Schietpartij op middelbare school doet etnische spanningen in Trinidad toenemen

Nieuws

Schietpartij op middelbare school doet etnische spanningen in Trinidad toenemen

Peter Richards

24 november 2002

Een schietpartij op de prestigieuze Internationale School van Port of Spain heeft de spanningen tussen inwoners van Indiase en Afrikaanse origine op het Caribische eiland Trinidad hoog doen oplaaien. Zowel de Indiase als de Afrikaanse gemeenschap brengen het incident in verband met racistische motieven.

De 17-jarige Phillip Seerattan kwam naar de school gewapend met het geweer van zijn vader. Hij wist een veiligheidsagent ernstig te verwonden voor hij werd getroffen door negen politiekogels. De jongeman droeg een brief op zich waarin hij verklaarde zwarten te haten. Vreemd genoeg heeft Seerattan zelf een zwarte moeder en een Indiase vader.

Volgens vader Jadoo Seerattan is de wanhoopsdaad van zijn zoon niet racistisch gemotiveerd. Ik wil dat het hele land weet dat mijn vrouw zwart is, verklaarde de vader in de pers. De jonge Seerattan was een jaar eerder niet tot de school toegelaten en wilde volgens de vader net een anti-racistische daad stellen, omdat hij het gevoel had dat Afrikanen in de moderne wereld nog altijd worden onderdrukt.

De Indiase gemeenschap is verontwaardigd over het feit dat de jongen door een regen van politiekogels werd neergemaaid en denkt dat de politie heeft geschoten zonder vragen te stellen omdat Seerattan van Indiase oorsprong was. Patrick Manning, de premier van Trinidad, heeft al gezegd dat vuurwapens al te gemakkelijk beschikbaar zijn en noemde de aanleiding voor het schietincident erg ingewikkeld, en misschien niet gebaseerd op het uiterlijk maar op psychologische problemen.

Op radiostations vliegen de beschuldigingen tussen Indiase en Afrikaanse bewoners van Trinidad heen en weer. Beide bevolkingsgroepen zijn ongeveer even groot op het 1,3 miljoen mensen tellende eiland. Mediabaas Maxie Cuffie, zelf van Afrikaanse oorsprong, stelde voor de Indiase journalist Raymond Ramcharitar te heropvoeden. Ramcharitar vergeleek in een artikelenreeks de politici van de door Afrikanen gedomineerde People’s National Movement (PNM) met apen en verweet hen een ondeugdelijk economisch beleid te hebben gevoerd.

Eerder ontstond discussie over de stelling van professor Hari Maharajh dat heel wat van de door Afrikanen gezongen calypso’s beledigende en racistische uitlatingen bevatten aan het adres van de Indiërs. Volgens Maharajh hebben uitdrukkingen van haat voor de voormalige slavenhouders zich verlegd naar de Indiase gemeenschap.

De Trinibago United Calypso Organisation noemde de uitlatingen van de professor zelf racistisch. Een calypsoman zingt over wat hij hoort en ziet in het dagelijkse leven, reageerde TUCO-voorzitter Michael Legerton. Calypsokenner Gordon Rohlehr stelt vast dat de sociale commentaren in de calypsomuziek rauwer en bijtender zijn geworden: De maatschappij is na de onafhankelijkheid gewelddadiger geworden. De traditie om door humor afstand te nemen van het voorwerp van kritiek begint te vervagen.

Peter Richards

Xml=3

Ref: ca cr pr hd