"VS zetten vrede in Pakistan op het spel"
M B Naqvi
27 april 2006
De nieuwste nachtmerrie van Pakistaanse beleidsmakers heet Iran, en meer bepaald een mogelijk Amerikaans offensief tegen dat land. Net als in het geval van Afghanistan kunnen de Amerikanen eigenlijk alleen iets ondernemen tegen Iran met de steun of ten minste de stilzwijgende toestemming van buurland Pakistan. Maar die medewerking zou in Pakistan een woedende reactie uitlokken.
De Pakistaanse regering ligt nog altijd onder vuur van de machtige islamistische bewegingen in het land omwille van haar steun aan de Amerikaanse ‘oorlog tegen de terreur’ in het grensgebied met Afghanistan. Als Islamabad ingaat op de Amerikaanse eis om Iran, ook een islamitisch land, mee in de tang te nemen, zal dat de gemoederen in Pakistan even sterk in beweging brengen.
De Amerikanen zetten Pakistan en buurland India al zwaar onder druk om de plannen voor een veelbelovende gaspijpleiding van Iran naar India op te bergen. Pakistan zou als doorvoerland per jaar 700 miljoen dollar (564 miljoen euro) kunnen verdienen aan die verbinding. De Amerikanen beloven de Pakistaanse regering steun voor een alternatief project dat gas van Turkmenistan via Afghanistan naar Pakistan zou brengen.
De VS dreigen ook met militaire acties tegen Iran, en dat is voor Pakistan nog een veel groter probleem. “Op het eerste gezicht lijken de VS niet in staat om een oorlog te beginnen tegen Iran”, zegt Jafar Ahmad, professor aan de universiteit van Karachi en een expert internationale relaties. “Ze hebben nog de handen vol in Irak en Afghanistan, en het zou onzin zijn het daarnaast tegen een nog groter land op te nemen.”
“Maar anderzijds wordt de Amerikaanse retoriek tegen Iran steeds sterker. Sommigen zeggen dat de logica van de oorlog in Irak meebrengt dat de VS ook tegen Iran hard moeten optreden. Maar daar begint het probleem. Anders dan Afghanistan en Irak zal Iran zeker terugslaan. Als buurland staan daardoor ook de Pakistaanse belangen op het spel. Daarom is de Amerikaanse druk op Pakistan nu ook zo groot.”
Iran zou de zee-engte van Hormoes kunnen afsluiten, waarlangs bijna alle olie voor Azië wordt geëxporteerd, zegt Ahmad. Teheran zou ook gewoon een tijdlang de eigen oliekranen kunnen dichtdraaien. “De olieprijzen zouden door het dak gaan.” Nog gevaarlijk is volgens hem een mogelijke Iraanse aanval op Israël.
Niet alleen de islamisten in Pakistan zijn tegen Pakistaanse steun voor eventuele Amerikaanse acties tegen Iran. Ook bij intellectuelen en bekende seculiere politici groeit de weerstand. “Pakistan moet de kant kiezen van landen als China en Rusland, die tegen deze waarschijnlijke oorlog zijn”, zegt B.M. Kutty van de Nationale Arbeiderspartij. “Een breuk met Iran is niet in het belang van Pakistan.”
Kutty wijst er ook op dat Pakistaanse betrokkenheid bij een eventueel offensief tot etnische spanningen kan leiden in Pakistan, net zoals dat bij de acties tegen Afghanistan het geval was. Een aanval in Iran zou volgens hem vooral in de provincies Balochistan, Sindh en in de Noordwestelijke Grensprovincies problemen kunnen veroorzaken.
Ook Anis Haroon, de Pakistaanse secretaris-generaal van het Indo-Pakistaans Volksforum voor Vrede en Democratie, vindt dat Pakistan duidelijker voor Iran en voor de vrede moet kiezen. “Het wordt tijd dat Pakistan duidelijk maakt dat het niet zomaar gecommandeerd kan worden. De VS hebben geen geldige reden om Iran aan te vallen.”
“Een aanval tegen Iran zal directe politieke, sociale en psychologische gevolgen hebben in Pakistan”, waarschuwt Iqbal Haider, een voormalige Pakistaanse minister van Justitie. “De sociale en politieke vrede in Pakistan staat dus ook op het spel.” (PD/MM)