Koizumi wil actievere rol voor Japan in internationale politiek
Suvendrini Kakuchi
17 juni 2004
De toezegging van de Japanse premier Junichiro Koizumi om troepen te laten deelnemen aan een multinationale macht in Irak, kan wereldwijd verstrekkende gevolgen hebben. Volgens analisten is het te verwachten dat het land een belangrijkere rol in de internationale politiek gaat spelen.
“Japan heeft zich na de desastreuze nederlaag in de Tweede Wereldoorlog altijd afzijdig gehouden in de internationale politiek. Maar Koizumi heeft ingrijpende veranderingen aangekondigd in die politiek,” zegt Rei Shiratori van het Instituut voor Politieke Studies in Japan.
Vorige week zei Koizumi dat Japan bereid is om troepen te laten deelnemen in een multinationale VN-macht in Irak, zolang de Japanse rol beperkt blijft tot humanitaire missies. Hij deed zijn toezegging tijdens een bijeenkomst van de landen van de G8 in de Amerikaanse staat Georgia. Frankrijk, Duitsland en andere landen van de G8 deden geen toezeggingen.
Shiratori zegt dat de oorlog in Irak Japan ertoe heeft aangezet de naoorlogse buitenlandse politiek te heroverwegen. Die beperkte zich tot nu toe vooral tot financiële steun.
Na het einde van de eerste Golfoorlog heeft Japan voorzichtig een grotere rol in internationale vredesmissies gezocht. Japanse troepen waren in de jaren negentig actief in Cambodja, Oost-Timor en recent nog in de Indische Oceaan, om Amerikaanse militairen in Afghanistan logistieke steun te verlenen. Ondanks dat wordt Japan doorgaans beschuldigd van ‘chequeboekdiplomatie’. Een etiket dat mede te danken is aan de Japanse houding tijdens de Golfoorlog van 1991, toen het land geen troepen stuurde, maar in plaats daarvan 13 miljard dollar steun gaf. Westerse landen stelden dat Japan vanaf de zijlijn toekeek en andere landen het vuile werk liet opknappen.
“Na het einde van de Koude Oorlog is ook in de strategische alliantie tussen Japan en de Verenigde Staten langzaam verandering gekomen,” stelt professor Yoko Iwama. De aanslagen van 11 september 2001 brachten een en ander in een stroomversnelling. “Nu, met de antiterrorismepolitiek van president George Bush, wordt van Japan niet alleen verwacht dat het de Amerikaanse militairen steunt, maar dat het ook actief deelneemt aan missies.”
Momenteel heeft Japan 600 militairen van de zogeheten Zelfverdedigingstroepen (SDF) gestationeerd op een basis bij Samawah in Zuid-Irak. Maar de Japanse grondwet, die na de Tweede Wereldoorlog met instemming van de VS werd aangenomen, verbiedt het Japanse leger aan gevechtshandelingen deel te nemen, tenzij het land zelf worden aangevallen. Het Japanse leger kan aan multinationale legermachten deelnemen als ze de vrijheid hebben orders van de VN te negeren die in conflict zijn met instructies uit Tokio.
Ondanks dat is niet iedereen in Japan blij met de veranderde buitenlandpolitiek, die een breuk zou markeren met een pacifistische traditie. “Als de SDF-troepen worden ingezet voor missies die tot doel hebben de vrede te handhaven in gebieden waar een oorlog gewoed heeft, dan hebben de meeste Japanners daar geen moeite mee,” zegt Yoko Kitazawa van het Japanse Netwerk voor Schuld en Hulp. “Maar deelname aan een missie die vrede tot stand moet brengen, zoals in Irak, is grondwettelijk niet te rechtvaardigen.”
Koizumi wil echter een actieve rol voor Japan in dergelijk missies. Ook zijn er aanwijzingen dat de officiële ontwikkelingshulp (ODA), die nu een prominente rol heeft in de buitenlandpolitiek, de komende jaren teruggeschroefd zal worden. Als gevolg van een langdurige economische recessie daalde Japan de afgelopen drie jaar van de eerste naar de tweede plaats op de lijst met belangrijkste donorlanden. In 2004 ging vanuit Japan 8 miljard dollar naar ontwikkelingslanden, 10 procent minder dan in 2003. (JS/MM)