"Onderwijs moet transalfabetiseren"

Nieuws

"Onderwijs moet transalfabetiseren"

"Onderwijs moet transalfabetiseren"
"Onderwijs moet transalfabetiseren"

Clarina Gock

30 april 2013

Scholen moeten transalfabetiseren, zegt de Franse mediaexpert Divina Frau-Meigs, adviseur van de Raad van Europa en de Unesco. Transalfabetiseren betekent dat je niet alleen leert lezen, schrijven en rekenen maar ook met nieuwe informatietechnologie leert omgaan.

“De school moet verduidelijken, ze moet mensen alle soorten inhouden leren begrijpen, veranderen en bespreken”, zegt Divina Frau-Meigs, die mediasociologie doceert aan de Parijse Sorbonne-universiteit en nu op bezoek is in Brazilië.

Op school “moet men leren lezen, schrijven, rekenen en met de computer leren omgaan. En met de computer omgaan betekent drie soorten informatie begrijpen: code, document en actualiteit/pers.”

Zover zijn we vandaag niet, zegt Frau-Meigs. “De leerlingen denken dat ze alles weten, vanuit hun omgang met computers en tablets. En de leraren zeggen dat het voldoende is als de leerlingen kunnen lezen en schrijven.

Leren elimineren

Het volstaat niet scholen van computers te voorzien. “Als ik de leerlingen vraag om alle informatie te zoeken die ze nodig hebben voor hun projecten, dan antwoorden ze: ‘Er zijn miljoenen gegevens, ik weet niet waar ik moet beginnen’. Leren elimineren, evalueren, kwalificeren, inschatten, veranderen: dat is de rol van de school. Leren leren moeten we opnieuw centraal stellen in het onderwijsprogramma.”

Bibliothecarissen moeten een belangrijker rol spelen, zegt Frau-Meigs. “In Frankrijk leiden we hen ook op tot lesgevers. De officiële term is leraar-bibliothecaris. Dat zijn niet alleen assistenten, ze kunnen de kinderen informatie ook tonen als code, als document en als actualiteit, iets wat leraren in het algemeen niet doen.”

Transalfabetiseren is niet alleen op school nodig, zegt. “Het schoolritme verandert, omdat de leerlingen ook ‘s avonds online kunnen gaan. De rol van de leraar verandert. Men zal zijn loon opnieuw moeten bekijken, rekening houdend met wat nodig is voor zijn vorming en met de nieuwe uurregeling, ritmes en middelen.”