VN verwachten vijftig miljoen vluchtelingen door milieurampen

Nieuws

VN verwachten vijftig miljoen vluchtelingen door milieurampen

Stephen Leahy

13 oktober 2005

De Verenigde Naties (VN) verwachten de komende vijf jaar meer dan vijftig miljoen vluchtelingen als gevolg van milieu- en natuurrampen. Volgens het Rode Kruis zorgen natuurrampen nu al voor meer ontheemden dan oorlogen.

De stijging van de zeespiegel, verwoestijning en overstromingen zorgen voor een wereldwijde toename van het aantal vluchtelingen. Op de lange termijn kan hun aantal oplopen tot honderden miljoenen, stelden VN-deskundigen gisteren (woensdag) ter gelegenheid van de VN-Dag voor Rampenreductie.

De honderdduizenden ontheemden die Amerika nu telt als gevolg van de orkanen Katrina en Rita zijn het topje van de ijsberg, zegt Janos Bogardi, directeur van het UNU Institute for Environment and Human Security (UNU- EHS). Er zijn nog veel meer mensen op de vlucht en zij zijn nog veel wanhopiger. Als we niets aan de wortels van het probleem doen, dan loopt het uit de hand.

Slachtoffers van de recente aardbeving in Pakistan, de tsunami vorig jaar in Azië en de orkanen in de Verenigde Staten, krijgen hulp van de internationale gemeenschap en het publiek. Maar miljoenen anderen in de wereld raken ontheemd door oprukkende woestijnen, land dat onvruchtbaar wordt en de stijging van de zeespiegel. Zij ontvangen relatief weinig hulp en worden vaak ze niet als vluchteling beschouwd.

Deskundigen pleiten voor een nauwkeurige definitie van milieuvluchtelingen. Ze moeten duidelijk onderscheiden worden van economische migranten, die vrijwillig vertrekken op zoek naar een beter leven. Het definiëren van deze nieuwe groep vluchtelingen stuit op een aantal problemen. Mensen denken vaak dat milieurampen natuurrampen zijn. Veel natuurrampen zijn echter het gevolg zijn van menselijk handelen, zoals het onverstandig gebruik van natuurlijke bronnen, zegt Tony Oliver-Smith, antropoloog aan de Universiteit van Florida.

Zelfs bij een natuurramp zoals de orkaan Katrina, heeft het besluit om New Orleans onder zeeniveau te bouwen, in een regio die bekend staat om zijn orkanen, bijgedragen aan de omvang van de ramp, zegt Oliver-Smith. Bij de recente aardbeving in Pakistan raakten veel mensen ontheemd omdat hun huizen op een onveilige locatie stonden en niet goed gebouwd waren. Als gevolg daarvan zijn honderdduizenden mensen nu permanent ontheemd.

De grootste bedreiging onder rampen die zich langzaam voltrekken is ‘landdegradatie’, waardoor de bewoners gedwongen worden te verhuizen. In China worden diverse dorpen bedreigd door de oprukkende Gobi-woestijn, die zich elk jaar uitbreidt met meer dan 10.000 vierkante kilometer. Marokko, Tunesië en Libië verliezen elk jaar 1.000 vierkante kilometer vruchtbaar land aan verwoestijning. In Egypte lijdt de helft van de geïrrigeerde landbouwgrond onder verzilting en in Turkije is 160.000 vierkante kilometer landbouwgrond aangetast door bodemerosie.

Een ander probleemgebied is Sana’a, de hoofdstad van Jemen. Sinds 1972 verdubbelde het aantal inwoners in de hoofdstad zich gemiddeld elke zes jaar. Jemen telt nu 900.000 inwoners. De waterhoudende laag waar de stad van afhankelijk is, daalt elk jaar met zes meter en dreigt in 2010 uitgeput te zijn.

In de hele wereld ontstaan steeds meer megasteden in kustregio’s, zegt Oliver-Smith. Als je die trend combineert met de stijgende zeespiegel en het toenemende aantal orkanen, dan kun je grote rampen verwachten. In sommige regio’s bereiden de inwoners zich al voor op het ergste. Tuvalu, een eiland in de Stille Oceaan, heeft een overeenkomst gesloten met Nieuw-Zeeland. Daarin is vastgelegd dat de 11.600 bewoners in Nieuw-Zeeland worden opgenomen als hun eiland door de zeespiegelstijging onderloopt. Naar schatting wonen wereldwijd ongeveer 100 miljoen mensen in gebieden die onder zeeniveau liggen en die kwetsbaar zijn voor overstromingen.

Bogardi zegt voorstander te zijn van een intergouvernementeel panel dat zich buigt over landdegradatie. Dat panel zou hetzelfde van opzet kunnen zijn als het Intergovernmental Panel on Climate Change, dat het Kyoto-kader uitwerkte. Het is te hopen dat we dit probleem sneller kunnen aanpakken dan de klimaatverandering, aldus Bogardi. (JS/MM)