Nul Honger-programma loopt beter dan critici beweren
Mario Osava
21 maart 2005
De Braziliaanse regering meldt indrukwekkende resultaten in de strijd tegen de honger. Twee jaar na het begin van het 'Nul Honger-programma' krijgen al 6,5 miljoen Braziliaanse gezinnen een speciale uitkering om genoeg eten te kunnen kopen. De cijfers spreken de harde kritiek op het programma tegen.
Het Nul Honger-programma, één van de prioriteiten van de linkse regering die in 2003 aan de macht kwam in Brazilië, bestaat uit een hele reeks maatregelen. De Braziliaanse overheid biedt directe hulp aan arme Brazilianen die honger lijden of chronisch ondervoed zijn, maar probeert ook de oorzaken van de armoede aan te pakken. Al die programma’s schieten goed op, beweert José Giácomo Baccarin, de coördinator van het programma.
Het beste voorbeeld is de zogenaamde gezinsbeurs die ervoor moet zorgen dat arme Brazilianen genoeg eten op tafel krijgen. Brazilië telt ongeveer 11,4 miljoen gezinnen die af en toe of zelfs geregeld honger lijden. Nu krijgen al 6,5 miljoen van die gezinnen steun om voldoende levensmiddelen in te slaan. Tegen eind dit jaar denkt de regering 8,7 miljoen gezinnen te bereiken en volgend jaar zou de dekking volledig moeten zijn. Een gezinsbeurs kan tot 95 real (26 euro) per maand bedragen. Daarnaast verdeelt de Braziliaanse regering ook gratis of gesubsidieerde levensmiddelen. Vorig jaar profiteerden daar ongeveer 700.000 gezinnen van, dit jaar moet dat aantal stijgen tot 1,2 miljoen. Het gaat vooral om landloze boeren en de slachtoffers van natuurcatastrofes of onteigeningen voor de aanlag van stuwmeren.
Critici verwijten de Braziliaanse regering te veel aandacht te besteden aan dergelijke vormen van noodhulp, en de structurele oplossingen te verwaarlozen. Het Nul Honger-programma wil bijvoorbeeld ook landloze boeren grond bezorgen, kleine boeren beter steunen en meer werkgelegenheid scheppen voor arme Brazilianen. Volgens Flavio Valente, de coördinator van de niet-gouvernementele Braziliaanse Actie voor Voeding en Mensenrechten, is de financiële speelruimte waarover de regering beschikt te klein om die ideeën in werkelijkheid om te zetten. President Luiz Inácio Lula da Silva heeft beloofd tijdens zijn ambtstermijn (van 2003 tot 2006) 400.000 boerengezinnen landbouwgrond te geven, maar nu is nog maar een derde van dat streefdoel gehaald. Dit jaar wordt het nog moeilijker, denkt Valente, want de regering heeft bezuinigd op de begroting voor landhervormingen. Volgens Baccarin, de coördinator van het Nul Honger-programma, kunnen er echter in de loop van het jaar meer middelen worden vrijgemaakt. De regering wil volgens hem in de eerste plaats een oplossing vinden voor de 200.000 Brazilianen die in kampen leven in afwachting van een eigen lapje grond. Als die allemaal aan het werk kunnen op nieuwe akkers, wordt het aanbod van levensmiddelen in Brazilië meteen een stuk ruimer en is er ook een groot sociaal probleem van de baan.
Baccarin gaat er ook prat op dat de steun aan de kleinschalige landbouw snel stijgt. Vorig jaar werd daarvoor 6,5 miljard real (1,8 miljard euro) aan leningen toegestaan, drie keer het bedrag dat de staat in 2002 ter beschikking stelde. De groei is het sterkst in het noordoosten van Brazilië, de armste regio van het land. In Piauí, de allerarmste deelstaat, zijn al 54 gemeenschappelijke tuinbouwbedrijven opgericht die werk bieden aan 4.000 gezinnen. Veel van die gezinnen hebben geen steun meer nodig uit het gezinsbeurzenprogramma, waardoor er middelen vrijkomen om andere arme gezinnen een uitkering te geven.
Het Nul Honger-programma omvat nog veel meer initiatieven. Gezinnen kunnen onder meer extra steun krijgen als ze hun kinderen op school houden - een initiatief dat de kinderarbeid moet tegengaan. Een ander deelprogramma moedigt de bouw van opslagtanks aan om regenwater te verzamelen in het droge noordoosten van het land. Van die tanks zijn er volgens Baccarin al 75.000 gebouwd. Dit jaar zijn er genoeg middelen vastgelegd om nog eens 50.000 tanks te bouwen. Ook Braziliaanse ngo’s stellen geld ter beschikking voor de strijd tegen de droogte, zodat er uiteindelijk nog veel meer nieuwe regenwatertanks zullen bijkomen.
Volgens Álvaro Ramos, een ambtenaar uit Piauí die zich toelegt op de gezinslandbouw, zijn Acauán en Guaribas, twee steden in de deelstaat waar het Nul Honger-programma begin 2003 gelanceerd werd, onherkenbaar veranderd door het initiatief. Guaribas, waar geen openbare infrastructuur aanwezig was, heeft nu een rioleringssysteem en een bloeiende straatmarkt waardoor de bewoners niet langer ver moeten rijden om inkopen te doen. Veel mensen in de twee steden hebben de voorbije twee jaar leren lezen en schrijven.
De ergste critici van het Nul Honger-programma zeggen dat de regering begrippen als honger, ondervoeding en armoede door elkaar haalt, en dat de kost van het programma niet in verhouding staat met de resultaten. Volgens Valente valt er niets aan te merken op het programma op zich, maar ontbreekt de nodige politieke coördinatie om de uiteenlopende dimensies van het actieplan uit te voeren. Valente heeft ook lof voor de pogingen van president Lula om internationale allianties te vormen om betere handelsvoorwaarden af te dwingen en te verhelpen aan de problemen waarvoor de zware schuldenlast Brazilië plaatst. Die schuldenlast maakt Brazilië nu een gijzelaar van de exportlandbouw en belet de regering zich ten volle toe te leggen op sociale doelstellingen, oordeelt Valente. (PD)