Mensensmokkel met oog op seksuele uitbuiting en dwangarbeid
Mensenhandel wordt vaak verpakt als “de kans van je leven”
IPS - Miriam Gathigah
16 oktober 2019
Je zoekt een baan en belandt in de slavernij. Die nachtmerrie overkomt veel Afrikaanse vrouwen. Er wordt hen een goedbetaalde baan beloofd, maar ze komen in de mensensmokkel terecht en worden uitgebuit.
Ira Gelb / Flickr (CC BY-ND 2.0)
Je zoekt een baan en belandt in de slavernij. Die nachtmerrie overkomt veel Afrikaanse vrouwen. Er wordt hen een goedbetaalde baan beloofd maar ze komen terecht in de mensensmokkel en worden uitgebuit.
Zes jaar geleden kreeg Mary Njambi (niet haar echte naam) lucht van een goedbetaalde baan, ver weg van haar dorp in Kiambu County, Centraal-Kenia. Ze was toen twintig, een alleenstaande moeder en werkloos.
Njambi: “Mijn beste vriendin vertelde me dat de rijke families in Saoedi-Arabië huishoudhulpen nodig hadden. Mijn salaris zou 1000 dollar per maand zijn, met vergoeding van overuren.” Haar vriendin nam haar mee naar een rekruteringsbureau in Nairobi, waar Mary’s reis werd georganiseerd zonder dat ze daarvoor hoefde te betalen. Drie maanden later vertrok ze samen met vijftien andere jonge vrouwen richting Saoedi-Arabië.
“Op de luchthaven werden we elk apart opgepikt en werd ik meegenomen naar het huis van mijn werkgever. Van zodra ik binnenkwam, blafte een vrouw me bevelen toe in het Arabisch, ook al verstond ik de taal niet”, vertelt Njambi. Op dat moment was ze zich niet bewust van het feit dat ze was verhandeld.
Kenia sleutelrol in mensenhandel
Volgens een Amerikaans mensenrechtenrapport uit juni 2019, het Global Trafficking in Persons Report, is Kenia zowel een bron, transitpunt als einddoel voor mensensmokkel met het oog op seksuele uitbuiting en dwangarbeid. Het jaarlijkse rapport klasseert landen in verschillende categorieën op basis van de inzet van de regeringen om mensenhandel tegen te gaan.
“Het strafbaar maken van mensensmokkel, en het voorzien van hulp aan de slachtoffers, zijn de belangrijkste vereisten.”
Categorie 1 geeft aan dat de regering voldoet aan de minimum maatregelen in het kader van de Trafficking Victims Protection Act (TVPA) uit 2002. Een land als Kenia zit in categorie 2 en voldoet nog niet aan de normen van de TVPA, maar doet wel wezenlijke inspanningen om hieraan te voldoen. Tot 2015 stond Kenia nog op de ‘zwarte lijst’ van deze landen, en werd nauw in het oog gehouden.
In categorie 3 zitten landen zoals Saoedi-Arabië, die niet aan de minimumvereisten van de TVPA voldoen en ook geen inzet tonen om daar in de toekomst aan te voldoen.
“Het strafbaar maken van mensensmokkel, en het voorzien van hulp aan de slachtoffers, zijn de belangrijkste vereisten”, stelt Victor Amugo, officier van justitie in Kilifi Law Courts van de Coastal region, een streek in Kenia die als hub dient voor mensenhandel naar Somalië.
Volgens Vera Wilkister, hoofd van politie in Kakamega’s County zijn de gezagshandhavers in West-Kenia volop in de weer met de strijd tegen mensenhandel. “We mikken op het hele netwerk: de ronselaars, de plaatsen waar mensen worden vastgehouden vooraleer ze getransporteerd worden, en de vervalsingen van werkvergunningen en paspoorten. We zijn ook bezig met het op punt stellen van een nazorgsysteem voor slachtoffers.”
Mary Njambi: “Van zodra ik binnenkwam, blafte een vrouw me bevelen toe in het Arabisch, ook al verstond ik de taal niet.”
© IPS
Jonge vrouwen en meisjes meest kwetsbaar
Een databank over mensenhandel, de Counter Trafficking Data Collaborative, bevestigt dat jongeren en kinderen het meest kwetsbaar zijn voor mensensmokkel met als voornaamste doel seksuele uitbuiting en gedwongen arbeid. Eén op de zes slachtoffers is een kind. Twee derde van de slachtoffers zijn tussen 18 en 29 jaar oud.
Armoede en genderongelijkheid zijn factoren die vrouwen en meisjes extra kwetsbaar maken voor mensensmokkel”, zegt Zuleikha Hassan, parlementslid in Kwale County. “We moeten op een strijdvaardige manier de gemeenschappen ertoe aanzetten om mensensmokkel die vermomd wordt als ‘de baan van je leven’, te ontmaskeren en aan te pakken.”
“De gelukkigen kwamen gekneusd en gehavend thuis. Anderen kwamen terug in een doodskist. In 2014 verbood de Keniaanse regering haar onderdanen om in het Midden-Oosten te gaan werken.”
Njambi beschrijft hoe ze minstens 18 uur per dag hard moest werken en op de vloer moest slapen tijdens haar eerste werkdagen. Het escaleerde snel naar fysiek en seksueel geweld. Maandenlang moest ze werken zonder één vrije dag en zonder loon te krijgen. “Op een dag ging ik op het dakterras staan en dreigde eraf te springen als ze me niet terug naar huis stuurden. Dat heeft gewerkt”, vertelt ze.
In 2013 raakte bekend dat honderden Keniaanse meisjes in nood waren en vastzaten in Saoedi-Arabië.
“De gelukkigen kwamen gekneusd en gehavend thuis. Anderen kwamen terug in een doodskist. In 2014 verbood de Keniaanse regering haar onderdanen om in het Midden-Oosten te gaan werken,” zegt Dinah Mbula (niet haar echte naam), die een rekruteringsbureau heeft in Nairobi. De regering trad hard op tegen de bureaus, maar wanhopige mensen bleven hun geluk beproeven in het Midden-Oosten ondanks de horrorverhalen die de ronde deden.
Slachtoffers behandeld als criminelen
Een belangrijke stap in de strijd tegen mensenhandel was het Palermoprotocol uit 2000, officieel het Protocol to Prevent, Suppress and Punish Trafficking in Persons, Especially Women and Children. Kenia heeft dit ook ondertekend.
In 2012 kwam een nationale wet in voege tegen mensenhandel. Paragraaf 1 van die wet verbiedt mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting en gedwongen arbeid. Hoewel er nu meer vervolgingen en veroordelingen zijn van mensenhandelaars in Kenia, zou volgens Amugo dat aantal veel hoger kunnen zijn als de vervolgingen gebeurden in het kader van het verbod op mensenhandel, eerder dan als inbreuk op immigratie- of arbeidswetten, die in mildere straffen voorzien.
Al wie betrokken is bij mensenhandel, krijgt 15 jaar gevangenisstraf en/of een boete van 50.000 dollar. “Slachtoffers van mensenhandel worden behandeld als misdadigers. Daarom doen de ronselaars rustig verder, omdat ze weten dat de kans nihil is dat een slachtoffer naar de politie stapt en hen aangeeft”, zegt Mbula.
Kenia staat werk in Midden-Oosten weer toe
Het Oost-Afrikaanse land heeft het verbod om te gaan werken in de Golfstaten inmiddels opgeheven. De regering van Kenia ondertekende in 2017 bilaterale akkoorden met Saoedi-Arabië, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten. De regering stond op een grondige doorlichting van de rekruteringbureaus wanneer het verbod werd opgeheven. Volgens Mbula werden van de 1000 doorgelichte bureaus slechts een honderdtal goedgekeurd, maar door corruptie gaan ook de andere bureaus door met hun rekrutering, met of zonder vergunning.
Begin 2019 gaf Kenia de toelating aan Saoedi-Arabië om opnieuw Kenianen als huishoudelijke hulp te werven. Volgens het ministerie van werk zijn er minstens 130.000 Kenianen aan het werk als huishoudhulp in de Arabische Golf.
Njambi stelt dat het eenvoudiger is om te zwijgen en onder de radar te blijven in je omgeving, dan over de misdaden en je ervaringen te vertellen. “Mijn dorpsgenoten zeiden me dat ik dankbaar moest zijn dat ik nog leefde. Er is geen enkele vorm van opvang of begeleiding.”
Njambi baat nu een winkel uit in het plaatselijke winkelcentrum. Ze zegt dat slachtoffers vaak worden vergeleken met anderen die naar het Midden-Oosten trokken en wel slaagden. “Dan zeggen ze dat je pech hebt gehad en dat je het in andere landen als Libanon nog eens kunt proberen. Een verhaal als het mijne gebeurt elke dag opnieuw, omdat de mensen wanhopig zijn.”
De namen van de geïnterviewden zijn veranderd om veiligheids- en privacyredenen.