Meer geesteszieken in Amerikaanse gevangenissen dan inpsychiatrische instellingen
Katherine Stapp
01 maart 2002
In gevangenissen over de hele wereld wemelt het
van de psychiatrische patiënten. Het zijn er zelfs stukken meer dan de
totale populatie van de psychiatrische instellingen. Bovendien overweegt één
gevangene op zeven zelfmoord te plegen, stelt een studie die in het
gezaghebbende medische tijdschrift The Lancet verscheen.
Fazel en John Danesh, medewerkers van de Britse universiteiten in Oxford en
Cambridge, onderzochten gedurende 30 jaar zo’n 23.000 gevangenen in 12
Westerse landen. Voor ontwikkelingslanden ontberen de onderzoekers
statistische gegevens, maar ze vrezen dat de conclusie er dezelfde is:
gevangenen zijn een vergeten groep geesteszieken.
De situatie in de VS kreeg bijzondere aandacht. Na de systematische afbouw
de afgelopen decennia van de psychiatrische gezondheidszorg is het aantal
bedden er met negentig procent afgenomen. Het land heeft ook een rijke
gevangenispopulatie van twee miljoen gedetineerden. Daarvan kampen er
280.000 met psychische problemen. Dat is twee keer meer dan het totale
aantal patiënten dat in Amerikaanse psychiatrische instellingen vertoeft.
Ik ben keer op keer geschokt door het geweld in de (Amerikaanse)
gevangenissen, die op dit ogenblik de grootste psychiatrische tehuizen
zijn, zegt Terry Kupers, een psychiater met een boek Prison Madness op
zijn naam. Volgens Kupers zijn de taferelen in de isolatiecellen
hallucinant. Gevangenen schreeuwen obsceniteiten, verwonden zichzelf en
bevuilen alles met hun uitwerpselen.
Het Amerikaanse ministerie van Justitie bevestigt het alarmerende rapport.
Volgens Justitie krijgt 80 procent van de gevangenen met psychische
problemen een adequate behandeling - een op vijf ontbeert dus elke
begeleiding. Slechts een derde van de gevangenissen onderzoekt überhaupt de
geestelijke gezondheid van haar gasten. Het is dan ook erg twijfelachtig
dat de meeste gevangenen de juiste behandeling krijgen, zeggen onderzoekers
Seena Fazel en Danesh.
Amerikaanse gedetineerden die in een extra beveiligd regime zitten - de
zogenaamde Supermax beveiliging - hebben het het hardst te verduren. In de
Supermax-gevangenis Pelican Bay in Californië zitten de gevangenen 23 uur
per etmaal opgesloten in kleine cellen, dragen altijd handboeien en kunnen
elkaar noch hun bewakers zien. Ze hebben weinig of geen contact meer met
andere mensen. Een derde van de gevangenen lijdt er aan een ernstige mentale
stoornis.
Onderzoeksjournalist Sasha Abramsky noemt in een ontluisterend artikel in
het Amerikaanse weekblad Prospect de Supermax-gevangenis de high-tech
equivalent van de negentiende-eeuwse krankzinnigengesticht, de ‘snakepit’,
en beschrijft excessen over gevangenen die zichzelf de ogen uitsteken of hun
gestoorde collega’s op beestachtige wijze straffen.
Voor de Amerikaanse Civil Liberties Union is de maat vol. De
burgerrechtenorganisatie tracht het regime in drie Supermax-gevangenissen
door de rechter te laten bestempelen als een ‘wrede en ongewone straf’, en
dat is verboden door de Amerikaanse grondwet.
Een en ander begint door te dringen bij de Amerikaanse wetgever. In november
vorig jaar omarmde het Congres een voorstel om niet-gewelddadige
delinquenten voor een speciale rechtbank te brengen, met het oog op een
behandeling en geen gevangenisstraf.