Rapport over effectiviteit hulp opnieuw uitgesteld
IPS
01 januari 1970
De publicatie van een rapport over transparantie en effectiviteit van hulp van grote donorlanden, is vorige week opnieuw uitgesteld. Het rapport, dat aanvankelijk in januari zou verschijnen, is het eerste in zijn soort.
Het herhaaldelijke uitstel doet bij sommige hulporganisaties de vraag rijzen of donorlanden wel werkelijk transparantie willen op het gebied van ontwikkelingshulp. “Als donoren niet duidelijk maken waar ze een nieuwe weg gaan aanleggen, kunnen ondernemers hun investeringen niet plannen”, zegt Gregory Adams, directeur hulpeffectiviteit bij Oxfam America, een antiarmoedegroep. “Hoe kan een boer dan bepalen of hij zijn gewassen gaat telen voor binnenlandse consumptie of export?”
De roep om dit nieuwe rapport dateert uit 2011, toen vertegenwoordigers van overheden, hulporganisaties en het maatschappelijk middenveld bijeen waren in Busan (Zuid-Korea), voor een conferentie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Tijdens de conferentie werd benadrukt dat ‘eigenaarschap’ van de ontvangers van hulp meer aandacht moet krijgen, naast transparantie en verantwoording. Eigenaarschap houdt in dat ontwikkelingslanden en lokale partners meer verantwoordelijkheid krijgen bij het uitvoeren van ontwikkelingsprojecten. “De fundamentele vraag is wie ontwikkeling aanjaagt. Bij Oxfam geloven we dat hulpgeld geen ontwikkeling stimuleert. Mensen stimuleren ontwikkeling”, zegt Adams. “Hulpgeld bestrijdt armoede net zo min als een hamer een huis bouwt.”
De mensen die ontwikkeling in gang moeten zetten, dienen daarom over de juiste informatie te beschikken, zegt hij. “Anders mis je kansen en frustreer je de mensen die je probeert te helpen.”
Het is onduidelijk waarom publicatie van het rapport, dat op tafel had moeten liggen voor een bijeenkomst van het Global Partnership for Effective Development Cooperation (GPECD) op 15 april in Mexico-Stad, opnieuw is uitgesteld. De GPECD werd opgericht naar aanleiding van de top in Busan, met als doel effectiviteit van hulp te bevorderen.
Aid Transparancy Index
Volgens Hannah Ryder, teamleider bij het Britse departement voor Internationale Ontwikkeling (DFID), is het rapport gebaseerd op tien indicatoren, waarvan transparantie er één is. Alleen van die indicator wordt een rangschikking gemaakt. Volgens haar is dat puur om politieke redenen, omdat landen hun prestaties op de meeste andere indicatoren niet willen vrijgeven. Hoe individuele regeringen presteren op het gebied van eigenaarschap, wordt bijvoorbeeld niet bekend gemaakt in het rapport.
“De UNDP en de OESO zijn organisaties die niet onafhankelijk zijn van de landen en organisaties die de data aanleveren”, schreef Ryder vorige week in een blog. “Daarom is een ranglijst te politiek voor ze. De belangrijkste reden waarom er wel een transparantieranglijst in het rapport mag, is omdat er al een onafhankelijke, gerespecteerde ranglijst op dit gebied bestaat, de Aid Transparancy Index.”