Orgaanhandel duikt weer op in Pakistan
Zofeen Ebrahim
28 augustus 2012
De orgaanhandel steekt weer de kop op in Pakistan. Een wet uit 2010 die Pakistan van zijn slechte reputatie moest afhelpen, blijft voorlopig dode letter.
Twee maanden geleden bood Asif Ahmed (niet zijn echte naam) een van zijn nieren te koop aan op het internet. “Ik weet dat het verboden is om een orgaan te verkopen, maar ik kan geen andere manier bedenken om mijn lening af te betalen”, zegt hij aan de telefoon.
Pakistan is berucht voor zijn illegale orgaanhandel en geldt als topbestemming voor ‘transplantatietoerisme’. Om hier komaf mee te maken voerde het land in 2010 een nieuwe wet in. “Aanvankelijk leek de orgaansmokkel te stagneren. Maar sinds vorig jaar duiken er weer nieuwe gevallen op”, verklaart dokter Farhat Moazam.
Ze is voorzitter van het Centrum voor Biomedische Ethiek en Cultuur aan het Sindh-instituut voor Urologie en Transplantatie (SIUT). Het instituut had samen met enkele andere organisaties klacht ingediend tegen de regering, omdat die er niet in slaagde de transplantatiewet uit 2010 te implementeren. Om de bloeiende orgaanhandel in te perken vaardigde het Pakistaanse Hooggerechtshof in juli richtlijnen uit voor provinciale besturen.
Vooral nieren
“De wet bleef dode letter”, stelt Adib ul Hasna Rizvi, hoofd van de Pakistaanse Transplantatievereniging. “Rapporten over illegale orgaanhandel kwamen bij het ministerie van Volksgezondheid en de Nationale Autoriteit voor Menselijke Orgaantransplantatie terecht, maar er werd niets mee gedaan.”
“Ons voordeel is dat we de steun van de pers, het gerecht en de medische wereld hebben. Maar bij de regering is er geen wil om de wet af te dwingen”, meent Moazam.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie vinden er jaarlijks naar schatting tienduizend transplantaties plaats met illegaal aangekochte organen. Ze heeft netwerken voor orgaansmokkel ontdekt in China, India en Pakistan. De organisatie vermoedt ook dat het in 75 procent van de gevallen om nieren gaat.
Overleden personen
“Het is erg onrustwekkend om te zien dat wetten niet worden afgedwongen”, reageert dokter Luc Noel van WHO per e-mail. Met gegevens van de Global Observatory in de hand denkt hij dat het transplantatietoerisme opnieuw afneemt, maar dat ongeveer een tiende van de orgaantransplantaties smokkel betreft.
“In Pakistan is er niet alleen een sterke wet nodig, maar ook politiewerk en inspanningen om schenking door overleden personen mogelijk te maken”, besluit hij.
Vorige maand rolde de politie een illegaal transplantatienetwerk op. Alle aanwezigen werden gearresteerd. De chirurgen en anesthesisten zijn nu vrij op borg. “Er is op heden nog geen arts veroordeeld en gestraft voor het overtreden van de wet”, zegt Moazam.
Samen met haar team deed ze ook onderzoek in Karachi naar de opvattingen over orgaanschenking. “Velen willen niet dat de organen van een dode worden gebruikt als gevolg van culturele normen en de interpretatie van religieuze voorschriften.”
Fastfood
Zolang de vraag naar organen niet op wettelijke manieren kan worden ingevuld, zal het probleem blijven bestaan. “Steeds meer rijke patiënten gaan op zoek naar een transplantatie, omdat artsen vaker bereid zijn om bijvoorbeeld oudere mensen te helpen die twintig jaar geleden niet in aanmerking kwamen”, legt Moazam uit.
“Ook is er een explosieve stijging in het aantal nierziektes en gevallen van nierfalen bij de rijke toplaag, als gevolg van een voedingspatroon dat onder andere obesitas en diabetes veroorzaakt.”
Door de verspreiding van fastfood zullen nierproblemen in ontwikkelingslanden “epidemische proporties” aannemen en zal de handel in nieren alleen maar toenemen, vreest ze.