VN: ‘Zelfs met klimaatakkoord van Parijs stevenen we af op een opwarming van 3 graden’
IPS
04 november 2016
Als alle overheden zich houden aan de beloftes die ze in Parijs hebben gemaakt, is de wereld op weg naar een klimaatopwarming met 2,9 tot 3,4 graden Celsius tegen 2100. Dat is veel meer dan de 2 graden die in Parijs werd overeengekomen als drempel om de meest rampzalige gevolgen te vermijden, zeggen de Verenigde Naties.
Vandaag wordt het klimaatakkoord van Parijs van kracht. Daarin nemen de deelnemende landen zich voor om de klimaatverandering te beperken tot 2 graden Celsius boven het gemiddelde voor de start van de industriële revolutie.
Maar uit een nieuw rapport van het Milieuprogramma van de VN (UNEP) blijkt dat, als alle landen hun beloftes inlossen, de uitstoot in 2030 naar alle waarschijnlijkheid rond de 54 tot 56 gigaton CO2 zal schommelen – veel meer dan de 42 gigaton die maximaal uitgestoten kan worden om de klimaatverandering onder de 2 graden te houden.
Als de beloftes niet snel ambitieuzer gemaakt worden, zetten ze de wereld op weg naar een opwarming tussen 2,9 en 3,4 graden Celsius, en verliest de internationale gemeenschap de mogelijkheid om de klimaatverandering in de buurt te houden van 1,5 graden, zoals ze zichzelf had voorgenomen in Parijs.
Goede richting maar…
‘We evolueren in de juiste richting: het klimaatakkoord van Parijs zal de klimaatverandering vertragen, net als het recente akkoord dat in Kigali werd afgesloten rond koelstoffen’, zegt Erik Solheim, hoofd van UNEP. ‘Beide akkoorden wijzen op een sterk engagement, maar het is nog steeds niet genoeg als we echt ernstig kans willen maken om de klimaatverandering af te wenden.’
‘Het groeiende aantal klimaatvluchtelingen die getroffen zijn door honger, armoede, ziekte en conflict zal een constante herinnering zijn aan ons falen als we niets doen.’
Landen over de hele wereld moeten dan ook snel hun ambities opschroeven, zegt Solheim. ‘Als we niet snel bijkomende actie nemen, te beginnen met de klimaattop in Marrakech, zullen we rouwen over een ramp die te vermijden was’, zegt Solheim. ‘Het groeiende aantal klimaatvluchtelingen die getroffen zijn door honger, armoede, ziekte en conflict zal een constante herinnering zijn aan ons falen als we niets doen. De wetenschap toont dat we veel sneller actie moeten ondernemen.’
Het goede nieuws is dat niet enkel staten en regeringen belangrijke actoren zijn om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Ook de privésector, steden, regio’s en middenveldorganisaties kunnen een belangrijke rol spelen, zegt UNEP. Via honderden initiatieven over de hele wereld kunnen ze de uitstoot van onder meer landbouw en transport verminderen met meerdere gigaton tegen 2030.
Het rapport ziet ook grote kansen op het vlak van energie-efficiëntie. De investeringen in energiebesparing groeiden in 2015 met 6 procent tot 221 miljard – een teken dat er steeds meer actie wordt ondernomen.