Wereldbank steunt controversiële dam in Congo

Nieuws

Wereldbank steunt controversiële dam in Congo

Wereldbank steunt controversiële dam in Congo
Wereldbank steunt controversiële dam in Congo

IPS

21 maart 2014

De Wereldbank heeft gisteren besloten om de bouw van een omstreden dam in de Democratische Republiek Congo (DRC) te steunen met een lening van 73,1 miljoen dollar (53 miljoen euro). De VS onthielden zich van stemming.

Eerder had de Afrikaanse Ontwikkelingsbank al een lening van 33,4 miljoen dollar (24 miljoen euro) beschikbaar gesteld. De nieuwe lening, die wordt verstrekt door de International Development Association (IDA), een tak van de Wereldbank, draagt bij aan het opzetten van een juridisch kader en een toezichthoudend orgaan. Het zal ook worden gebruikt voor een aantal milieu- en sociale effectrapportages van de dam, die bekendstaat als de Inga III Basse Chute-dam.

Stroom voor miljoenen

“Door al op een vroeg moment betrokken te zijn bij de ontwikkeling van de Inga III kunnen we eraan bijdragen dat de ontwikkeling goed verloopt”, sprak Makhtar Dop, de vicepresident voor Afrika van de Wereldbank. “Daardoor kan het werkelijk iets veranderen in het land door stroom te genereren voor miljoenen mensen, en voor de handel en de industrie.”

Een aantal ngo’s is echter zeer kritisch over het project, dat minimaal 14 miljard dollar (10 miljard euro) gaat kosten. “Hiermee toont de Wereldbank dat het de lessen van de eerdere dammen in de Congorivier niet heeft geleerd”, zegt Rudo Sanyanga, van de in Californië gevestigde organisatie International Rivers (IR). “De bank sluit zijn ogen voor het gebrekkige bestuur en raffelt de milieu-effectrapportages af.”

Ook de Amerikaanse organisatie Friends of the Congo is kritisch. “Er zijn veel duurzame energie-alternatieven”, zegt directeur Maurice Carney. “Het project wordt gepresenteerd als hulp aan de bevolking, maar in de meeste gevallen is het uiteindelijk de grote industrie die ervan profiteert en gaat het juist ten koste van lokale gemeenschappen, die verplaatst zullen moeten worden.”

Het totale potentieel voor hydro-elektrische stroom in Congo is het grootste ter wereld, na Rusland en China. De Inga III is de eerste in een serie centrales die de regering wil laten bouwen langs de Congorivier. Voor de grootste van de dammen in dit zogeheten Grote Ingaproject komt een vallei onder water te staan waar nu 30.000 mensen wonen.

Likkebaardend

Het hele project moet 40.000 megawatt gaan leveren, een hoeveelheid stroom waar omliggende landen likkebaardend naar kijken. Door de chaos in het bestuur van het land zat er al jaren geen schot in de ontwikkelingen, tot vorig jaar, toen Zuid-Afrika een deal sloot om 2500 megawatt af te nemen van de Inga III. Die levert vanaf 2020 zo’n 4800 megawatt, denkt de regering. Daarvan is 1300 megawatt al gereserveerd voor de mijnen en de aanverwante industrie in Katanga.

De Inga Ontwikkelingsautoriteit, die met de Wereldbanklening zal worden opgezet, moet onder andere de tenders uitzetten en onderhandelen met mogelijke bouwbedrijven. Dat zal nog lastig worden, zegt Peter Bosshard van IR. Er zijn drie consortia in de running, een Chinese, een Canadees-Koreaanse en een Spaanse. Naar de eerste loopt nu een corruptieonderzoek en de tweede is al veroordeeld en mag dus geen geld van de Wereldbank meer krijgen. Congo heeft dus weinig keuze als het de Wereldbanklening wil krijgen.

Omstreden

Dammen zijn erg omstreden binnen de Wereldbank. Nieuwe dammen worden sinds de jaren negentig niet meer gesteund, vanwege de milieuschade en de vele gedwongen verhuizingen die er het gevolg van zijn. Bovendien komt de stroom niet bij de mensen die dat het hardste nodig hebben.

Eerder dit jaar nam het Amerikaanse Congres een belangrijke wet aan, die bepaalt dat het Ministerie van Financiën tegen multilaterale leningen moet stemmen als die zijn bedoeld voor grote dammen in ontwikkelingslanden. De afgevaardigde namens het ministerie in het bestuur van de Wereldbank onthield zich gisteren van stemming.

Eerder deze maand publiceerde de Said Business School van de Universiteit van Oxford een groot onderzoek naar 245 grote dammen die sinds 1934 in 65 landen zijn gebouwd. De kosten van deze dammen vielen gemiddeld 90 procent hoger uit en de projecten duurden gemiddeld 50 procent langer dan gepland, wat leidde tot nog extra kosten in de vorm van inflatie en rente.

Volgens Atif Ansar, een van de onderzoekers in Oxford, is het duidelijk: “Als leiders van opkomende landen werkelijk geïnteresseerd zijn in de welvaart van hun bewoners, kunnen ze hun grootse visies over megadammen beter opzij zetten.”