Rechtszaak tegen Vredesactie schendt recht op vrije meningsuiting
Charlotte Liekens
31 januari 2014
Op 6 februari start het proces tegen Vredesactie. Minister van landsverdediging Pieter De Crem (CD&V) vond het geweldloos protest dat de organisatie in 2008 voerde te ver gaan. ‘Dit is een grove aanfluiting van het recht op vrije meningsuiting’, klinkt het in het kamp van Vredesactie.
In november 2008 blokkeerde Vredesactie de poorten van het ministerie van Defensie om te protesteren tegen de Belgische betrokkenheid bij de oorlog in Afghanistan. De geweldloze organisatie hing spandoeken op en besmeurde het gebouw met makkelijk afwasbaar nepbloed om hun ontevredenheid te uiten. Minister De Crem was niet opgezet met deze actie en trof maatregelen. Vijf jaar na datum wordt Vredesactie correctioneel vervolgd door de raadkamer in Brussel, waar ze donderdag moet voorkomen wegens “het opzettelijk beschadigen van andermans onroerende goederen”.
Schadevergoeding voor afwasbaar nepbloed
Onterecht, zo vinden de vredesactivisten. De rode verf die voor bloed moest doorgaan was volgens hen namelijk makkelijk afwasbaar en kon zelfs gewoon door de regen weggespoeld worden. Dat weerhield de minister van Defensie er niet van om zijn manschappen bij zich te roepen, en enkele soldaten met een hogedrukreiniger aan het werk te zetten. Zo liep het kostenplaatje toch iets hoger op dan verwacht.
De kosten voor de geleden schade zouden 233,86 euro bedragen, wat een relatief kleine schuld is om een procedure van vijf jaar over te laten gaan, merkt Vredesactie op. Het zou dan ook niet draaien om de geldsom, maar wel om een punt te bewijzen en mensen het zwijgen op te leggen. Er staat namelijk veel op het spel voor Vredesactie. Ze loopt het risico om een verbod te krijgen op sommige activiteiten en het kan zelfs zijn dat de geweldloze organisatie ontbonden wordt.
Steunregister
Vredesactie richtte naar aanleiding van het proces een steunregister op, waar mensen hun verontwaardiging kunnen uiten. Ontelbare mensen lieten hun stem al horen in een pleidooi voor het behoud van vrije meningsuiting. Zo wordt De Crem bijvoorbeeld vergeleken met president Vladimir Poetin die in Rusland een erg strikt beleid voert en elke vorm van meningsuiting en protest zo snel mogelijk de kop indrukt. De vredesactivisten worden op hun beurt dan weer vergeleken met de Russische activisten van Pussy Riot. Ook de oprechtheid van onze democratie wordt in het register vaak in vraag gesteld.
Eerste procesdag
Op de eerste procesdag, op 6 februari, organiseert Vredesactie voor het justitiepaleis een heuse campagne voor vrijheid van mening. ‘Terwijl binnen onze advocaten pleiten, verdedigen wij buiten het recht op vrije meningsuiting’, luidt het.