Waterschaarste in de wereld niet onoverkomelijk

Nieuws

Waterschaarste in de wereld niet onoverkomelijk

Emad Mekay

08 maart 2004

Ondanks alarmerende berichten over dreigende waterschaarste in grote delen van de wereld, is er voor iedereen op deze planeet nog altijd meer dan genoeg van het levenbrengende vocht beschikbaar. Om watergebrek te vermijden, moet er wel radicaal een einde gemaakt worden aan de ergste vormen van verspilling, zegt het WorldWatch Institute in een rapport dat vorige week verscheen.

Het gaat niet goed met de watervoorraden in de wereld, geeft de Amerikaanse milieudenktank toe. In India, China en verscheidene andere grote landen daalt de grondwaterspiegel omdat er te veel water wordt opgepompt. Tegen 2025 zal in talrijke grote stroomgebieden in de wereld de watertoevoer naar minstens een derde van de geïrrigeerde landbouwgebieden niet meer verzekerd zijn als gevolg van waterschaarste. En dan is er de kwakkelende drinkwatervoorziening. Ongeveer 1,1 miljard mensen in de ontwikkelingslanden hebben geen toegang tot zuiver drinkwater.

Maar die problemen zijn niet onoverkomelijk. Om elke wereldburger tegen 2015 50 liter zuiver water per dag te bieden - een redelijke hoeveelheid om veilig te kunnen eten en drinken en voor alle sanitaire noden - is er niet meer nodig dan 1 procent van het zoetwater dat nu wereldwijd wordt opgepompt. Sommige landen moeten dan wel minder water gaan gebruiken. De doorsnee Amerikaan gebruikt bijvoorbeeld binnenshuis 262 liter per dag, terwijl alle Amerikaanse grasperken en parken dagelijks nog eens 30 miljard liter water vragen

In de landbouw zijn enorme besparingen mogelijk door irrigatiewater efficiënter toe te dienen en lekken te vermijden. Ook verstandige productiekeuzes kunnen helpen. Er is vijf keer meer water nodig om een hoeveelheid rundvlees te produceren die 10 gram eiwitten oplevert dan om een portie rijst te kweken die evenveel proteïnen bevat.

Ook in grote steden kan het repareren van lekken onvermoede hoeveelheden water uitsparen. Dat is des te dringender omdat de meeste megasteden in de wereld in gebieden liggen waar de droogte toeslaat. Voorbeelden van die miljoenensteden zijn Caïro, Calcutta, Jakarta, Karachi, Lagos, Manila en Mexico-stad. In sommige van die steden gaat meer van 40 procent van het water verloren dat er wordt rondgepompt. Ook in grootsteden in de industrielanden sijpelt veel drinkwater ongebruikt weg. Maatregelen om lekkende buizen op te sporen en te herstellen, kunnen veel opleveren. Singapore slaagde erin tussen 1989 en 1995 het verlies bij de drinkwaterdistributie terug te dringen van 10,6 tot 6,2 procent. Daardoor kon meer dan 26 miljoen dollar worden uitgespaard. Intussen is het verlies gereduceerd tot vijf procent.

En dan is er de industrie. In de rijke landen neemt die 59 procent van het totale waterverbruik voor haar rekening, in de ontwikkelingslanden 10 procent. Fabrieken produceren ook veel afvalwater, dat andere watergebruikers in de problemen brengt. Veel bedrijven hebben al aangetoond dat investeringen in de vermindering van het waterverbruik lonen. De voedingsmultinational Unilever gebruikte in 1998 gemiddeld 6,5 kubieke meter water per ton productie; in 2002 was dat teruggelopen tot 4,3 miljoen ton.

Volgens het WorldWatch Institute kunnen de problemen van de meeste landen waar waterschaarste heerst worden opgelost door een efficiënter gebruik van de watervoorraden en een beleid dat ook arme mensen toegang biedt tot die voorraden. Vaak ontbreken daarvoor de politieke wil en de nodige financiële hulp. Daar moet de internationale gemeenschap aan werken, vindt de instelling.