VN zetten rem op propaganda die aanzet tot geweld

Nieuws

VN zetten rem op propaganda die aanzet tot geweld

Chiara Magni

23 november 2010

In het verleden is meermaals gebleken dat hatelijk taalgebruik het geweld tegen etnische minderheden kan aanwakkeren. Daarom willen de VN dit soort taal aan banden leggen, zonder daarbij te raken aan de vrije meningsuiting.

Een bekend voorbeeld is Radio Télévision Libre des Mille Collines, een Rwandese radiozender die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de genocide tussen april en juli 1994. Tijdens de uitzendingen weerklonk racistische propaganda die vooral gericht was tegen de Tutsi’s en gematigde Hutu’s. Vorig jaar bleek uit onderzoek aan de universiteit van Stockholm dat de uitzendingen aan de basis lagen van de dood van 45.000 Tutsi’s, zo’n negen procent van het totale aantal slachtoffers.

“Woorden alleen ontketenen geen genocide, maar kunnen wel als katalysator werken om het geweld te verspreiden”, verklaart Susan Benesch, een mensenrechtendeskundige die door de VN in de arm werd genomen om een beleid uit te stippelen rond potentieel gevaarlijk taalgebruik.

Dit project van het VN-kantoor van de speciale adviseur voor Genocidepreventie heeft drie specifieke doelstellingen: een plan opstellen om gevaarlijk taalgebruik te monitoren in landen waar een genocide dreigt, een methodologie ontwikkelen om na te gaan hoe gevaarlijk een bepaald taalgebruik is, en nagaan hoe het beleid hierop kan reageren.

Paradox

“Het is belangrijk om genocide goed te omschrijven, want er is een groot verschil tussen echt gevaarlijk taalgebruik en beledigende woorden”, zegt Francis M. Deng, de speciale VN-adviseur voor Genocidepreventie.

Volgens Christopher Tuckwood, directeur van de ngo Sentinel Project for Genocide Prevention, zijn er wettelijke normen nodig om te bepalen of taalgebruik gevaarlijk genoeg is om door een regering aan banden te worden gelegd. “Toch mogen er geen mensenlevens op het spel worden gezet als de kans op een genocide bestaat, hoe belangrijk het recht op vrije meningsuiting ook is.”

Mark Lattimer, directeur van Minority Rights Group International, spreekt van de paradox waarbij internationale mensenrechten inzake hatelijke taal soms worden gebruikt tegen de groepen die ze verondersteld worden te beschermen. “In Europa worden ze bijvoorbeeld ingeroepen tegen moslimactivisten, en in Iran en Rwanda worden deze beperkingen nogal cynisch gebruikt om politieke tegenstanders het zwijgen op te leggen.”

“Deze juridische kwestie zien we voortdurend opduiken in de VS, waar de vrijheid van meningsuiting als iets heilig wordt beschouwd, maar door vele individuen en groepen wordt misbruikt om racisme, homofobie en andere discriminerende opvattingen te promoten”, vindt ook Tuckwood. Hij voegt eraan toe dat nieuwe technologieën zoals het internet en sociale netwerksites de verspreiding van hatelijk taalgebruik en het organiseren van massaal geweld nog gemakkelijker maken.

Belang van informatie

Als mensen weten hoe manipulatieve sociale processen werken, zijn ze minder vatbaar voor dit soort boodschappen, stelde Benesch op een recente VN-conferentie. “Mensen staan niet op met de gedachte: vandaag ga ik eens mijn buren uitmoorden.” Een betere toegang tot informatie maakt hen dus minder beïnvloedbaar door propaganda.

Met de preventiestrategie van Benesch wil het VN-kantoor voor genocidepreventie tijdig verhinderen dat er een sociale context ontstaat die kan leiden tot genocide. Informatie over de situatie op het terrein is essentieel voor deze strategie. “De VN beschermen mensen door nuttige informatie publiek te maken”, besluit speciale VN-adviseur Deng.