Deel van de vervuiling was onzichtbaar voor satellieten
Olievervuiling Deepwater Horizon omvangrijker dan gedacht
IPS
14 februari 2020
De olievervuiling na de ramp met boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico was veel omvangrijker dan satellieten destijds hebben vastgelegd, zeggen Amerikaanse onderzoekers.
United States Coast Guard (Public Domain)
De ramp in 2010 wordt wel de grootste olieramp in de Amerikaanse geschiedenis genoemd. Na een explosie zonk het platform en stroomden dagelijks miljoenen liters olie in zee. Pas na drie maanden was het lek gedicht.
‘De vervuiling was op het zeeoppervlak alleen boven een bepaalde olieconcentratie zichtbaar voor satellieten’, zegt onderzoeker Igal Berenshtein. Om tot die conclusie te komen, combineerden de onderzoekers van de Rosenstiel School of Marine and Atmospheric Science van de Universiteit van Miami olietransportmodellen met data uit remote sensing en waterstalen. Daaruit bleek dat een deel van de vervuiling onzichtbaar was voor satellieten, maar wel schadelijk voor het zeeleven.
De bevindingen uit het onderzoek zijn van belang omdat op basis daarvan toekomstige olielekkages beter in kaart gebracht kunnen worden.
Na de explosie op het boorplatform op 20 april 2020 stroomden dagelijks miljoenen liters ruwe olie in de Golf van Mexico. De vervuiling verspreidde zich volgens schattingen destijds over 149.000 vierkante kilometer.
De onderzoeksresultaten, die gepubliceerd zijn in Science Advances, laten zien dat de olievervuiling het continentaal plat van West-Florida bereikte, de kust van Texas, de Florida Keys en zich via de Golfstroom verplaatste naar het continentaal plat van Oost-Florida.