Vervuiling in Zwarte Zee kan energiebron worden
Joren Gettemans
19 maart 2009
De Zwarte Zee is zwaar vervuild met waterstofsulfide, een giftig gas dat naar rotte eieren stinkt. Turkse wetenschappers denken dat het gas als energiebron kan dienen als er een veilig methode gevonden wordt om er waterstof uit te halen.
Vanaf 150 meter diepte bevat de Zwarte Zee nauwelijks nog zuurstof: enkel anaerobe bacteriën kunnen er overleven op basis van de massa organisch materiaal en afval die er vanuit de omliggende landen terechtkomt. De bacteriën produceren bij de afbraak van dat materiaal massaal het giftige waterstofsulfide.
Dat gas is op zich weer een ramp voor het onderwaterleven, maar volgens Turkse onderzoekers kan die ramp omgebogen worden tot een oplossing die het klimaat ten goede komt, zo schrijven ze in het International Journal of Nuclear Hydrogen Production and Applications. Op ongeveer tweehonderd meter diepte ligt een laag van vijftig meter dik die vrijwel uitsluitend uit waterstofsulfide bestaat, en die groeit dagelijks aan door de aanvoer vanuit de sedimenten op de bodem.
Als er een veilige en energiezuinige manier gevonden kan worden om het gas af te tappen, wordt de Zwarte Zee dus een enorm brandstofreservoir. De onderzoekers denken aan installaties op zonne-energie die waterstof isoleren, waardoor er enkel sulfide overblijft. Die reststof kan gebruikt worden door de farmaceutische industrie en bij rubberproductie.