Mauritiaanse suikerboeren zien geen beterschap


IPS
11 juni 2014
Vijf jaar geleden moest de Mauritiaanse suikerindustrie noodgedwongen diversifiëren Nu brengt ze naast ruwe rietsuiker ook geraffineerde suiker voort, en gebruikt ze het restafval voor energieproductie. Maar de kleine suikerboeren zien geen beterschap.
“We worden betaald voor de hoeveelheid suiker die ons riet oplevert, en krijgen nog een habbekrats voor de bagasse (een vezelachtig restproduct) die dient voor de productie van elektriciteit. We krijgen echter niets voor de melasse of voor de biobrandstof (ethanol)”, zegt Jugessur Guirdharry, een boer bij de Union Park Cooperative Society, in het zuiden van het eiland.
In 1970 sloot de Europese Unie een akkoord met Afrikaanse, Caraïbisch en Pacifische staten, waarbij die laatste suiker leverden aan de EU tegen veel hogere prijzen dan gangbaar. Na het aflopen van dit Suikerprotocol in 2009 kostte het in Mauritius 370 euro om een ton suiker te maken, terwijl die ton maar 320 euro opleverde op de wereldmarkt.
Bioplastics
Om de industrie in leven te houden, nam de regering drastische maatregelen. Ze centraliseerde de private suikerfabrieken: van de oorspronkelijk zeventien productie-eenheden bleven er nog vier over die suikerriet verpulveren, speciale en geraffineerde suikers maar ook melasse maken, en die ethanol en hernieuwbare energie halen uit de bagasse. Binnenkort willen ze zelfs bioplastics vervaardigen.
Het eiland brengt nu 400.000 ton speciale en geraffineerde suiker voort die bij ons rechtstreeks aan grote Europese bedrijven wordt verkocht. Die Mauritiaanse suiker belandt vervolgens op het schap in Italië, Spanje, Griekenland, Verenigd Koninkrijk en België. De rest gaat naar klanten van nichemarkten in de VS en China.
Hoge kosten
Maar de zeventienduizend kleine boeren die instaan voor ongeveer 28 procent van de nationale suikerproductie zijn niet gelukkig. Ze beweren dat het erg moeilijk is om een inkomen te halen uit de suikerrietteelt alleen.
Zo klagen de boeren over hoge productiekosten en de prijs van meststoffen, herbiciden, mankracht en transport. “Als je niet een deel van het werk op het veld zelf doet, kun je als boer de eindjes niet aan elkaar knopen”, aldus Guirdharry.
Zonder de bijdrage van kleine rietsuikerboeren als hij, zou deze industrie niet overleefd hebben, vindt Issah Korreembux.
Schone energie
Volgens de Mauritiaanse Suikerautoriteit hebben heel wat kleinschalige boeren tussen de vijf- en zesduizend hectare land verlaten waar vroeger suikerplantages op stonden.
“Als ze geen erkenning krijgen, zullen er nog meer het voor bekeken houden vanwege een tekort aan mankracht, de hoge werkingskosten en een verouderende landbouwbevolking”, verklaart Sen Dabydoyal, boer en leider van de coöperatie Médine, in het oosten van Mauritius.
Guirdharry wijst erop dat met het verwerken van de bagasse kleine boeren bijdragen aan de productie van schone energie. “Als we uitsluitend steenkool zouden gebruiken, zou de milieu-impact verwoestend zijn. Zo vermijden we dus dat er jaarlijks ongeveer 250.000 ton steenkool ingevoerd wordt.”
Fairtrade
Kleine boeren zoals Dabydoyal zoeken andere manieren om hun inkomsten te verhogen. Ongeveer vijfduizend van hen hebben gekozen voor de fair trade. Ze produceerden 21.000 ton suiker met dit label in 2013, wat hen 60 dollar extra per ton opleverde bovenop de gangbare prijs van 530 dollar.
Dankzij het fairtradelabel leren kleine producenten betere landbouwtechnieken, vernemen ze hoe ze de bodem beter kunnen benutten, en dat allemaal met minder chemische producten.
Een van de boeren, Salil Roy, gelooft dat rietsuiker in Mauritius slachtoffer is geworden van zijn eigen succes. “Het heeft boeren geholpen om hoger onderwijs voor hun kinderen te betalen, maar vandaag zijn die kinderen groot en hoogopgeleid en hebben ze de plantages de rug toegekeerd.”
Hoewel Roy gelooft dat kleine landbouwers het niet slecht doen, zouden ze het volgens hem veel beter doen met een eerlijke verdeling van de inkomsten uit suiker.
Binnen twee jaar staat de Mauritiaanse suikerindustrie opnieuw voor een grote uitdaging. Het einde van het suikerquotasysteem in EU is namelijk voorzien voor 2017, en dit zal ongetwijfeld weer leiden tot volatiele suikerprijzen.
“Hoe ver kunnen we gaan in het diversifiëren van onze suikerindustrie?”, vraagt Dabydoyal zich af.