VS onderschatten terroristen van eigen bodem

Nieuws

VS onderschatten terroristen van eigen bodem

William Fisher

28 april 2005

De Amerikaanse overheid heeft te weinig oog
voor terroristen van eigen bodem. Verschillende kenners waarschuwen voor een herhaling van de terreuraanslagen in Oklahoma en Atlanta.

Terroristen uit eigen land zijn opnieuw kort in de belangstelling in de VS. De Amerikanen konden de jongste weken het proces volgen tegen Eric Rudolph. De man die in 1996 een bom legde in het Olympic park in Atlanta en twee abortusklinieken en een nachtclub voor homo’s opblies, kreeg vier keer levenslang. Het is deze maand ook negen jaar geleden dat Timothy McVeigh een overheidsgebouw in Oklahoma City platlegde met een uiterst krachtige bom.

Er zijn nieuwe ‘eenzame wolven’ als Rudolph en McVeigh in de maak. De rechtse en paramilitaire groepen zijn gekrompen sinds de aanslag in Oklahoma. De antiterreurexperts van de regering schatten dat hun ledenaantal gedaald is van 20.000 naar een paar duizend. Maar de resterende leden zijn meer geneigd tot geweld dan vroeger.

Sinds de terreuraanslagen van 11 september 2001 pompen de federale inlichtingendiensten FBI, het ministerie van Justitie (DOJ) en het ministerie voor Binnenlandse Veiligheid (DHS) veel meer middelen in de strijd tegen islamitische terreurorganisaties. Hun aandacht naar misdaden tegen etnische en religieuze minderheden is naar eigen zeggen niet verslapt. De veroordeling van Matthew Hale (tot 40 jaar gevangenis), een white supremacist die een moord beraamde tegen een federale rechter, bewijst dat de inlichtingendiensten er vaak bovenop zitten.

Toch onderschatten ze de dreiging die uitgaat van terroristen van eigen bodem, menen Amerikaanse burgerrechtengroepen. De Anti-Defamation League (ADL), die waakt over de joodse gemeenschap in de VS, luidt de alarmbel over de talrijke herdenkingsactiviteiten rond de verjaardag van Adolf Hitler deze maand. De neonazistische National Alliance en de Ku Klux Klan zijn erg actief te lande. De focus ligt op het internationale terrorisme, maar we moeten de koe bij de horens durven vatten. Ook in eigen land moeten we knokken voor respect voor de burgerrechten.

De sterk gemediatiseerde strijd tegen de moslimterreur heeft het extremisme in de VS doen opleven. Sinds 11 september 2001 tekent het ministerie van Justitie meer racistische misdrijven op tegen arabieren, sikhs en hindoes. Het religieus fundamentalisme tegen homo’s en abortuscentra zit ook in de lift. De FBI klasseerde 7.500 incidenten als ‘haatmisdrijven’ in 2003, het enige jaar waarvoor volledige cijfers beschikbaar zijn. Meer dan de helft van die misdrijven hadden een racistisch motief. In 2003 werden 14 mensen vermoord omwille van hun huidskleur of seksuele geaardheid.

Volgens de Southern Poverty Law Center (SPLC) kloppen de statistieken van het FBI en het DOJ niet. Ze zijn een verzameling van de cijfers die de lokale politie doorgeeft, en die zijn niet volledig. Het SPLC schat het aantal haatmisdaden op meer dan 50.000.

De Council on American-Islamic Relations (CAIR), dat de belangen van Amerikaanse moslims verdedigt, kreeg in hetzelfde jaar 1.019 meldingen binnen van moslims die werden aangevallen door racistische geweldenaars. Het hoogste aantal ooit. De stijging ten opzichte van het jaar voordien bedraagt 70 procent.

Amerikaanse terroristen worden minder zwaar gestraft dan arabische, zegt Daniel Levitas, de auteur van het boek ‘The Terrorist Next Door’. Er zijn mensen in dit land die even moordlustig en fanatiek zijn als de islamitische terroristen aan het andere eind van de wereld. Ik geloof dat de autoriteiten dat niet onder ogen willen zien. (MM/ADR)