Natuurlijke rijkdom in Congo van levensbelang voor de aarde
Baudry Aluma
20 juni 2012
De Democratische Republiek Congo staat wereldwijd vijfde op de lijst van landen met de grootste rijkdom aan planten en dieren. Deze schatkist van biodiversiteit is van groot belang voor het reguleren van de klimaatverandering.
De Democratische Republiek Congo is het Afrikaanse land met de grootste rijkdom aan zoogdieren en vogels. Wat plantenrijkdom betreft staat Congo op de derde plaats in Afrika.
Analisten zien het land als een van de belangrijkste voor de toekomst van de planeet en als het gaat om het bewaren van de soortenrijkdom. Congo heeft echter een sterk juridisch en institutioneel raamwerk nodig om de bedreigde natuur voldoende te kunnen beschermen.
Het land bungelt op de Human Development Index (HDI), de ontwikkelingsindex, onderaan de lijst met 187 landen. De HDI noemde vorig jaar als belangrijkste factoren voor die slechte score een zwak bestuur, terugkerende gewapende conflicten - vooral in het oosten, inadequate milieudiensten en een gebrek aan openbare investeringen.
Aan de stroomgebieden van de Congo en de Nijl moet snel aandacht besteed worden om de ecosystemen op land en in het water te stabiliseren.
Vluchtelingen
Congo had in de afgelopen jaren te maken met honderdduizenden vluchtelingen als gevolg van oorlogen. Bossen en rivieren kwamen daardoor oder druk te staan, want de plaatselijke bevolking zocht naar middelen om te overleven. Ook hebben gewapende groepen rechtstreeks bijgedragen aan natuurschade door stroperij en illegale houtkap en mijnbouw.
Het is echter mogelijk deze negatieve trend te keren, zegt de voormalige Congolese minister van Milieu José Endundo. “In 2002 heeft Congo een nieuwe Boswet aangenomen waarmee principes van modern beheer van natuurlijke hulpbronnen zijn geïntroduceerd, volgens internationale conventies.”
Tot 1982, toen de regering voor het eerst met een voorstel kwam om de boswetgeving te hervormen, werd de bosbouw gereguleerd op grond van een koloniale wet uit 1949. De toepassing van die wet was moeilijk gezien de politieke, economische, sociale en culturele veranderingen in het land sindsdien.
Sommige Congolese experts noemen de Boswet uit 2002 ambitieus. Misschien wel te ambitieus, want zij waarschuwen dat de implementatie ervan nog steeds niet goed van de grond is gekomen.
Endundo, die onlangs sprak op een bijeenkomst over biodiversiteit in Kinshasha, vindt echter dat het land al goed op weg is.
Landbouw
Agronoom Sandra Kavira van het International Fertiliser Development Center (IFDC), een niet-gouvernementele organisatie die in het Grote Merengebied werkt, zegt dat de bedreiging voor de natuur in oostelijke regio Kivu deels komt van de traditionele landbouw door kleine boeren. Zij ontginnen nieuw land door struikgewas af te branden bomen om te hakken. Ook worden bomen omgehakt om te gebruiken als brandstof en wordt er weinig gedaan om erosie tegen te gaan.
Volgens Kavira zijn er nog veel meer praktijken die schadelijk zijn voor de natuur in Congo. De snelle degradatie van het land in Kivu heeft al geleid tot minder neerslag en een lagere luchtvochtigheid, zegt ze.
De directeur Onderzoek en Planning van het ministerie van Milieu, José Ilanga, zegt dat er al veel hervormingen zijn doorgevoerd. Zo zijn er inmiddels drieduizend bosbeheerders met pensioen gestuurd om plaats te maken voor duizend nieuwe, beter opgeleide krachten.
Momenteel ligt er een wetsvoorstel op tafel waarin natuurbescherming en toerisme op elkaar afgestemd worden. Naar verwachting zal binnenkort een nieuwe Waterwet volgen. En met steun van Japan werd door het ministerie een succesvol project opgezet om de bossen via satelliet in de gaten te houden.
Mijnbouw
Marc Kabunda, directeur Parken van ICCN (het Congolese Instituut voor Natuurbeheer), zegt dat er verschillende nieuwe natuurgebieden zijn gecreëerd. In 2005 is daarvoor een project gelanceerd dat zich richt op zestien reservaten, inclusief vijf proefgebieden: Salonga, Virunga, Garamba, Upemba en Maiko. Het programma wordt medegefinancierd door de Global Environment Facility en het VN-Ontwikkelingsprogramma.
De verwachte groei van de mijnbouw en oliewinning in Congo blijft echter een grote bedreiging voor de natuur in de komende jaren. Het oosten van Congo, met name in de regio Kivu, is rijk aan water en meren. De streek kent rijke visgebieden, zoals het Tanganyikameer. Maar hetzelfde gebied heeft ook grote voorraden olie, methaangas, coltan, goud en diamanten.