'Occupy Nigeria': meer dan enkel brandstofsubsidie?

Nieuws

'Occupy Nigeria': meer dan enkel brandstofsubsidie?

'Occupy Nigeria': meer dan enkel brandstofsubsidie?
'Occupy Nigeria': meer dan enkel brandstofsubsidie?

De Nigeriaanse president Goodluck Jonathan kondigde begin deze week een onmiddellijke daling van de brandstofprijzen aan. De maatregel komt er als reactie op de massaprotesten die sinds de afschaffing van de brandstofsubsidie begin dit jaar door het West-Afrikaanse land razen. Grote vraag is echter of de volkswoede, die steeds meer de vorm van een Occupy-beweging aanneemt, met de tegemoetkoming van de overheid bekoeld is.

‘De overheid zal doorgaan met het liberaliseren van de petroleumsector, maar gezien het leed dat de afschaffing van de brandstofsubsidie bij de Nigerianen veroorzaakt heeft, heeft de overheid na lang overleg met de gouverneurs en de parlementsleiders beslist om de prijs van brandstof aan de pomp te verlagen tot 97 naira (47 eurocent, nvdr) per liter’, vertelde Goodluck Jonathan eerder deze week in een toespraak.

De Nigeriaanse president lijkt zo dan toch te zwichten voor de massaprotesten die zijn land al sinds de start van 2012 lamleggen. De directe aanleiding voor de volkswoede is de afschaffing van de brandstoftoelage, een subsidie die de brandstofprijzen voor de Nigerianen lang laag gehouden heeft, maar op één januari van de ene dag op de andere geschrapt werd. Als gevolg van deze maatregel schoot de prijs van petroleumproducten exponentieel omhoog. Een liter brandstof kostte in Nigeria plots een dollar - meer dan het dubbele van de prijs vóór de afschaffing van de subsidie.

Volgens de overheid zijn de forse besparingen noodzakelijk voor investeringen in het wegennetwerk en andere openbare werken. Voor de Nigerianen, waarvan het merendeel het met minder dan twee dollar per dag moet stellen, is de maat echter duidelijk vol. Honderdduizenden mensen trokken de voorbije twee weken de straat op om te protesteren tegen de verhoging van de levensduurte, waardoor veel winkels gesloten bleven. De grootschalige protestacties veroorzaakten een grimmige sfeer omdat de actievoerders op verschillende plaatsen hardhandig onderdrukt werden door de ordediensten.

Occupy Nigeria

Of de volkswoede met de toegeving van de Nigeriaanse overheid bekoeld is, is zeer de vraag. De grote vakbonden van het land hebben weliswaar aangekondigd dat ze hun acties in afwachting van verdere onderhandelingen met de regering opschorten, feit is dat de brandstofprijs nog altijd zo’n vijftig procent hoger ligt dan wat de Nigerianen gewoon zijn om te betalen; een serieuze aderlating voor een bevolking die sterk afhankelijk is van brandstof - niet alleen voor transport, maar ook voor de aandrijving van dieselgeneratoren die wegens de vele stroomonderbrekingen in het land onmisbaar zijn.

De verdubbelde voedsel- en transportprijzen hebben de Nigerianen kennelijk een krachtig signaal gegeven dat ze voor de politieke leiders niet meetellen.

Bovendien lijkt het er sterk op dat de Nigeriaanse bevolking niet alleen tegen de afschaffing van de brandstofsubsidie protesteert. Binnen de protestbeweging duikt in toenemende mate de term ‘Occupy Nigeria’ op, waarmee verwezen wordt naar de wereldwijde Occupy-beweging die voor meer gelijkheid en rechtvaardigheid strijdt. Veel betogers zijn de valse beloften en de corruptie van de regering grondig beu. Ze hebben hun buik vol van de aanhoudende armoede en betogen voor een ander Nigeria.

Veel demonstranten roepen ook dat ze hun stem op een democratische manier willen laten gelden. De verdubbelde voedsel- en transportprijzen hebben de Nigerianen kennelijk een krachtig signaal gegeven dat ze voor de politieke leiders niet meetellen. Met de afschaffing van de brandstofsubsidie verdween dan ook één van de laatste sociale contracten die de verarmde Nigeriaanse bevolking aan haar overheid bond. De lage brandstofprijzen waren immers één van de weinige voordelen die de Nigerianen van de olierijkdommen in hun land genoten.

Oplaaiend sektarisch geweld

Een ander probleem dat sommige demonstranten aanklagen, is de lakse houding van president Jonathan tegenover de nieuwe golf van sektarisch geweld die Nigeria de voorbije weken trof. De Boko Haram, een fundamentalistische moslimterreurgroep die alle christenen en animisten uit het overwegend islamitische noorden van Nigeria wil verdrijven, speelt hierin een centrale rol.

Zo pleegde de extremistische militie op kerstdag van vorig jaar een reeks aanslagen op christelijke kerken en sloegen tienduizenden mensen op de vlucht voor gewelddadige confrontaties tussen Nigeriaanse veiligheidstroepen en aanhangers van de moslimgroep. De sektarische terreur is in Nigeria uitgegroeid tot een ongrijpbaar gevaar dat van overal komt. Het geweld treft dan wel een relatief klein deel van de bevolking, de vrees voor nieuwe aanslagen is in zowat het hele land sterk aanwezig.

In de Occupy Nigeria-beweging lijken religieuze of etnische affiliaties echter geen rol te spelen. Moslims en christenen protesteren gezamenlijk tegen het regeringsbeleid. Op sommige plaatsen worden biddende moslims - net zoals op het Egyptische Tahrir plein - zelfs beschermd door christenen, die tijdens hun gebeden op hun beurt bescherming krijgen van moslims.