Opium vreet aan Afghanistan
Lal Aqa Sherin
27 oktober 2009
De regering van Afghanistan vreest dat het land al twee miljoen opiumgebruikers telt. Afkickcentra kunnen het aantal verslaafden niet aan. De alomtegenwoordige en goedkope harddrug vormt naast de taliban de grootste bedreiging voor de toekomst van het land.
De dertigjarige Ghulam Nabi ligt al drie weken op een ziekenhuisbed in Kaboel. Zijn gezicht is getekend door eenzaamheid en wanhoop. “Ik heb mijn grond, mijn moestuin en al de rest verloren aan opium”, prevelt hij. Zijn magere handen omklemmen de rand van zijn bed.
Nabi begon hasj te roken als jongen, maar nadat zijn twee broers vermoord waren en het leven almaar moeilijker werd in zijn geboortedorp, schakelde hij over op opium. Hij was toen vijftien. In een paar jaar tijd begon de verslaving zijn hele leven te bepalen. Hij raakte het contact met zijn vrouw en vijf kinderen helemaal kwijt.
Maar nu is Nabi vastbesloten te ontwennen. Hij wil nooit meer opium gebruiken en neemt zich voor hard te werken om zijn gezinsleden alles te kunnen geven wat ze zo lang hebben moeten missen.
Ruim aanbod
Opium is overal in Kaboel. Afghanistan produceert 6.900 ton onverwerkte opium per jaar, meer dan de wereldvraag naar het verdovende middel. Het grootste deel van de oogst wordt verwerkt tot heroïne die bestemd is voor het buitenland. Maar er blijft genoeg over voor de binnenlandse markt.
Volgens de VN is de Afghaanse opiumproductie dit jaar met 10 procent gedaald in vergelijking met vorig jaar. Dat heeft nauwelijks een uitwerking op het lokale aanbod of de prijzen. Een zakje opium kost ongeveer 120 Afghani’s (minder dan 2 euro) in Kaboel. Zelfs voor jonge of arme Afghanen is dat betaalbaar.
De Afghaanse regering vreest dat er intussen al twee miljoen Afghanen verslaafd zijn aan opium, op een totale bevolking van 33 miljoen mensen. Het ministerie van Drugsbestrijding is met een telling begonnen om de omvang van het probleem nauwkeurig te kunnen inschatten. De plaag lijkt in elk geval uitbreiding te nemen. Volgens een onderzoek uit 2006 telde Afghanistan nog iets minder dan een miljoen opiumgebruikers.
Afkickcentra
De voorbije jaren zijn er in 34 provincies afkickcentra gebouwd. Zeker zestien bijkomende centra zijn nog in aanbouw. Maar het is vechten tegen de bierkaai.
Zalmai Afzali, een woordvoerder van het ministerie van Drugsbestrijding, klaagt dat Afghanistan niet genoeg middelen heeft om op grote schaal verslaafden te behandelen en om ook aan preventie te doen. “De internationale gemeenschap zou meer moeten helpen”, vindt Afzali.
Er zou ook hulp naar Iran en Pakistan moeten gaan. Afghaanse gezondheidswerkers zeggen dat opvallend veel verslaafden voormalige vluchtelingen zijn die uit de buurlanden zijn teruggekeerd. De problemen die ze daar te verduren hadden, hebben velen naar drugs doen grijpen. Er leven nog altijd honderdduizenden Afghanen in het buitenland. (IPS/Killid)