Route naar Mexico wordt steeds gevaarlijker

Nieuws

Route naar Mexico wordt steeds gevaarlijker

Route naar Mexico wordt steeds gevaarlijker
Route naar Mexico wordt steeds gevaarlijker

IPS

22 november 2016

Steeds meer migranten proberen via gevaarlijke routes Mexico binnen te komen. Dat komt doordat het land zijn zuidelijke grens strenger controleert.

Telkens als een migrant opvangcentrum La 72 in Tenosique, in het zuidoosten van Mexico binnenkomt, heeft hij hem gezien. En telkens als er een vertrekt, opent hij de deur voor hem.

De jonge Salvadoraan, die liever anoniem wil blijven is, zoals zovele anderen, het geweld in Centraal-Amerika ontvlucht. Hij kwam hier anderhalf jaar geleden aan. In afwachting van een humanitair visum is hij portier van het opvangcentrum.

72 migranten vermoord

La 72 is het belangrijkste opvangcentrum voor de duizenden Centraal-Amerikanen die Mexico via deelstaat Tabasco proberen binnen te komen. De naam verwijst naar de 72 migranten die in 2010 vermoord zijn in San Fernando, in het noorden van Mexico.

La 72 verwijst naar de 72 migranten die in 2010 vermoord zijn in San Fernando, in het noorden van Mexico.

Vandaag komen er vooral mensen uit Honduras en El Salvador. In tegenstelling tot vroeger willen ze niet meer naar de Verenigde Staten.

Ze zoeken alleen een plek om in alle rust te kunnen leven. Tenosique ligt op een migratieroute die aan belang heeft gewonnen sinds de zuidelijke grenscontroles zijn verstrengd.

De route loopt via de Peténjungle in Guatemala en komt Tabasco binnen via de Usumacinta-rivier of via onherbergzaam landschap. Sommige zones worden gecontroleerd door misdaadbendes.

Steeds meer migranten

De vrijwilligers van La 72 merken de toename van het aantal migranten goed. Vorig jaar hielpen ze bij 120 asielaanvragen, dit jaar zitten ze al aan 370.

Volgens Asylum Access komen meer dan 600 mensen voor een humanitair visum in aanmerking.

De organisatie Asylum Access, waarmee het opvangcentrum samenwerkt, zegt dat meer dan 600 mensen voor een humanitair visum in aanmerking komen. Vorig jaar kregen 300 migranten zo’n visum.

Twee weken geleden kwam een dertigkoppige delegatie van de Internationale Observatiemissie voor Mensenrechten (MOIDH) langs, een initiatief van elf organisaties die de misbruiken tegen migranten en inheemse gemeenschappen zichtbaar willen maken.

Ze registreerden de verhalen van ongeveer honderd mannen, jongeren en kinderen uit Guatemala, Honduras en El Salvador.

Massale ontvoeringen

Ze hadden het een voor een over misbruik onderweg. Sommigen hadden het over massale ontvoeringen, iets wat volgens de Mexicaanse overheid niet voorkomt in Mexico.

Het opvangcentrum heeft dit jaar al 77 ontvoeringen geregistreerd, de meeste in Tenosique.

Medewerkers van het opvangcentrum hebben dit jaar al 77 ontvoeringen geregistreerd, de meeste in Cárdenas, vlak bij Tenosique.

Ook het misbruik door agenten van het Nationaal Instituut voor Migratie (INM) neemt toe, zeggen ze. Ze gebruiken rubberkogels en elektrische wapenstokken, ook al zijn die verboden.

Op 60 kilometer van La 72 bevindt zich Corozal, een dorp van nauwelijks enkele straten, vlak bij de grens met Guatemala. Hier komen veel migranten langs die in Tenosique belanden.

Er staat een kleine hut, waar amper licht binnenkomt. Het is een kerk. Hier vangt Andrés Toribio, een jonge godsdienstonderwijzer, al acht jaar mensen op die net de grens zijn overgestoken.

Samen met twee buren heeft hij dit jaar al negenhonderd mensen opgevangen. Soms brengt hij hen naar een andere plaats over, om te vermijden dat ze worden ontvoerd. Het heeft hem al problemen opgeleverd met het INM, dat hem van mensensmokkel beschuldigt.

Smokkelbendes wilden hem al rekruteren. ‘Een maand geleden kwamen hier twee kerels langs. We weten waar je mee bezig bent, we willen dat je voor ons werkt.’

Inheemse gemeenschappen verjagen

De MOIDH-delegatie deed ook zelf twee van de routes tussen Guatemala en Mexico. Ze stelde vast dat ook grote land- en mijnbouwbedrijven een probleem vormen. Getuigen vertelden hen over bedrijven die gewapende mannen in dienst nemen om inheemse gemeenschappen te verjagen.

De overheid bestraft de agressie niet. Integendeel, ze verplicht de slachtoffers een document voor ‘verzoening’ te ondertekenen.

De overheid bestraft de agressie niet. Integendeel, ze verplicht de slachtoffers een document voor ‘verzoening’ te ondertekenen.

Daarin beloven de gewapende mannen geen geweld meer te gebruiken. Maar bijna nooit houden ze zich daaraan, zeggen lokale organisaties.

Mario, die tot het Quiché-volk behoort, klaagde een aanval op zijn vrouw en kinderen aan. Gewapende mannen hadden op hen geschoten toen ze op hun lapje grond werkten.

De vrouw werd door twee kogels getroffen, maar de verantwoordelijke van het openbaar ministerie zei alleen dat ze zich moesten verzoenen met de aanvallers.

‘Het is een manier om de handen in onschuld te wassen’, zegt Jorge Luis Morales, advocaat van UVOC, een organisatie die het recht op grond beschermt in departementen langs de Mexicaanse grens.

Honderden families zijn al voor dit geweld gevlucht, naar de stad, of naar het buitenland, zeggen de boeren van UVOC. ‘Ze gaan er kauwgom of taco’s of wat dan ook verkopen, om te overleven.’

Alleen al in de eerste dagen van november sloegen 38 families in deze zone op de vlucht. Dit jaar staat de teller al op 400 families.