Remittances zijn onmisbare bron van inkomsten voor naar schatting 800 miljoen mensen
Migranten sturen meer geld dan ooit naar familie
IPS
17 juni 2022
Dit jaar zullen migranten wereldwijd voor een recordbedrag van 603 miljard euro naar hun familie in hun thuisland sturen. Met name de financiële steun voor Oekraïne nam enorm toe. Ngo’s vragen de Belgische regering om iets te doen aan de hoge kosten op dit soort financiële transacties.
Remittances vormen een onmisbare bron van inkomsten voor naar schatting 800 miljoen mensen.
AU/UN IST PHOTO / STUART PRICE. (Public Domain)
Dit jaar zullen migranten wereldwijd voor een recordbedrag van 603 miljard euro naar familie in lage- en middeninkomenslanden sturen. Met name de financiële steun voor Oekraïne nam enorm toe. Organisaties 11.11.11 en FEDIAS vragen de Belgische regering om iets te doen aan de hoge kosten die in ons land gelden op dit soort financiële transacties.
‘Vooral richting Oekraïne kan een significante stijging worden vastgesteld als gevolg van de oorlog’, klinkt het bij de koepelorganisaties die opkomen voor meer internationale solidariteit.
Het nieuwe bedrag aan zogeheten remittances, internationale geldtransfers van mensen naar bijvoorbeeld hun familie, zal dit jaar naar schatting 603 miljard euro bedragen. Dat is een recordbedrag. In 2021 ging het nog om 580 miljard euro.
Oekraïne sterke klimmer
‘Geldtransfers zijn een belangrijk onderdeel geworden van onder meer de internationale strijd tegen armoede’, zegt Els Hertogen, directeur van 11.11.11. ‘Zeker nu veel landen kreunen onder de economische klappen van de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne zijn remittances van cruciaal belang voor miljoenen kwetsbare families.’
‘Geldtransfers zijn een belangrijk onderdeel geworden van onder meer de internationale strijd tegen armoede.’ - Els Hertogen (11.11.11)
Remittances vormen een onmisbare bron van inkomsten voor naar schatting 800 miljoen mensen. Velen zijn afhankelijk van die middelen voor cruciale zaken zoals gezondheidszorg, onderwijs of voedselvoorziening. Zeker in crisissituaties zijn de geldtransfers een levenslijn voor mensen in nood, stellen de organisaties. De remittances naar Oekraïne zullen dit jaar met naar schatting 20 procent stijgen.
Terwijl buitenlandse investeringen in lage- en middeninkomenslanden sinds de coronacrisis met meer dan 10 procent terugvielen hielden remittances stand, om dit jaar tot recordhoogte te stijgen.
Dure levenslijn
Die transfers spelen niet enkel een grote rol als eerste vorm van hulp in geval van conflicten en natuurrampen, maar tonen ook een langetermijneffect aan. ‘Onderzoek in 71 ontwikkelingslanden geeft aan dat een stijging van 10 procent van deze transfers naar een land, leidt tot een daling van 3,5 procent van het aantal mensen dat moet leven met minder dan 1 dollar per dag’, zegt Abdoulaye Souna Souley van Federatie Diaspora voor solidaire samenwerking (FEDIAS).
De organisaties vragen aan minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir om te bekijken hoe mensen die geld versturen beter kunnen worden ondersteund. ‘Mensen moeten in de eerste plaats goedkoper geld kunnen verzenden’, benadrukt Hertogen. 11.11.11 wijst al lagere tijd op de hoge transferkosten die de tussenbedrijven zoals bijvoorbeeld Western Union aanrekenen. Voor transfers naar Afrika ten zuiden van de Sahara worden gemiddeld bijna 8 procent kosten betaald.
Internationaal werd afgesproken om die kosten naar 3 procent terug te brengen. Ook de regering-De Croo nam die doelstelling in haar regeerakkoord op. Wereldwijd zou een vermindering van de kosten met 2 procent minstens 12 miljard dollar opbrengen.
Drie keer hoger dan budget voor ontwikkelingssamenwerking
Al tien jaar zijn de middelen die migranten naar familie en vrienden in hun landen van herkomst opsturen drie keer hoger dan de officiële wereldwijde ontwikkelingssamenwerking. Voor veel landen zijn ze de grootste externe financieringsbron.
‘De solidariteit tussen mensen over grenzen heen staat als een paal boven water’, benadrukt Hertogen. ‘Overheden komen hun kant van de afspraak echter niet na. De belofte om 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking te besteden blijft ook in ons land niet ingelost. Ze staat in het regeerakkoord, maar vandaag focussen beleidsmakers enkel op de 2 procent-norm voor het defensiebudget. Dat moet anders.’