‘Slecht bestuur en extremisme oorzaken geweld Midden-Oosten’

Inwoners van het Midden-Oosten zien slecht bestuur en extremisme als belangrijkste oorzaken van de opkomst van extremistische groepen zoals IS. Haat tegen de Verenigde Staten speelt een minder belangrijke rol, blijkt uit een recent onderzoek van opiniepeiler Zogby Research.

  • shahram sharif (CC by 2.0) shahram sharif (CC by 2.0)

De onderzoekers peilden de meningen in zes Arabische landen (Egypte, Irak, Jordanië, Libanon, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten) en in Turkije en Iran. Hoewel haat tegen de VS nog steeds als een van de oorzaken wordt genoemd door de geënquêteerden, scoorden andere factoren in alle acht landen hoger.

Zogby stelt dat dit een teken is dat de terughoudende Midden-Oostenpolitiek van de Amerikaanse president Barack Obama zich uitbetaalt. Op de vraag of de VS een positieve of negatieve rol spelen in het bestrijden van extremisme in de regio, gaf een grote meerderheid in elk land echter aan die rol als negatief te zien.

Gevraagd naar de oorzaak van religieus extremisme, noemden mensen het vaakst “corrupte regeringen” en “extremistische en/of incorrecte religieuze ideeën.” Andere veelgenoemde oorzaken, zoals gebrek aan onderwijs, armoede en vervreemding van jongeren, wijzen er ook op dat het gevoel heerst dat extremisme een binnenlands probleem is dat verbonden is met slecht bestuur.

Zogby wijst erop dat de resultaten – zoals bij elke opiniepeiling – beïnvloed kunnen zijn door het feit dat respondenten in verschillende landen verschillende ideeën kunnen hebben over wat “corrupte regeringen” of “extreme religieuze ideeën” zijn.

Israël en Palestina

De deelnemers aan de opiniepeiling werd ook gevraagd naar hun mening over de Israëlisch-Palestijnse situatie en de Iraanse nucleaire deal met de P5+1, de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad plus Duitsland.

In vijf van de zes Arabische landen is aanzienlijk minder animo voor een alomvattende vredesovereenkomst tussen Israël en de Arabische wereld dan in 2009.

In vijf van de zes Arabische landen is aanzienlijk minder animo voor een alomvattende vredesovereenkomst tussen Israël en de Arabische wereld dan in 2009, toen Zogby dezelfde vraag stelde. Egypte ziet de sterkste afname van steun voor zo’n vredesovereenkomst. Twee derde van de bevolking is er tegen, zelfs “als Israël alle bezette gebieden teruggeeft en de vluchtelingenkwestie oplost.” In 2009 was dat slechts 8 procent.

Deze verschuiving in de publieke opinie is een potentieel risico voor de Egyptische president Abdul Fatah al-Sisi, die werkt aan de verbetering van de relatie tussen zijn land en Israël.

In andere landen waren kleinere verschuivingen in de publieke opinie. In Jordanië was 24 procent tegen een alomvattende vredesovereenkomst, in 2009 was dat 13 procent. In Libanon was dat 30 procent versus 18 procent, in Saoedi-Arabië 36 procent versus 18 procent en in de Verenigde Arabische Emiraten 19 procent versus 8 procent. In Irak werden in 2009 de meningen niet gepeild. Dit jaar gaf 59 procent van de respondenten aan tegen een alomvattende vredesovereenkomst met Israël te zijn.

Iraanse rol

Over de Iraanse nucleaire deal met de P5+1 heersen in de meeste landen negatieve gevoelens. Een meerderheid van de bevolking in Egypte (63 procent), Jordanië (53 procent), Saoedi-Arabië (62 procent) en de Verenigde Arabische Emiraten (91 procent) zegt dat de deal ‘alleen goed is voor Iran, maar slecht voor de Arabische landen.’ Ze zijn er ook niet van overtuigd dat de deal Iran afhoudt van het ontwikkelen van kernwapens. Een grote meerderheid van de bevolking in Egypte (90 procent) en Saoedi-Arabië (66 procent) verwacht dat de extra inkomsten als gevolg van het verlichten van de sancties tegen Iran, grotendeels geïnvesteerd zullen worden in ‘het Iraanse leger en politieke bemoeienis met regionale zaken.’

In Iran zelf steunt 80 procent van de bevolking de deal, maar 68 procent vindt het een slecht idee dat de Iraanse regering beperkingen in het atoomprogramma heeft geaccepteerd. Zij vinden dat hun land moet kunnen beschikken over kernwapens, ‘omdat het een groot land is’ of omdat ‘andere landen ze ook hebben.’ Het aantal mensen dat om de eerstgenoemde reden een atoomprogramma steunt, nam echter af van 49 procent in 2014 tot slechts 20 procent nu. Het aantal Iraniërs dat atoomwapens onder alle omstandigheden afwijst, groeide van 14 procent vorig jaar naar 32 procent nu.

Slechts 19 procent van de Iraniërs is het eens met de stelling dat Iran een dominante rol moet spelen in de Golfregio. ‘Voor Iraniërs ligt de prioriteit bij de economie en grotere politieke vrijheid’, verklaart Barbara Slavin van de Atlantic Council. ‘Er is, en was nooit, veel enthousiasme als het gaat over interventie in wat de Iraniërs noemen “Arabische zaken“.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.