Ngo's en ACP kritisch bij start 'echte' EPA-onderhandelingen

Nieuws

Ngo's en ACP kritisch bij start 'echte' EPA-onderhandelingen

Ann De Ron

09 september 2004

Morgen (vrijdag) start op Fiji ook de zesde en laatste ACP-regio met de regionale onderhandelingen over de Economische Partnerschapakkoorden (EPA's) met de EU. Voor de 77 arme landen van het blok breekt het uur van de waarheid aan. Kunnen zij hun Europese voorkeursbehandeling veilig stellen?

Vertegenwoordigers van veertien ACP-landen in de Stille Zuidzee en afscheidnemend EU-commissaris voor Handel Pascal Lamy en zijn collega voor Ontwikkeling Poul Nielson blazen vrijdag verzamelen in de stad Nadi op Fiji. Ze openen de handelsbesprekingen over de Economische Partnerschapakkoorden (EPA’s) met de ACP-leden in de Stille Oceaan. De EPA’s moeten de handelsbetrekkingen tussen de EU en de 77 ACP-landen uit Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan het grootste deel van het Zuiden vorm geven na 2008.

De hele onderneming gebeurt binnen het kader van de Cotonou-akkoorden. Die zou een nieuw tijdperk inluiden van de oudste en omvangrijkste vorm van samenwerking tussen landen uit Noord en Zuid. De Europese Commissie benadrukt dat de EPA’s de arme landen ten goede zullen komen. Maar het blijft onderwerp van debat of Europa die doelstelling inderdaad zal verwezenlijken. De Europese ontwikkelingsngo’s zeggen dat de onderhandelingen zich onmiskenbaar toespitsen op het wegnemen van invoertaksen, iets wat vooral de EU ten goede zou komen. Er is duidelijk minder aandacht voor andere handelsbarrières, zoals de EU-productstandaarden en de subsidies aan Europese boeren, zo vinden zij. Die laatste belemmeren de import van ACP naar de EU.

Jean-Charles Ellerman-Kingombe, de woordvoerder van Commissaris Nielson, benadrukt dat de EU vooral de onderlinge handel wilt versterken. We willen hen helpen de handelsbarrières tussen naburige ACP-landen te versoepelen zodat ze ervaring kunnen opdoen en beter voorbereid zijn op de wereldmarkt, zegt hij. Als integratie van de ACP-Eilanden in de Stille Oceaan inderdaad de bedoeling is, moet de EU zichzelf uit de handelsregio houden, vindt Marc Maes van de ngo-koepel 11.11.11. Maes is tegelijk webmaster van Epawatch, een website van diverse ngo’s.

Een bijkomend punt van kritiek is dat ACP-landen onvoldoende tijd hebben om zich te organiseren en niet genoeg gewicht in de schaal kunnen werpen in de onderhandelingen. Simon Stocker het hoofd van Eurostep, een netwerk van Europese ngo’s die het onderwerp nauw opvolgen, vestigt de aandacht op de paradox dat Europese experts de ACP-onderhandelaars adviseren. Je kan je afvragen aan wiens kant die staan.

Ellerman-Kingombe geeft toe dat er een capaciteitsprobleem is, maar stelt dat de EU daar hard aan werkt. Hij verwijst naar twee programma’s van 70 miljoen euro die de ACP-landen in staat stellen studies te bestellen en zichzelf te organiseren, en nog eens 9,2 miljoen specifiek voor het integratieprogramma van de Kleine Eilandstaten. Europa zorgt ook voor technische steun.

Maar die som verdwijnt in het niets bij het bedrag dat bijvoorbeeld de nieuwe EU-lidstaten kregen als hulp om hun producten te laten voldoen aan de EU-standaarden, zegt Stocker. Ellerman-Kingombe houdt vol dat daar niks vreemds aan is, omdat het ons niet gaat om ten koste van de ACP een fantastische deal te sluiten, maar om een algemene ontwikkelingsdoelstelling.

Intussen zegt Hegel Goutier, de persverantwoordelijke van het ACP-secretariaat in Brussel, dat ACP-landen de voorkeur geven aan steun van een partner om de wereldmarkt te betreden, zelfs als die partner zijn eigen belangen heeft. We zullen geval per geval onderhandelen en alleen instemmen met afspraken die verder gaan dan de algemene WHO-regels als we er op ontwikkelingsvlak ons voordeel bij doen, zegt hij.

Na de sterke opstelling van de ACP-landen bij de onderhandelingen van de Wereldhandelsorganisatie in Cancun maakt Goutier zich sterk dat hun onderhandelingspositie sterk genoeg is. Dat de ACP-landen al een eerste toegeving deden door in de eerste algemene onderhandelingsronde genoegen te nemen met een zwak algemeen akkoord, doet geen afbreuk aan zijn vertrouwen. Het allerbelangrijkste is dat alle ACP-regio’s nauw contact houden om de onderhandelingen op elkaar te blijven afstemmen. (MM)