Oxfam hekelt 'mijnbouwmanie' van Wereldbank

Nieuws

Oxfam hekelt 'mijnbouwmanie' van Wereldbank

Jim Lobe

24 september 2002

De Wereldbank en andere internationale
kredietverstrekkers moeten maar eens ophouden geld te pompen in
mijnbouwprojecten in de ontwikkelingslanden, zo stelt Oxfam America in een
rapport dat gisteren werd voorgesteld. De Wereldbank rechtvaardigt de
grootschalige investeringen in de mijnbouw met het argument dat de
industrielanden hun rijkdom te danken hebben aan de mijnbouw. Het rapport
'Digging to Development? A Historical Look at Mining and Economic
Development' verwijst dat historische argument naar de prullenmand.

De milieubeweging heeft het al lang gemunt op de mijnbouw in de
ontwikkelingslanden. Enkele jaren geleden waren de aanvallen vooral gericht
tegen projecten met rampzalige ecologische en sociale gevolgen. Maar de
laatste tijd zien ngo’s als Oxfam en Friends of the Earth het ruimer: ze
proberen de wereld ervan te overtuigen dat mijnbouwprojecten structureel een
negatief effect hebben op de economische ontwikkeling van de arme landen.

In ieder geval zijn de investeringen in de mijnbouw in Latijns-Amerika,
Oost-Europa, Afrika en Centraal- en Zuidoost-Azië het afgelopen decennium
gigantisch geweest. In de jaren tachtig gaven de Wereldbank en haar dochters
nog een miljard dollar uit aan leningen voor mijnbouwprojecten. Sinds 1994
leende de Wereldbank echter bijna twee keer meer uit voor mijnbouwprojecten
dan voordien. Dat heeft te maken met het feit dat vele ontwikkelingslanden
hun mijnen snel privatiseerden, een ontwikkeling die aangemoedigd werd door
de Wereldbank. Daarbij komt nog dat privé-banken sinds 1994 drie keer meer
krediet verstrekten aan de mijnbouw dan tijdens de 14 jaar daarvoor.

Volgens de ngo’s hebben al die investeringen de ontwikkelingslanden meer
kwaad dan goed gedaan. FoE sloeg de Wereldbank begin dit jaar al om de oren
met ‘Treasure or Trash’ een rapport dat de economische gevolgen van
mijnbouwprojecten in arme landen in kaart bracht. Oxfam pakt nu uit met een
lijvig rapport dat de zaak bekijkt vanuit historisch perspectief.

De Wereldbank pareert de kritiek op de mijnbouwkredieten vaak met het
argument dat de mijnbouw de motor van de industriële revolutie en de
economische bloei was in de Verenigde Staten, Australië en Canada was. De
mijnbouw (was en is) een economisch fundament waarop landen kunnen steunen
om te ontsnappen uit de armoede, argumenteerden drie woordvoerders van de
industrie eerder nog op een ander kritisch rapport van Oxfam.

Dat argument gaat niet op voor de ontwikkelingslanden, zegt Thomas Power, de
voorzitter van de faculteit economie aan de universiteit van Montana. De
auteur van het Oxfam-rapport stelt dat Canada, Australië en de VS pas hun
mijnbouw ontwikkelden nadat andere sectoren - landbouw, ambachten, handel en
diensten - tot bloei waren gekomen. Het argument dat de ontwikkelingslanden
de industriële revolutie van de drie landen kunnen overdoen door te
investeren in de mijnbouw gaat niet op, stelt Power. Die drie landen hadden
zich al ontwikkeld tot sterke economieën toen ze aan het eind van de 19de
eeuw hun minerale voorraden aanboorden.

De vergelijking gaat nog om een derde reden niet op: transportkosten. Voor
de tweede helft van de 19de eeuw waren de transportkosten nog vrij hoog en
dat zorgde ervoor dat de mineralen in de buurt van de mijnen werden
verwerkt, met alle werkgelegenheid en handel vandien. Vandaag zorgen de lage
transportkosten ervoor dat grondstoffen over de hele wereld vervoerd kunnen
worden. Dat zorgt er vaak voor dat de gemeenschap rond de mijnen niet veel
meer kan doen dan de mineralen bovenhalen.

De economische grond waarop de Wereldbank de investeringen in de mijnbouw
verdedigt is op los zand gebaseerd, concludeert Oxfam: de argumentatie
heeft een folkloristisch karakter. De Wereldbank ziet nog andere factoren
over het hoofd die pleiten tegen investeringen in de derde wereld mijnbouw:
de afwezigheid van sociale instellingen, ecologische bescherming en openbare
infrastructuur in de ontwikkelingslanden.

FoE en andere milieugroepen zullen deze week de kritiek laten horen op de
jaarlijkse vergadering van de Wereldbank en het Internationaal Muntfonds.