Vrouwen blijven buiten beeld op klimaattop

Nieuws

Vrouwen blijven buiten beeld op klimaattop

Vrouwen blijven buiten beeld op klimaattop
Vrouwen blijven buiten beeld op klimaattop

Diego Arguedas Ortiz (IPS)

11 december 2014

Ondanks internationale erkenning dat vrouwen disproportioneel getroffen worden door de klimaatverandering, is daar in de onderhandelingen op de klimaatconferentie (COP20) die deze week wordt afgerond in Lima, te weinig oog voor, zeggen experts.

‘Er wordt in de documenten wel verwezen naar gender, maar in zwakke taal’, zegt Mrinalini Rai, adviseur van de Global Forest Coalition. ‘We pleiten bijvoorbeeld voor het gebruik van de term gendergelijkheid en niet voor de genderbalans’. Landen als Mexico willen gendergelijkheid in de tekst, maar volgens Rai proberen landen onder aanvoering van Saoedi-Arabië, het concept uit de onderhandelingsteksten te krijgen.

Rai zegt dat het niet om de documenten zelf gaat, maar om wat ze kunnen betekenen voor vrouwen die in het veld werken, ver van de onderhandelingstafels. De Nepalese activiste werkt met inheemse groepen in Thailand en heeft zo informatie uit de eerste hand over de gevolgen van de klimaatverandering voor vrouwen. Zij hebben vaak minder opleiding gehad en krijgen minder wettelijke steun dan mannen.

Ook in de Boliviaanse gemeenschap Cebollullo, in het bergachtige departement La Paz, ervaren vrouwen de gevolgen van de klimaatverandering in hun dagelijks leven. “De klimaatverandering heeft impact op ons land en op onze oogsten”, zegt Bertha Guarachi, een leider van de gemeenschap. “Je weet niet meer wanneer welk seizoen is. Dat is een van de redenen dat we naar Lima zijn gekomen.”

Voedselproducenten

In ontwikkelingslanden produceren vrouwen 60 tot 80 procent van het voedsel, blijkt uit cijfers van het Duitse Institut für Entwicklungspolitik. In een studie uit 2009 stelt het instituut ook dat slechts 10 procent van de vrouwen land bezit en amper 2 procent goede documenten heeft waaruit dit blijkt. Dat betekent dat bij financiering door donoren of internationale hulporganisaties het geld hoogstwaarschijnlijk naar mannen gaat, aangezien zij officieel eigenaar zijn van het land. Daardoor wordt de genderongelijkheid vergroot en de aanpak van de klimaatverandering ingewikkelder.

Van de drie VN-conventies die in 1992 tijdens de Aardetop in Rio de Janeiro in het leven werden geroepen – de Conventie inzake Biologische Diversiteit, de Conventie tegen Verwoestijning en het UNFCCC rond klimaat – heeft alleen de laatste gender niet als hoofdzaak opgenomen in de principes, volgens de Global Gender and Climate Alliance (GGCA).

Tijdens een bijeenkomst afgelopen dinsdag over gendergelijkheid, bleek echter dat in de afgelopen twintig jaar op dit gebied wel vooruitgang is geboekt binnen het UNFCCC. ‘Toen ik in 1995 als jonge VN-functionaris in Beijing was voor de Wereldvrouwenconferentie, was het revolutionair om te zeggen dat gender een mensenrechtenonderwerp moest zijn’, zei Susan McDade, plaatsvervangend directeur van het Regionale Bureau voor Latijns-Amerika en het Caraïbische gebied van het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP). ‘Tegenwoordig vindt iedereen dat normaal en dat stemt mij optimistisch. Ook in Rio de Janeiro heb ik duidelijk vooruitgang gezien. Als het gaat om de klimaatgesprekken, is de enige weg vooruit die naar gendergelijkheid.’

Haar visie botst met die van Saoedi-Arabië en andere regeringen, die druk uitoefenen om progressieve taal te weren uit de onderhandelingen. ‘Er werd bijvoorbeeld geprobeerd de term gendergelijkheid te vervangen voor genderbalans. Dat is niet hetzelfde’, zegt Roberto Dondisch, directeur mondiale zaken bij het Mexicaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘Voor ons is gendergelijkheid belangrijk en dat is niets nieuws. Dat is al bepaald op de klimaatconferentie in Cancun in 2010 en dat gaan we niet terugdraaien.’