Wereldbank weigert geld in goudmijn te pompen

Nieuws

Wereldbank weigert geld in goudmijn te pompen

Emad Mekay

14 oktober 2002

Milieuactivisten bejubelen de beslissing van de Wereldbank zich terug te trekken uit een Roemeens goudmijnbouwproject. De Bank zegt geen lening te willen verstrekken aan een project dat een ecologische nachtmerrie voor Europa kan worden. Met de 1200 ton dode vis door de zware vergiftiging in 2000 van de Tisza en de Donau nog vers in het geheugen, slaken de activisten de Bank een zucht van verlichting.

Rosia Montana is op papier de grootste open goudmijnsite van Europa. De Canadese ontwikkelaar Gabriel Resources wil van de gelijknamige vallei in de Apuseni-bergen, tevens het decor van de oudste gedocumenteerde nederzetting van Roemenië, vier grote, open mijnsites maken. Een naburige vallei moet een groot ‘opslagmeer’ voor miljoenen tonnen cyanideafval worden, die 600 hectaren bestrijkt en omgeven wordt door een 180-meter hoge dam.

Het gebruik van cyanide in de mijnbouw is wijdverspreid, maar krijgt steeds meer kritiek. De Amerikaanse staat Montana verbood onlangs de aanwending van cyanide in nieuwe mijnen. Cyanide was naar verluidt in 2000 de oorzaak van een uiterst zware vergiftiging bij Roemeense goudmijn in Baia Mare. Een hoeveelheid cyanide kwam in de Donau en Tiszarivier terecht, besmette het drinkwater van 2,25 miljoen mensen en doodde 1.200 ton vis. Toch rekenden de initiatiefnemers van Rosia Montana’ voor de verwezenlijking van hun plannen op de steun van de International Finance Corporation (IFC), de afdeling voor privé-investeringen van de Wereldbank. De Bank was aanvankelijk geïnteresseerd en overwoog een lening van ongeveer 100 miljoen euro.

Een internationale coalitie van ngo’s hamerde echter al geruime tijd op de zwakke punten in het voorstel, op de mogelijk nefaste ecologische impact en op het totale gebrek aan mijnbouwervaring van Gabriel Resources. Daarmee streek ze de Roemeense overheid tegen de haren in: Boekarest was (en is) gewonnen voor het project. Volgens een persbericht in Wallstreet trachtte Boekarest vorige week een gesprek tussen twee leden van Alburnus Maior, een Roemeense belangengroepgroep, en James Wolfensohn, voorzitter van de Wereldbank, te dwarsbomen. Tevergeefs: Wolfensohn besliste eind vorige week, vrijwel meteen na het gesprek de lening niet toe te staan.

Twee jaar lang zijn we dagelijks geconfronteerd geweest met psychologische oorlogvoering die de weg moest banen voor het project. Dit is een belangrijke overwinning in onze strijd om ons land voor onze kinderen te bewaren, stelt Eugen David, voorzitter van Alburnus Maior. De coalitie omvatte ook het Amsterdamse Friends of the Earth International, het Amerikaanse Mineral Policy Centre en Greenpeace en werd bijgestaan door 83 Roemeense professoren economie van de gerenommeerde ASE-universiteit, plus een internationaal gemengde groep archeologen. Die laatsten waren bezorgd dat het project schade zou toebrengen aan unieke Oudromeinse mijngangen en andere schatten. Bovendien zouden meer dan 2.000 mensen hun landbouwgrond moeten hebben verlaten, in ruil voor een 250 tot 300 jobs die het project - met een door het IFC geschatte levensduur van 15 jaar - zou opleveren.

Hoewel de coalitie tegen het mijnbouwproject victorie kraait, kan er toch nog een addertje onder het gras zitten: in haar verklaring over de schrapping van haar steun, wijst de Wereldbank er immers op dat er zich andere, commerciële partners hebben aangediend om het project te financieren. Tijdens de jongste jaarlijkse bijeenkomst van de Bank en het Internationaal Muntfonds (IMF), eisten ngo’s dat beide instellingen hun financiële steun aan projecten voor fossiele brandstoffen en mijnbouwprojecten, in de toekomst zouden staken. Dat is in het dossier van het prestigieuze goudmijnproject ‘Rosia Montana’, bij deze ook daadwerkelijk gebeurd, al menen waarnemers dat het geen zaligmakend precedent betreft.

Xml=3

Ref: eu en