Onderzoekers voorspellen dat de vlekken elk jaar zullen afnemen naarmate ons klimaat opwarmt
Minder vlekjes op vlindervleugels door opwarmend klimaat
IPS
18 januari 2024
Vrouwelijke vlinders uit de familie van het bruine zandoogje vertonen minder vlekken op de vleugels wanneer ze geboren worden bij warmere temperaturen. Een onverwachte aanpassing aan de opwarming van de aarde, die hen minder kwetsbaar maakt in droge, dorre weides.
Een vrouwelijk bruin zandoogje met drie vlekken op de achtervleugels.
© Professor Richard ffrench-Constant
De ontdekking werd gedaan door wetenschappers van de Universiteit van Exeter, die zagen dat vrouwelijke bruine zandoogjes waarvan de poppen uitkwamen bij 11 graden Celsius, gemiddeld zes vlekken hadden, terwijl de vrouwtjes die zich ontwikkelden bij 15 graden Celsius er slechts drie hadden. De bevindingen trekken de lang gekoesterde opvatting over waarom vlinders vlekken hebben, nu in twijfel.
Camouflagevlekken
Het bruin zandoogje (Maniola jurtina), een veel voorkomende dagvlinder op graslanden in heel Europa, heeft grote oogvlekken op de voorvleugels. ‘Die oogvlekken misleiden potentiële roofdieren’, zegt Richard ffrench-Constant, hoogleraar Moleculaire Natuurgeschiedenis aan de Universiteit van Exeter. Roofdieren richten zich op de “ogen” op de vleugelrand, ver weg van het kwetsbare lichaam van de vlinder. Het insect heeft zo meer kans om aan aanvallen te ontsnappen of hooguit wat schade aan de vleugel op te lopen.
‘Dit wijst erop dat de vlinders hun camouflage aanpassen aan de omstandigheden. Met minder vlekken zijn ze bijvoorbeeld moeilijker te zien op droog, bruin gras dat vaker voorkomt bij warm weer.’
‘Ook op de achtervleugels hebben deze vlinders vlekjes die vooral dienen als camouflage als de vlinder in rust is’, zegt ffrench-Constant.
Uit het onderzoek blijkt nu dat er minder van deze vlekken op de achtervleugels verschijnen als de vrouwtjes hogere temperaturen ervaren als pop - het stadium voor ze ontpoppen tot een vlinder.
‘Dit wijst erop dat de vlinders hun camouflage aanpassen aan de omstandigheden. Met minder vlekken zijn ze bijvoorbeeld moeilijker te zien op droog, bruin gras dat vaker voorkomt bij warm weer’, zegt ffrench-Constant.
Thermische plasticiteit
Het effect werd minder sterk waargenomen bij mannetjes, wellicht omdat hun vlekken belangrijk zijn voor seksuele selectie - voor hun aantrekkingskracht op vrouwtjesvlinders, dus.
Waar eerder onderzoek uitging van ‘genetisch polymorfisme’ bij het bruin zandoogje - het naast elkaar bestaan van meerdere genetische vormen in één populatie, toont het nieuwe onderzoek verrassend aan dat de variatie in de oogvlekken wordt veroorzaakt door thermische plasticiteit: het vermogen om te reageren op veranderende temperaturen.
De onderzoekers voorspellen dat de vlekken elk jaar zullen afnemen naarmate ons klimaat opwarmt.
‘Dit is een onverwachte aanpassing aan de klimaatverandering. We zijn altijd geneigd om te denken dat soorten meer noordwaarts zullen trekken, eerder dan dat ze hun uiterlijk aanpassen’, aldus ffrench-Constant.
Het bruine zandoogje vertoeft als rups ongeveer 28 dagen in het popstadium alvorens het een vlinder wordt, meestal rond eind mei. De vlinder leeft dan tot in september.