Zuid-Zuidsamenwerking gaat veel verder dan handel

Nieuws

Zuid-Zuidsamenwerking gaat veel verder dan handel

Thalif Deen

20 december 2009

Landen uit Latijns-Amerika, Azië en Afrika slaan de handen steeds meer ineen. Van handel en investeringen breidt de zogenaamde Zuid-Zuidsamenwerking zich uit naar onderwijs, wetenschap, landbouw en hoogtechnologische sectoren.

Samenwerking op het vlak van onderzoek en ontwikkeling kan landen veel geld uitsparen en stelt ook arme landen in staat baanbrekende technologieën te verwerven. Singapore ontpopt zich bijvoorbeeld meer en meer tot een internationaal centrum voor biotechnologie. Ontwikkelingslanden uit alle continenten doen een beroep op de kennis die er vergaard wordt.

Technologieforum

De Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) heeft een speciaal forum opgezet om tussen haar 57 lidstaten lokaal ontwikkelde technologie uit te wisselen. Er wordt gemikt op bedrijven uit de medische en farmaceutische sector, de landbouw, de voedingsnijverheid, de biotechnologie en de energiesector.
Qatar heeft het voortouw genomen in een initiatief dat 42 landen uit Afrika, Azië, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika samenbrengt met internationale instellingen om ervaringen uit te wisselen rond de exploitatie van olie- en aardgasvoorraden.
En het Internationaal Aids Vaccin Initiatief (IAVI) werkt via een netwerk van elf onderzoeksinstellingen en wetenschappers uit India, Kenia, Rwanda, Zuid-Afrika, Oeganda en Zambia aan een vaccin tegen aids.

Ontwikkelingshulp

De opkomende economieën in het Zuiden beginnen ook steeds meer ontwikkelingshulp te verlenen aan armere landen. Brazilië financiert bijvoorbeeld projecten die kinderarbeid moeten tegengaan in Portugeestalige landen in Afrika. Brazilië heeft zelfs als eerste land van het Zuiden geld overgemaakt aan de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) om projecten rond kinderarbeid van die instelling in Latijns-Amerika en de Caraïben te ondersteunen.
India, Brazilië en Zuid-Afrika gaan elk per jaar een miljoen dollar (700.000 euro) pompen in een fonds voor de bestrijding van armoede en honger in de armste landen. Die landen kunnen bij het fonds ook geld krijgen om hun lager onderwijs verder uit te bouwen of acties te financieren die de gelijkheid van mannen en vrouwen moeten bevorderen.
De initiatieven floreren dankzij een onderliggende trend van toenemende handelsrelaties en investeringsstromen tussen landen van het Zuiden. De handel tussen ontwikkelingslanden groeide sinds 1995 met gemiddeld 13 procent per jaar en was in 2007 2400 miljard dollar (1675 miljard euro) waard, een vijfde van de totale wereldhandel. Globaal genomen groeide de internationale handel sinds 1995 met gemiddeld 9 procent per jaar, een heel stuk trager dus.