie
07 mei 2010
Morgen eindigt de vijfde Mondiale Oceanenconferentie van de UNESCO. Er werd niet alleen gesproken over de olieramp in de Golf van Mexico en over plannen om de onderwaternatuur te beschermen, maar ook over de penibele situatie waarin kleine eilandstaten zich bevinden.
Kleine eilanden hebben niet alleen te kampen met een stijgende zeespiegel, maar ook met stervende koraalriffen en teruglopende visstanden. “We zien de dreiging van de instorting van de visserij en het toerisme en van een afname van de biodiversiteit”, zegt Rolph Payet, adviseur bij de president van de Seychellen. “De feiten laten zien dat we moeten handelen. Eigenlijk hadden we dat gisteren al moeten doen.”
Verzuren
Een van de gevolgen van de klimaatverandering is dat oceanen verzuren. Payet: “De situatie bezorgt me echt rillingen over mijn rug. Niet veel mensen weten wat de consequenties zijn, maar het zal uiteindelijk onze kinderen raken.”
Volgens de Alliantie van Kleine Eilandstaten, waarbij 42 leden en waarnemende leden zijn aangesloten, is alleen vergaande CO2-reductie de oplossing. De temperatuurstijging zou volgens hen moeten worden beperkt tot gemiddeld anderhalve graad, maar de meeste rijke landen zijn hooguit bereid tot twee graden. Daarmee kan echter een stijging van de zeespiegel met twee meter niet worden uitgesloten, zegt bijvoorbeeld het Potsdam Instituut voor Onderzoek naar Effect van Klimaatverandering.
Zoet en zout
Er moest op de conferentie ook worden gepraat over zoetwater, maar dat onderwerp veroorzaakte controverse, zegt Ania Grobicki van het intergouvernementele Global Water Partnership, tussen zoetwater- en zoutwatermensen.
Het thema is cruciaal voor steeds meer eilanden, want het beschikbare drinkwater neemt af. Zo heeft de droogte van het afgelopen jaar veel Caribische eilanden waterschaarste gebracht. Daarbij komt ook nog het probleem dat het oprukkende zeewater belangrijke zoetwaterbronnen en reservoirs bereikt.