60 jaar Verdrag van Rome: De onzichtbare schade van de Dijsselbloem-rel

Wouter De Broeck

25 maart 2017
Opinie

60 jaar Verdrag van Rome: De onzichtbare schade van de Dijsselbloem-rel

60 jaar Verdrag van Rome: De onzichtbare schade van de Dijsselbloem-rel
60 jaar Verdrag van Rome: De onzichtbare schade van de Dijsselbloem-rel

In een interview in de Frankfurter Allgemeine Zeitung beantwoordde de Nederlandse voorzitter van de Eurogroep Jeroen Dijsselbloem een vraag over solidariteit met een opmerking over de gevaren van geld uitgeven aan vrouwen en drank en bedelen. De kritiek op Dijsselbloem was fel, vooral in Zuid-Europa.

Een Nederlander en een Duitser zitten samen in een interview. Vraagt die Duitser aan de Nederlander, ‘Wat vindt u van de solidariteit binnen de Eurozone?’
Antwoordt die Nederlander -toevallig ook voorzitter van de Eurogroep- ‘mij best, maar als je eerst al je geld uitgeeft aan vrouwen en drank hoef je daarna niet te komen bedelen.’

‘Racistisch, xenofoob en seksistisch’

Geen grap dus. Hier is echt Jeroen Dijsselbloem aan het woord.

De Portugese premier António Costa was ongemeen hard voor de uitspraken van Eurogroepvoorzitter. ‘Racistisch, xenofoob en seksistisch.’ Er is meer dan een reden waarom precies de Portugezen -de premier was niet de eerste noch de enige- zich in het diepst van hun ziel beledigd voelen.

Tussen 2011 en 2014 is de moed Portugal diep in de schoenen gezonken, van ongeloof ging het snel naar collectieve uitzichtloosheid.

Sinds het de dictatuur van zich heeft afgeschud, gedraagt Portugal zich economisch manisch-depressief. Het land heeft in kort tijd een gigantische ontwikkelingsachterstand opgehaald.

Maar in die periode dat er met EU-geld infrastructuur en een welvaartstaat werd uitgebouwd, zwalpte de nationale psyche tussen bewijzen dat ze het nog kunnen en miserabel beseffen welk hoopje ellende ze in werkelijkheid zijn.

Tijdens de euforie van de jaren negentig en het vooruitgangsoptimisme van de vroege 21ste eeuw beperkte het debat beperkte zich nog tot de vraag wanneer het land de rest van het EU peloton zou inhalen.

Nadien mepten de financiële crisis en de komst van de Troika Portugal met alle hevigheid in de depressieve hoek. Tussen 2011 en 2014 is de moed van dit land diep in de schoenen gezonken, van ongeloof ging het snel naar collectieve uitzichtloosheid.

Vuilnis

Er heerste algemene verontwaardiging toen Moody’s de kredietwaardigheid van Portugal op ‘junk’ zette en dat hier vertaald werd als vuilnis. Mensen voelden zich weggezet als vuilnis. Het was een woord dat op hen woog.

Tussen 2011 en 2015 hebben naar schatting 300.000 Portugezen hun land verlaten.

En toen waren de werkelijke gevolgen van de crisis nog niet eens zichtbaar. Tussen 2011 en 2015 hebben naar schatting 300.000 Portugezen hun land verlaten.

Het cijfer schommelt omdat er heel wat pendel-immigranten tussen zitten. Dit nieuwe, door lowcost maatschappijen gevoede fenomeen weegt anders -maar daarom niet minder zwaar- op Portugese gezinnen.

De groep valt grotendeels samen met de eerste hoger opgeleide generatie. Vooral jongeren en jonge koppels die het beu hun leven uit te stellen waren kozen voor emigratie. Maar ook lager opgeleide Portugezen zijn weer in grote getale aan het werk op bouwwerven in Luxemburg, Zwitserland, Frankrijk en België.

Mentale gezondheid

De duur en de uitzichtloosheid van de crisis weegt op de psyche. Een grootschalig onderzoek naar de mentale gezondheid van de bevolking wees uit dat het aantal mensen met mentale problemen was gestegen van 19,8 procent in 2008 tot 31,5 procent in 2015.

Het aantal mensen met mentale problemen is gestegen van 19,8 procent in 2008 tot 31,5 procent in 2015.

Vooral vanwege de stijging in de leeftijdsgroep van 18 tot 34 jaar zagen de onderzoekers een direct verband met de duur en de hevigheid crisis.

Intussen trekt de economie voorzichtig aan en smelten de dubbele werkloosheidcijfers weg.

Het minderheidskabinet van Costa slaagt erin om de schijn op te houden dat de bladzijde is omgedraaid. Toch blijft de crisis een open wonde. iedere vingerwijzing werkt als zout.

Of deze nu komt van de Europese Commissie die met sancties dreigt vanwege het niet halen van de begrotingsnorm, van Wolfgang Schäuble [federale minister van Financiën van Duitsland] die het spook van een tweede hulpprogramma oproept of nu weer van Dijsselbloem en zijn uithaal naar luilekkerend Zuid-Europa.

Cliché of racisme

Dat premier António Costa zwaar countert hoeft niet te verbazen. De polarisering met de ‘gevoelloze Brusselse bureaucratie’ sluit helemaal aan bij het discours van de extreemlinkse partners die zijn regering schragen en pikt in op de verontwaardiging bij de bevolking over hoe dat ‘harteloze Brussel’ hen de voorbije jaren heeft uitgeperst.

Hebben we te doen met een zoveelste variant op het cliché van de luie Zuid-Europeaan. Of gaat het echt om racisme zoals Costa beweert?

Dit zijn gemakkelijke politieke punten die een ervaren rot als hij niet laat liggen.

Maar precies omdat gemakkelijke, beledigende stereotypen weer tot het arsenaal van de Europese politicus horen -zowel in Noord als Zuid- loont het de moeite om de schade op te meten van zo’n ogenschijnlijk banaal verbaal incident.

Hebben we te doen met een zoveelste variant op het cliché van de luie Zuid-Europeaan. Of gaat het echt om racisme zoals Costa beweert?

Soepkeukens voor het leven?

Wat het meest opviel in de reacties op de uitspraak, was dat mensen hier zich persoonlijk beledigd voelden. De stemming mag dan positief zijn, de meeste mensen happen nog steeds naar adem. Voor de soepkeukens staat nog altijd lange rijen. De nieuwe jobs zijn tijdelijk en doorgaans slecht betaald.

Een grote groep uitgerangeerde werklozen leeft van het pensioen van hun ouders, van wat de tuin opbrengt, van karweitjes.

Verborgen voor de statistieken leeft een grote groep uitgerangeerde werklozen van het pensioen van hun ouders, van wat de tuin opbrengt, van wat karweitjes hier en daar.

Ook al heeft iedereen nu ingezien dat het tijdens de manische jaren veel te hard ging, de crisis heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat het land afhankelijk is van anderen. Was het goedkope krediet de kip en de door het EU-gemiddelde geobsedeerde politieke klasse het ei of omgekeerd?

Portugal hangt levenslang vast aan een eenheidsmunt met constructiefouten. De overheidsschuld is onmogelijk af te lossen, alleszins niet met deze bescheiden groei, niet met de snelst vergrijzende bevolking van Europa.

Holle woorden, bittere nasmaak

In een evenwichtige Europese constructie hoeft afhankelijkheid geen probleem te zijn. Helaas heeft de euro alle overblijvende evenwicht uit die constructie getrokken.

Zich op de borst kloppen over de verwezenlijkingen van de EU en dan waarschuwen voor het gevaren van populisme, klinkt niet alleen hol maar ook bitter.

Zogenaamd zwakkere eurolanden als Portugal zien alleen een gedwongen ondergeschiktheid.

Als de voorzitter van die club dan een goedkoop stereotype uit de kast haalt om de stoute kinderen op hun plichten te wijzen, voelt dat aan als stigmatisering en vernedering met macht als inzet, als racisme dus.

Bovendien gaat er opnieuw een flinke hap uit het vertrouwen in de EU.

Met evenveel recht mogen de Zuid-Europese landen zich afvragen waar die zo geroemde solidariteit blijft, als het gaat om de relocatie van tienduizenden gestrande vluchtelingen.

Zich in dezelfde week op de borst kloppen over de verwezenlijkingen van de EU en waarschuwen voor het gevaren van populisme, klinkt niet alleen hol maar ook bitter. De schade van zo’n banale rel is daarom altijd veel groter dan ze lijkt.