Literaire erfenis van Borges zoekt onderdak

Nieuws

Literaire erfenis van Borges zoekt onderdak

Marcela Valente

16 september 2007

Zo’n 20.000 items van de legendarische Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges (1899 - 1986), inclusief originele manuscripten, foto’s, persoonlijke brieven en boeken die niet meer in de handel zijn, zijn gesorteerd en verpakt. Wat nog ontbreekt is een plaats om het museum voor de schrijver in te richten.

Dat museum is beloofd door het ministerie van Cultuur. “Borges is een van de grootste schrijvers van de vorige eeuw en 21 jaar na zijn dood is er nog steeds geen museum waar op fatsoenlijke wijze duidelijk gemaakt kan worden wat hij heeft betekend”, zegt Alejandro Vaccaro, auteur van ‘Borges: Vida y Literatura’, een van de mensen achter het project.

Vaccaro is voorzitter van het Borges Genootschap. De leden van het genootschap zijn deskundigen met betrekking tot het werk van de auteur van de beroemde verhalenbundel ‘De Aleph’.  Het Borges Genootschap beheert de omvangrijke collectie die in het museum ondergebracht moet worden. Het wil ook een onderzoeks- en documentatiecentrum openen, een schoollokaal om cursussen te geven over Borges’ werk en uitgeeffonds oprichten, zegt hij.

De collectie werd vorig jaar al tentoongesteld in de Bibliotheek van Alexandrië, in Egypte. Dat gebeurde ter gelegenheid van de twintigste sterfdag van Borges, die in 1980 de Miguel de Cervantes Prijs won, de belangrijkste prijs voor Spaanstalige literatuur.

“Argentinië is Borges een museum schuldig”, zegt Vaccaro. “Honderden toeristen uit Argentinië en het buitenland komen naar Buenos Aires en bezoeken plaatsen die hij zelf bezocht of die in zijn werk voorkomen.” In de hoofdstad zijn verschillende rondleidingen mogelijk die bezoekers naar die plaatsen brengen: de straten waar hij wandelde, de plaatsen die hem inspireerden, de huizen waar hij woonde en de cafés en bibliotheken waar hij vaak kwam.

In 1995 opende het Borges Cultureel Centrum in de Galerías Pacifico, een negentiende-eeuws gebouw in het stadscentrum. Maar dat is in de eerste plaats een expositieruimte voor visuele kunst, muziek, dans, film, theater en video. Het centrum is niet alleen aan Borges gewijd.

In het toekomstige museum komt onder meer een replica van Borges’ studeerkamer in zijn appartement aan de Maipústraat in het centrum, waar hij het grootste deel van zijn leve woonde met zijn moeder en hun huishoudster, zegt Vaccaro.

Ook zullen er foto’s van de schrijver, vertalingen van zijn boeken in 25 talen, brieven van zijn moeder en zijn zuster en persoonlijke documenten zoals zijn paspoort en trouwbewijs van zijn eerste huwelijk met Elsa Astete te zien zijn. Borges was met haar getrouwd van 1967 tot 1970.

Voor de kenners van zijn werk zijn de meest interessante documenten zonder twijfel de manuscripten van korte verhalen en gedichten waarin de doorhalingen en correcties van de auteur te zien zijn, en de exemplaren van boeken waarvan hij een herdruk verbood.

Het Nationale Secretariaat voor Cultuur steunde de samenstelling van de collectie en bood een museumruimte aan in een gebouw dat in 1746 werd gebouwd door de Jezuïetenorde van de Katholieke Kerk. Het gebouw staat in San Telmo, in het historische stadscentrum, en is een van de oudste gebouwen in Buenos Aires.

Het gebouw was afwisselend een residentie voor Jezuïeten, een ziekenhuis, een zusterhuis, looierij en en vrouwengevangenis. In 1978 vestigden de Hogere Academie voor Penitentiaire Studies en het Gevangenismuseum zich er. De verhuizing van deze instellingen loopt echter vertraging op.

De curator van het Gevangenismuseum, Horacio Benegas, zegt “een fan” te zijn van Borges, maar minder blij te zijn met de plannen om het Borgesmuseum in hetzelfde gebouw te vestigen. Hoewel nog niet duidelijk is in hoeverre de Borgescollectie ruimte nodig heeft die nu door het Gevangenismuseum en de Academie worden ingenomen, voert Benegas aan dat de schrijver in zijn ogen “geen enkele relatie heeft met deze plaats.”

Benegas zegt dat het gebouw belangrijke historische waarde heeft en vanwege de locatie gemiddeld elke zondag 350 bezoekers ontvangt. De ideale oplossing is in zijn ogen om de Academie plaats te laten maken voor het Borgesmuseum, zodat ook het Gevangenismuseum kan blijven.

Vaccaro verwacht niet dat Borges weduwe, María Kodama, bezwaar maakt tegen het museum. Kodama vervulde vanaf 1975 de rol van secretaresse van de schrijver. Ze trouwden in 1986, een maand voordat Borges stierf in Genève. “Zij erfde de copyrights op zijn werk, maar we zijn niet van plan om zijn boeken uit te gaan geven”, zegt Vaccaro.

De verhouding tussen Kodama en Vaccaro is niet bijster goed. Vaccaro had een beter contact met Epifania Uveda de Robledo, bijgenaamd Fanny, de huishoudster van de familie. Hij schreef de biografie van Borges,  ‘El Señor Borges’, voornamelijk aan de hand van gesprekken met Fanny.

In die biografie schrijft hij dat Borges vlak voor zijn dood Fanny onterfde, zodat zijn volledige bezit naar Kodama ging. Eerder had hij de helft van zijn bezittingen voor Fanny bestemd. De huishoudster werd ontslagen en door Borges weduwe aangegeven omdat ze zonder toestemming keukenspullen en een foto van haar werkgever zou hebben meegenomen.