Oorlogsinvaliden werken zich zelf uit de armoede

Nieuws

Oorlogsinvaliden werken zich zelf uit de armoede

Tran Dinh Thanh Lam

14 april 2004

Vietnam telt meer dan een half miljoen oorlogsinvaliden. De meerderheid van hen is arm en werkloos. Opleidingsinitiatieven hadden maar een beperkt effect; zelfs invaliden met een goede opleiding vinden niet makkelijk een baan. Daarom startte Phan Tat Thanh, die de oorlog tegen de VS ook niet ongeschonden doorkwam, zijn eigen juwelenbedrijf. Intussen is hij een van de grootste werkgevers van gehandicapten in zijn streek.

Na de oorlog keerde Phan Tat Thanh terug naar zijn ouderlijk dorp in de provincie Yen Bai, in het noordwesten van Vietnam, en richtte er een juwelenbedrijfje op. Intussen werken er 45 goudsmeden, waarvan er velen ook met de computer leerden werken of een vreemde taal spreken. Het bijzondere is dat bijna alle werknemers oorlogsinvaliden of gehandicapte nakomelingen van ex-soldaten zijn. Een aantal van hen verloor hun ouders in de oorlog, anderen lijden zelf aan de gevolgen van ‘Agent Orange’, het giftige ontbladeringsmiddel dat de VS-troepen meer dan dertig jaar geleden gebruiken om de Vietcong te verdrijven uit bebost streken. Agent Orange leidt tot kanker en zenuwaandoeningen en veroorzaakt ook erfelijke afwijkingen. De helft van de Vietnamese oorlogsinvaliden lijdt aan de gevolgen van het ontbladeringsmiddel.

De personeelsleden van het bedrijfje van Phan Tat Thanh verdienen gemiddeld een miljoen dong (53,5 euro) per maand, helemaal niet zo’n bescheiden loon voor inwoners van deze bergachtige provincie, en beduidend meer dan de 200.000 dong (10,5 euro) die een oorlogsinvalide met minstens 20 jaar dienst in het leger maandelijks aan steun krijgt. Een familie met twee leden die aan Agent Orange lijden, krijgt ongeveer evenveel. Die som is amper genoeg om te overleven, zegt Phan Tat Thanh, die precies daarom zijn bedrijf oprichtte.

Le Thi Thu, de twintigjarige dochter van een oorlogsinvalide, verdient als goudsmid zo’n 80 euro per maand. Mijn vader krijgt niet meer dan 300.000 dong (16 euro) per maand, en dus was er geen geld om ons naar school te sturen, zegt ze. Nu heb ik een goede baan, en van mijn loon kan mijn jongere zus nu wel naar de lagere school. (AD/PD)