Toestand vluchtelingen uitzichtloos
Abdullah Dukuly
02 april 2003
Terwijl aan de grenzen van Irak grote hoeveelheden noodhulp liggen te wachten op mensenstromen die maar niet opdagen, kampen opvangcentra in Liberia met grote problemen om de tienduizenden mensen te helpen die op de dool zijn als gevolg van gevechten tussen regeringstroepen en rebellen. De ontheemden die hun toevlucht hebben gezocht in vluchtelingenkampen in Centraal-Liberia en de westelijke voorsteden van de hoofdstad Monrovia zijn er bijzonder slecht aan toe. Zij kampen met een groot gebrek aan voedsel en geneesmiddelen. Hun situatie gaat er voortdurend op achteruit omdat zij geen hulp ontvangen. De veiligheidssituatie in het West-Afrikaanse land maakt het verlenen van bijstand haast onmogelijk en bovendien lijken de donors ook niet bijzonder toeschietelijk met hulp.
De situatie van de vluchtelingen is verschrikkelijk en uitzichtloos, zegt Korty Brown, directeur van de Gemeenschap van Bezorgde Christenen, die zich het lot aantrekt van duizenden mensen die de oorlog hebben overleefd. Volgens hem zijn de ontheemden er steeds slechter aan toe, vooral de mensen die zijn ontsnapt aan de laatste gevechten Het is niet eenvoudig om precies zicht te krijgen op het aantal vluchtelingen. Voorzichtige schattingen wijzen erop dat de voorbije drie jaar meer dan 200.000 mensen op de vlucht zijn geslagen door de opflakkerende gevechten. Ongeveer zestig procent van deze ontheemden zouden vrouwen en kinderen zijn. Vorige week moesten tienduizenden ontheemden alweer op de vlucht uit vier kampen op 15 km ten westen van Monrovia, omdat de rebellen er binnenvielen. Velen vluchtten naar relatief veiliger kampen, vooral in de buurt van Sierra Leone, waar al tienduizenden mensen verblijven. Vele anderen - onder wie ook vrouwen met kinderen op de rug - zijn ontvoerd door de rebellen.
De LURD-rebellen voeren nu al drie jaar strijd tegen president Charles Taylor, zelf een voormalig krijgsheer. Regeringstroepen hebben wegblokkades opgeworpen om de opmars van de rebellen te stuiten, maar UNICEF wijst erop dat die blokkades er ook voor zorgen dat hulporganisaties niet bij de ontheemden kunnen komen. Daarom trekken vele mensen naar andere kampen en anderen gaan op weg naar Monrovia, weet Durudee Sirichanye, directeur informatie van UNICEF in Liberia. Andere kampen in Centraal-Liberia worden overspoeld door meer dan 30.000 ontheemden, onder wie ook vluchtelingen uit buurland Ivoorkust. Er is te weinig onderdak en er is ook gebrek aan voedsel en medicijnen, vertelt Jusu Konneh van de Lutheraanse Werelddienst LWS.
De gezinnen van de ontheemden staan duizend angsten uit dat ze van elkaar zullen worden gescheiden en hebben zwaar te lijden onder de ontberingen die de oorlog heeft veroorzaakt. Honderden mensen hebben hun toevlucht gezocht in schoolgebouwen, anderen brengen de nacht door in de open lucht. En altijd is er te weinig eten voor al die vluchtelingen. We kunnen ons amper één maaltijd per dag veroorloven, zegt Jeneba Jackson, die tijdens de vlucht naar de westelijke stad Tubmanburg drie van haar kinderen heeft zien sterven. Waar haar man is, weet ze niet. Ze zijn elkaar uit het oog verloren toen ze moesten vluchten voor de hevige bombardementen en artillerieaanvallen. Haar vijf kinderen die nog leven, zijn allemaal ziek en ondervoed. Ze proberen te overleven door wat karweitjes op te knappen voor anderen. Als we wat geld kunnen verdienen, maken we ‘s avonds laat nog een maaltijd klaar. Restjes bewaren we zorgvuldig voor het ontbijt van de volgende dag. Maar ook als er niets is, moeten we weer aan de slag.
Net als Jeneba Jackson moeten tienduizenden ontheemden op die manier overleven. Honger, ondervoeding en wanhoop zijn hun lot. Bovendien hebben velen te lijden van zandvlooien, wormen, schurft en allerlei ziekten. Sommige mannen hebben geleerd hoe ze houtskool kunnen maken en hun kinderen helpen die te verkopen. Vrouwen bereiden eten dat ze proberen te verkopen, anderen sprokkelen brandhout om te verkopen, nog anderen bewerken geïmproviseerde akkertjes. Maar bij gebrek aan zaaigoed kunnen ze niet veel beginnen. Sommige mannen verdrijven de tijd met een partijtje ludo of een ander spelletje. We hebben toch niets te doen. We zijn van huis weggevlucht met zogoed als niets en we hebben ook nog altijd geen hulp ontvangen, vertelt Boakai Sama, een leraar.
De voedselschaarste is een ernstig probleem in de vluchtelingenkampen. James Passewe van het vluchtelingencentrum van Blama Cee vertelt dat er twee kopjes bulgur per maand zijn voorzien per persoon. Dat is ruim onvoldoende. Het kamp krijgt 1.400 zakken bulgur voor 16.000 mensen. Alle inspanningen om dat rantsoen te verhogen, zijn tot nu toe mislukt. We verdelen wat we hebben, zegt Passewe. Kortu Brown schrijft de gebrekkige levering van hulpgoederen toe aan donormoeheid. De donors zijn niet happig om voldoende geld ter beschikking te stellen voor hulpoperaties in Liberia. Er zijn ook problemen met de watervoorziening. De beken zijn opgedroogd en het water van de rivier is niet geschikt als drinkwater. Soms drijven er lijken in rond. Elke dag sterven ten minste drie kinderen aan dysenterie en andere ziekten.
Ondanks de erbarmelijke toestand in de kampen zijn de meeste ontheemden niet van plan naar huis terug te keren zolang de bendes jongeren die hun dorpen en steden hebben ingenomen, niet zijn ontwapend. James Moore, een vluchteling uit de westelijke stad Mecca stelt duidelijk: Hoewel we absoluut naar huis terug willen, kunnen we nu gewoon niet terugkeren, want de toestand is erg onzeker. De strijdende milities maken nog altijd veel slachtoffers. Zes kinderen van de 52-jarige Boakai Zinnah zijn vermist in de gevechten in zijn thuisstad. Hij kan zich nu geen maaltijd per dag meer veroorloven. Vroeger produceerde ik genoeg eten om het inkomen van mijn gezin aan te vullen, zegt hij. Nu moeten ze leven van wat zij krijgen van de eerste lichting vluchtelingen die eerder in het kamp zijn aangekomen.