Conferenties als deze, in de marge van de officiële onderhandelingen, hebben het grote voordeel dat je eens achter de coulissen kan kijken. En dan zie je de twijfels en kritieken op het proces, maar ook de beangstigende scenario’s die aan de onderhandelingstafel beleefd weg gepolijst worden. Of hoor je gedurfde voorstellen, over nieuwe wereldsystemen of lokale alternatieven.
Meer dan tweeduizend deelnemers, voornamelijk uit de rijke landen, debatteren hier deze dagen over de agenda voor de klimaatconferentie van december. ‘Er zal wellicht wel een nieuw kaderakkoord op tafel liggen, maar het zal opnieuw heel theoretisch zijn’, merkt iemand op. ‘Er is dringende nood aan concrete actie.’ Het is de echo die door alle gangen en in vergaderruimtes weerklinkt.
Energie is ontwikkeling
‘We bevinden is in de derde grote transitie sinds het bestaan van de mensheid op aarde. De eerste was de overgang van jagen en verzamelen naar een sedentair bestaan, zo’n zes of zeven millennia geleden. De tweede, de overgang naar de industriële revolutie, driehonderd jaar geleden.’ Daarmee zette professor Nebojsa Nakicenovic, van het IIASA (International Institute for Applied Systems Analysis) de toon van de conferentie vanochtend. Om de uitdaging van vandaag concreet te maken, toonde hij geen smeltende ijskappen en stijgende zeespiegels.
Wel twee andere indrukwekkende beelden: een zicht op de planeet vanuit de ruimte waarop te zien is hoe op aarde de toegang tot licht- en energie verdeeld is. Nog steeds hebben twee miljard mensen geen of nauwelijks toegang tot energie. Het andere beeld: een familiekiekje van een gezin uit Darfoer gevlucht naar Tjaad, met voor hen op de tafel de voedselvoorraad voor één week. Een fles water, een beetje fruit en wat meel. En daarnaast een familie uit Duitsland, met op de tafel het rantsoen voor een week. Een tiental flessen water, fruitsap, ….Een supermarktkar vol.
‘Het klimaatprobleem doorkruist de inspanningen voor de Millenniumdoelen. Het antwoord, volgens Nakicenovic, is duurzame ontwikkeling, en een veel grotere inspanning om te investeren in Onderzoek en Ontwikkeling van hernieuwbare energieën, waarvoor het Zuiden een ontzettend potentieel heeft. ‘Eén derde van de totale investeringen van de banksector, gaat naar energie. En van dat pakket, gaat na alle herschikkingen door de financiële crisis slechts 20 procent naar hernieuwbare energie,’ onderzocht Nakicenovic.
Niet echt een Groene New Deal dus. Veel meer is mogelijk. Peter Lund van de Universiteit van Helsinki stelt in dat verband een recent onderzoek voor “Climate Change: Global Risks, Challenges and Decisions” waaruit blijkt dat het mogelijk is om tegen 2050 veertig procent van onze wereldwijde energiebehoeften te halen uit wind- en zonne-energie. Maar wel mits de nodige ondersteuning van het beleid.
Een problematisch model?
Precies omwille van die lange onderhandelingsrondes en schamele resultaten stelt onderzoeker William D. Nordhaus onverhuld het “Kyotomodel” in vraag. Nordhaus noemt het een “model” omdat men intussen ook overweegt zo’n aanpak te ontwikkelen voor andere domeinen, zoals biodiversiteit. ‘Volkomen inefficiënt,’ zo noemt hij het proces. ‘Miljarden mensen nemen miljarden beslissingen, maar er gebeurt niets.’
De globale opwarming, aldus Nordhaus, is een globaal probleem en dus moet iedereen de prijs betalen. Daarom pleit hij voor een geïntegreerde CO2 taks. Door een prijs te stellen op CO2 die doorgerekend wordt, worden de consumenten zich bewust van het probleem en aangemoedigd om zuinig te zijn. Ook de producenten worden op die manier gestimuleerd om processen energiezuinig te maken, innovatie voor lage koolstoftechnologie krijgt een duwtje in de rug en je hoeft niet voor alles afzonderlijk certificaten of emissiekredieten te kopen.’
Het Kyotoprincipe dat er een onderscheid moet gemaakt worden tussen arm en rijk, blijft overeind. ‘Nu wordt dat echter concreet gemaakt in de CDMs (Clean Development Mechanisms), maar die werken ook niet zoals ze bedoeld zijn,’ vindt Nordhaus. ‘De participatie van de hele gemeenschap is belangrijk en een CO2 taks kan zoiets concreet maken, op heel korte termijn,’ zo is zijn betoog. ‘Bovendien is belasting heffen een oeroud instrument dat zijn dienst heeft bewezen.’
Waarom onze leiders niet afstraffen wanneer ze niets doen?
Transitie van de instellingen
Eén van de workshops belicht het probleem van een andere kant. De klimaatopwarming dwingt ons tot een grotere integratie van het wereldbestuur. Voortdurend stoot men op overlappingen of tegenstrijdigheden: groene technologie die botst op regelgeving in het kader van WTO, biobrandstoffen en energiegewassen die raken aan het gevoelige thema van landbouwsubsidies.
Intellectuele eigendomsrechten die soepeler zouden moeten worden om technologieoverdracht te doen. Daarom stelt iemand van de onderzoekers voor dat het volgende IPCC-rapport zich zou concentreren op het op elkaar afstemmen van al deze beleidskaders en regelgevingen. Dus toch verder werken met het Kyotomodel? ‘Al die kritieken op het model zijn terecht. Maar we gaan die opnieuw vinden in een alternatieve benadering.
Een gezamenlijk overlegproces opstarten en een raamakkoord bereiken vraagt tijd en inspanning. We hebben daar nu vijftien jaar aan gewerkt. Laat ons dit bestaande optimaliseren. Het probleem is niet zozeer het model, wel het feit dat de wereldgemeenschap onvoldoende in actie komt.’
Hoe dringend is dringend?
De sessie over de Tipping points laat geen enkele twijfel bestaan over de dringendheid om in actie te komen. Tipping points zijn eigenlijk de overdrachtelijke “druppel” die de emmer doet overlopen: bepaalde waarden die op een onverwacht moment kunnen bereikt worden en die het hele systeem overhoop halen. Op die crash volgt dan een “nieuwe situatie van evenwicht”, die mogelijk totaal anders is dan de vorige toestand.
Het Amazonewoud, dat heel belangrijk is in klimaatregeling, CO2 opslag en biodiversiteit, kan voor zo’n tipping point zorgen. Of de opwarming en verzuring van de oceanen. Of het smelten van de ijskappen. Of veelvuldige bosbranden of insectenplagen. Het systeem zit op die manier vol onvoorspelbaarheden en dat besef moet ons aanmanen tot grote voorzichtigheid en tijdig optreden.
Overtuigender nog klonk het betoog van Balgis Osman-Elasha van de Hoge Raad voor Milieu en Natuurlijke Rijkdommen uit Soedan, over de vele manieren waarop Afrika vandaag al slachtoffer is van de globale opwarming, en hoe de klimaatwijziging alle andere stressfactoren verergerd.
‘De situatie is niet hopeloos,’ besloot ze haar betoog. ‘Afrika heeft slechts een aandeel van 4 procent in de wereldwijde broeikasgasemissies, en dus een geweldige groeireserve. Een gigantisch potentieel ook aan hernieuwbare energie en aan natuurlijke rijkdommen. En een sociaal netwerk dat kan gelden als een soort buffer en verzekering.
Goed bestuur
Als het probleem zo dringend is, kunnen we dat nog wel op democratische wijze aanpakken?
Ook daar is vandaag bij stilgestaan. De Australische Amanda Lynch pleitte in dat verband voor een nieuw concept van leiderschap. Haar onderzoek vat ze samen onder de titel: “Avoiding the unmanagable and Managing the unavoidable. The role of democracy in responding to climate change.”
Volgens haar is het essentieel de inhoud die we aan onze democratie geven, te herformuleren in het licht van die wereldwijde problematiek. We hebben betrouwbare wetenschappelijke gegevens om op te bouwen, we kunnen de uitdagingen niet aan enkel als milieubeweging, en als we onze democratie niet op maat maken van de uitdagingen, gaan er andere, meer dictatoriale vormen de kop opsteken.
‘Waarom onze leiders niet afstraffen wanneer ze niets doen?’De doelstellingen concreter maken en de antwoorden decentraliseren is volgens haar al een belangrijk principe. Wat er moet gebeuren is: eraan beginnen! ‘Elke dag is een dag vol actiemogelijkheden’, zo besloot ze haar betoog.
De weg is nog heel lang en het kluwen van op te lossen problemen immens. Maar tegelijk vind je hier kiemen voor een totaal nieuw denken over onze mondiale samenleving.