September was een van slechtste maanden voor noordpoolijs
07 oktober 2013
Het noordpoolijs mag dan minder fors gesmolten dit jaar, september was nog altijd een van de slechtste maanden sinds het begin van de metingen. Dat blijkt uit analyses van het Amerikaanse ijsdatacentrum NSDIC.
September is de maand waarin het smeltseizoen eindigt en de oppervlakte van het noordpoolijs het kleinst is. Dit jaar deed september het een stuk beter dan vorig jaar, toen een absoluut dieptepunt werd bereikt.
Vijf maanden slechter
Maar als we alle septembermaanden sinds het begin van de satellietmetingen in 1979 op een rijtje zetten, dan scoort 2013 nog altijd zeer slecht. Slechts vijf septembermaanden deden het slechter in die 34 jaar, allemaal septembermaanden van de laatste 6 jaar: 2007, 2008, 2010, 2011 en 2012.
De gemiddelde ijsoppervlakte in de Noordelijke IJszee bedroeg dit jaar 5,35 miljoen vierkante kilometer, ruim 1 miljoen vierkante kilometer onder het gemiddelde voor de periode 1981-2010.
Het dieptepunt werd bereikt op 13 september. “Na dat minimumpeil bleef de oppervlakte grotendeels ongewijzigd voor de rest van september, en groeide ze snel aan naar het einde van de maand door de sterke afkoeling van de herfst”, zegt het NSDIC.
Record
Vorig jaar was de oppervlakte van het noordpoolijs een derde kleiner dan dit jaar. Het ijs in de Noordelijke IJszee bereikte op 16 september 2012 een oppervlakte van 3,41 miljoen vierkante kilometer. Nooit eerder sinds het begin van de satellietmetingen was het noordpoolijs zo gekrompen. Het vorige record, 4,17 miljoen vierkante kilometer, was in september 2007 gevestigd.
Als oorzaak van de smeltrecords wijzen wetenschappers naar de klimaatwijziging. Een factor die meespeelt, is dat de hoeveelheid meerjarig ijs, ijs dat minstens twee zomers overleeft, de laatste dertig jaar elke winter is geslonken. Als dat meerjarige ijs verdwijnt, wordt het ijs in de Noordelijke IJszee nog kwetsbaarder tijdens de zomer.