Zuid-Zuidhandel landbouw boomt komende tien jaar
Gustavo Capdevila
22 juni 2005
Door de bevolkingsexplosie in het Zuiden zullen ontwikkelingslanden in de toekomst steeds meer landbouwproducten nodig hebben. Ze zullen die behoefte vooral zelf invullen door onderlinge handel, voorspellen de FAO en de OESO.
Tijdens de periode 2005-2014 zal de landbouwproductie minder sterk groeien dan in het afgelopen decennium. Maar de consumptie neemt spectaculair toe als gevolg van de bevolkingsaangroei. Omdat de vraag naar voedsel in veel landen groter zal zijn dan het aanbod van eigen bodem, zal de handel in landbouwproducten sterk toenemen. Tot die conclusie komen de VN-voedselorganisatie FAO en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een gezamenlijk rapport.
De toename van de Zuid-Zuidhandel is één van de meest opmerkelijke ontwikkelingen voor de komende tien jaar. Dat heeft te maken met de bevolkingsaanwas, maar ook met het feit dat de inkomens stijgen in de ontwikkelingslanden. Dat heeft meteen zijn weerslag op de vraag naar landbouwproducten.
De concurrentie op de landbouwmarkt zal toenemen doordat er meer grote spelers komen op de markt. Dat zal zorgen voor een prijsdaling voor de meeste landbouwproducten. Voor tarwe bijvoorbeeld verwacht de Oeso een prijsdaling van 11 procent over tien jaar.
China wordt doorslaggevend wat betreft de import. Tegen 2014 voert de Aziatische reus bijvoorbeeld 10 miljoen ton tarwe en vijf tot tien miljoen ton graan in.
Afrika zal sterk afhankelijk worden van geïmporteerd voedsel. De invoer van landbouwproducten zal de komende tien jaar stijgen tot acht miljoen ton, drie keer meer dan vandaag.
Zuid-Amerika zal een belangrijk deel van de export voor zijn rekening nemen. Brazilië zal zijn rol als leverancier van suiker, oliezaden graan, rundsvlees, gevogelte en varkensvlees helemaal waar maken. Argentinië volgt in het kielzog. Ook Rusland en Oekraïne zullen meer gaan uitvoeren.
Ontwikkelingslanden zullen een vooraanstaande rol spelen in de landbouw van de toekomst, zegt FAO-expert Merritt Cluff. Ze zullen de exporterende OESO-landen naar de kroon steken. Die domineren de wereldmarkt in landbouwproducten dankzij de subsidies die ze bieden aan hun boeren. Het wordt steeds moeilijker voor de rijke landen om de concurrentieslag op de wereldmarkt voor landbouwproducten te winnen. Zelfs zware financiële steun voor hun boeren zal hen niet in staat stellen om hun marktaandeel te behouden, zegt Cuff.
Gelijktijdig met het toekomstrapport van de FAO en de OESO bracht die laatste organisatie ook een rapport uit over de landbouwsubsidies in de OESO-landen. De dertig bij de Oeso aangesloten landen hebben vorig jaar 378 miljard dollar (318 miljard euro) uitgegeven aan steun voor hun landbouw. Dat bedrag omvat alle vormen van steun, inclusief fondsen voor onderzoek. De som is goed voor 1,16 procent van het gecombineerde bruto binnenlands product van de OESO-landen. (MM)