Oorlog tegen terrorisme zet vluchtelingen op droog brood

Nieuws

Oorlog tegen terrorisme zet vluchtelingen op droog brood

Gustavo Capdevila

17 oktober 2005

Het Wereldvoedselprogramma heeft zijn noodhulprantsoenen voor de 400.000 inwoners van vluchtelingenkampen in Tanzania met een derde moeten inkrimpen omdat de organisatie op zwart zaad zit. Ook de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR verdeelt nu voedselpakketten die minder energie leveren dan de 2100 calorieën die een mens dagelijks nodig heeft.

De internationale gemeenschap investeert blijkbaar liever in de oorlog tegen het terrorisme dan in de bestrijding van ondervoeding, klaagt Jean Ziegler, de speciale VN-rapporteur voor het recht op voedsel. Elke dag sterven op deze planeet 5.000 mensen omdat ze niet genoeg te eten hebben. Toch krijgen hulporganisaties steeds minder geld om hongerlijders bij te staan. Getroffen worden vooral de VN-organisaties die vluchtelingen helpen.

Het Wereldvoedselprogramma kreeg vorig jaar 219 miljoen dollar minder dan het jaar voordien, rekent Ziegler voor. Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de VN (UNHCR) moet het met 182 miljoen minder stellen. De twee organisaties verdelen daarom nu noodrantsoenen die eigenlijk niet volstaan om mensen lange tijd in leven te houden.

Dat is een schandaal, zegt Ziegler, vooral omdat er per vluchteling maar 30 dollarcent per dag nodig is om de voedselrantsoenen weer op een behoorlijk peil te brengen.

De donorlanden verminderen hun bijdragen aan de hulporganisaties van de VN met het argument dat de oorlog tegen het terrorisme moeten financieren, en alle veiligheidsmaatregelen die daarmee samenhangen. Ziegler heeft begrip voor die bekommernissen, maar wijst op de 1.000 miljard dollar die elk jaar wereldwijd aan bewapening wordt uitgegeven.

Ziegler ergert zich aan de hypocrisie die de wereldgemeenschap aan de dag legt. In 2000 verbonden alle lidstaten van de VN zich er in de Millenniumverklaring toe het aantal mensen dat honger lijdt, tegen 2015 te halveren. Maar in 2004 telde de wereld 852 miljoen ondervoeden, tien miljoen meer dan in het referentiejaar 1990.

De toestand is vooral dramatisch in Zuid-Azië en Afrika. In absolute cijfers vormen India en zijn buurlanden de regio van de honger, maar relatief gezien is het probleem groter in Afrika. Meer dan een derde van de bevolking van Afrika bezuiden de Sahara leed vorig jaar honger. De afgelopen 35 jaar steeg het aantal ondervoede mensen in de regio van 88 tot meer dan 250 miljoen. Dit jaar kregen Niger, Burkina Faso, Mali, Sudan, Somalië, Tsjaad, Zimbabwe, Mauritanië en Ethiopië met hongercatastrofes af te rekenen.

In sommige gevallen maakt voedselhulp de problemen nog groter. Ziegler was er dit jaar zelf getuige van hoe de voedselhulp die met vertraging in Niger aankwam, de schamele oogst van de Nigerese boeren op de markten verdrong en de prijzen naar beneden deed tuimelen. Voordien hadden de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds de Nigerese voedselmarkt al verstoord door de regering aan te zetten 19 procent BTW te gaan heffen op levensmiddelen. (PD)