Mijnbouwconflict in noord-Peru flakkert terug op

Nieuws

Mijnbouwconflict in noord-Peru flakkert terug op

Mijnbouwconflict in noord-Peru flakkert terug op
Mijnbouwconflict in noord-Peru flakkert terug op

18 april 2013

Inwoners van de noord-Peruaanse boerengemeenschap Yanta zijn bezorgd. Het conflict in de regio rond het mijnbouwproject Río Blanco werd terug aangewakkerd nadat dinsdag afgevaardigden van het Brits-Chinese mijnbouwbedrijf Monterrico Metals onder zware politiebegeleiding de gemeenschap binnendrongen zonder dat zij hiervoor toestemming hadden verkregen. Het bedrijf verwierf in 2003 de concessies van het gebied en plant er sindsdien de uitbouw van een grootschalige kopermijn. Dit echter onder hevig protest van de lokale bevolking.

Onder begeleiding van 30 leden van de nationale politie betraden dinsdag verschillende afgevaardigden van het mijnbouwbedrijf Monterrico Metals de landbouwgemeenschap Yanta, gelegen in het uiterste noorden van Peru, op de grens met Ecuador. Omdat het om een private landbouwgemeenschap gaat, is er officiële toestemming nodig om het gebied te betreden. Dit hadden ze echter niet op zak. De adjunct-directeur van Monterrico Metals Jesús Vilca Masías liet ook al weten de gesprekken rond het Río Blanco project terug te willen hervatten.

Miguel Herrera, gemeenteraadslid van de provinciehoofdstad Ayabaca gaf aan dat de situatie in de regio terug erg gespannen is. “Wanneer we aan de afgevaardigden van het mijnbouwbedrijf op een vriendelijke manier vroegen ons grondgebied te verlaten, weigerden ze pertinent. Nochtans hadden ze geen enkele toestemming van de gemeenschap verkregen om Yanta te betreden.”

Bevolking zei ‘neen’

Het Río Blanco project, dat de laatste jaren wat uit de aandacht verdween, blijft voor ongerustheid in de regio zorgen. In 2007 werd in de provincies Ayabaca en Huancabamba, waar de concessies van het mijnbouwbedrijf liggen, een volksreferendum georganiseerd. 97 procent van de duizenden stemmers spraken zich uit tegen de mijnbouwactiviteit in de streek. Tot op vandaag wil de Peruaanse regering de geldigheid van het referendum niet erkennen. Nochtans gebiedt de Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie dat inheemse gemeenschappen moeten worden geconsulteerd in dergelijke ontginningsprojecten. Sinds het begin van het conflict in 2003 tussen het bedrijf en de gemeenschappen vielen al 7 doden.

Ecosysteem in gevaar

Volgens cijfers van het Peruaanse Ministerie van Energie en Mijnbouw telt Peru 249 mijnbouwbedrijven, waarvan zesenvijftig in de exploitatiefase. Voor vijftien procent van het Peruaanse grondgebied verleende de overheid een concessie aan mijnbouwbedrijven. Zeventig procent van het Amazonegebied staat ter beschikking voor olie- en gaswinning. Vaak overlappen de opengestelde gebieden met de territoria van inheemse gemeenschappen en natuurgebied.

De concessie in handen van Monterrico Metals beslaat ruim 6000 ha. Volgens Catapa, een Belgische vzw die rond mijnbouw en duurzame ontwikkeling in Latijns-Amerika  werkt, herbergt het gebied ook fragiele ecoystemen zoals de nevelwouden en de páramo, de Andeshoogvlakte. Niet enkel bevatten zij een enorme biodiversiteit, ze zijn ook essentieel voor de watervoorzieningen van de regio. Maar liefst vier provincies zouden door het project beïnvloed worden.

Beloofde verandering blijft uit

President Humala had in zijn verkiezingscampagne in 2011 een nieuwe aanpak aangekondigd rond de ontginningspolitiek van Peru. Hij pakte uit met het voorstel om een meer gelijke verdeling van de inkomsten van mijnbouwprojecten door te voeren, een strengere milieuwetgeving te voorzien en sociale herinvesteringen aan te moedigen. Voorlopig lijkt hij zijn beloftes echter niet na te komen.