Aidsbestrijding: betaal nu of betaal voor eeuwig

De medische wetenschap heeft grote vooruitgang geboekt in de strijd tegen aids. De politieke wil om die wetenschappelijke bevindingen in concreet beleid om te zetten lijkt aanwezig. Maar in werkelijkheid is nauwelijks nog iemand nog bereid om te betalen voor de levensbelangrijke aidsremmers en andere belangrijke middelen. Dat is letterlijk spelen met het leven van miljoenen mensen.

  • DFID Verpleger Charles Machiridza voert een aidstest uit in Chiparawe Clinic, Marondera, Zimbabwe. Ook op testen voor hiv/aids wordt bespaard. DFID

Dertig jaar na het opduiken van de eerste gevallen blijft aids levens verwoesten. In 2010 leden naar schatting 34 miljoen mensen aan de ziekte; 1,8 miljoen stierven eraan in datzelfde jaar. En toch leek de situatie eventjes hoopgevend in 2011.

Dankzij aidsremmers kunnen mensen met hiv/aids, ook in ontwikkelingslanden, behandeld worden. Wetenschappers stelden dit jaar bovendien vast dat de kans dat een patiënt met hiv/aids iemand anders besmet met niet minder dan 96% daalt wanneer hij op tijd aidsremmers krijgt. Aidsremmers kunnen dus patiënten helpen én besmettingen voorkomen. Het is duidelijk dat deze medicijnen cruciaal zijn om hiv/aids te bestrijden.

Veel ronkende uitspraken, weinig geld

In juni dit jaar besloten de leden van de Verenigde Naties dan ook dat in 2015 niet minder dan 15 miljoen mensen die behandeling met aidsremmers moesten krijgen (in plaats van 6,6 miljoen vandaag). Op 8 november verklaarde Hillary Clinton, minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, dat een schaalvergroting van de behandeling met aidsremmers een belangrijk onderdeel van de strijd tegen aids was en dat er een “aidsvrije generatie” kon komen. Maar wanneer die uitspraken vertaald moeten worden naar echt politiek engagement, wanneer er geld op tafel gelegd moet worden om de beloftes na te komen, blijft er van al die ambitie plots maar weinig over.

De financiering van de strijd tegen aids is op dit moment hoogst problematisch. De zwaarst getroffen landen zijn bijna allemaal ontwikkelingslanden en hebben simpelweg niet de middelen om de aidsepidemie op hun eentje aan te pakken. De steun van westerse landen en organisaties om dit samen aan te pakken is onontbeerlijk. Maar die landen en organisaties haken hoe langer hoe meer af. Sinds 2009 wordt er elk jaar minder geld gegeven voor de wereldwijde strijd tegen aids.

Het belang van het Wereldfonds

Eén van de belangrijkste organisaties in die strijd is het Wereldfonds ter Bestrijding van Aids, Tuberculose en Malaria. De organisatie is de laatste jaren alleen maar belangrijker geworden, omdat andere instanties die zich terugtrekken rekenen op het Wereldfonds om hun aidsprogramma’s over te nemen. Zo is het Wereldfonds op dit moment één van de weinige overgebleven organisaties die de zo belangrijke aidsremmers nog betalen voor ontwikkelingslanden. Maar dat Wereldfonds kampt zelf met een rampzalig tekort aan geld.

De donoren komen hun beloftes om de kas van het Wereldfonds te spijzen niet na. In 2010 had het Wereldfonds 13 miljard dollar nodig, louter om de bestaande aidsprojecten te kunnen blijven ondersteunen. Maar zelfs dat bedrag kreeg het niet meer verzameld. In 2011 is de situatie zo dramatisch geworden dat landen voor het eerst te horen kregen dat er geen mogelijkheid meer was om geld aan te vragen voor hun aidsprogramma’s in 2011, en dat er veel onzekerheden zijn over de volgende mogelijkheid tot aanvraag. Het Wereldfonds kan dus wegens geldgebrek niet langer doen waarvoor het werd opgericht, maar is tegelijk de organisatie waar graag naar gewezen wordt om alle problemen op te lossen.

Zware gevolgen

Dat heeft voor de mensen die leven met hiv/aids heel directe en heel zware gevolgen. In Congo krijgt maar twaalf procent van patiënten die er nood aan hebben aidsremmers. Het geldgebrek is zo groot dat er zelfs op de testen op hiv/aids bespaard wordt. Een betere vrijgeleide voor het virus om zich te verspreiden is nauwelijks denkbaar. In Swaziland heeft 26% van de volwassen bevolking en 41% van alle zwangere vrouwen hiv/aids. Het land wil die alarmerende cijfers ombuigen, maar is er financieel zo slecht aan toe dat het dit jaar aan buurland Zuid-Afrika moest vragen om borg te staan. Andere landen zoals Zimbabwe en Malawi moeten hun strategie om alle mensen de juiste behandeling te geven herzien.

Zonder financiële steun is het voor deze en heel wat andere landen onmogelijk om de aidsepidemie effectief aan te pakken. Als die financiële steun er niet komt, of met vertraging, zullen de gevolgen catastrofaal zijn. Het leven van miljoenen mensen wordt daarmee op het spel gezet.

Pay now, or pay forever

De continue financiering van aidsprojecten is uiterst belangrijk omdat aids niet genezen kan worden. Aidsremmers geven de patiënt een gezond leven met het virus, maar doden het virus niet. Een patiënt die met een behandeling begint, moet voor de rest van zijn leven behandeld blijven worden. Wordt de behandeling toch onderbroken, dan wordt het virus snel resistent tegen de medicatie, en zijn nadien andere, zwaardere (en duurdere) aidsremmers nodig. Het aantal mensen dat aidsremmers krijgt kán dus niet teruggeschroefd worden en de behandeling kan ook niet tijdelijk onderbroken worden tot er weer genoeg geld is.

Aidsremmers kosten geld, maar ze zijn wel een goede investering. Ze houden een patiënt gezond, en vermijden dat hij opgenomen moet worden in het ziekenhuis, dat hij andere ziektes ontwikkelt, dat hij niet meer kan gaan werken, dat hij andere mensen besmet – met andere woorden: dat hij de samenleving véél meer geld zal kosten dan zijn aidsremmers. De directeur van Unaids, Michel Sidibe, zei het zo: “Pay now, or pay forever”.

Wees verstandig en kom gemaakte beloftes na 

De beslissing van een aantal landen en organisaties om het Wereldfonds de facto droog te leggen is op geen enkele manier redelijk. Op menselijk en medisch vlak is ze schandalig, en op financieel vlak is ze ronduit dom. Het is op dit moment dat we de kennis en de instrumenten hebben om de aidsepidemie een halt toe te roepen, het is op dit moment dat we moeten ingrijpen.

Artsen Zonder Grenzen ziet de afschuwelijke gevolgen van de mank lopende financiering elke dag in het veld. Wij vragen dat het Wereldfonds meer inspanningen levert om het nodige geld te verzamelen vernieuwt en dat donoren snel middelen vrijmaken om de tekorten aan te vullen. Het kan niet dat de armste landen ter wereld geen beroep meer kunnen doen op het Wereldfonds om de verwoestende aidsepidemie een halt toe te roepen.

Tegelijk eisen wij dat iedereen zijn beloftes nakomt. Landen als Denemarken en Nederland mogen hun bijdrage niet verlagen en ook de Europese Commissie moet het beloofde geld aan het Wereldfonds overmaken. Als we nu niet betalen, zullen we in de toekomst nog lang, en véél meer, moeten betalen.

Mariëlle Bemelmans is Health/HIV Policy Adviseur voor Artsen Zonder Grenzen. Artsen Zonder Grenzen begon in 2000 met de behandeling van mensen met hiv/aids in Zuid-Afrika en Thailand. Vandaag krijgen meer dan 170.000 mensen, voornamelijk in zuidelijk Afrika en Zuid-Oost-Azië, aidsremmers van Artsen Zonder Grenzen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2789   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2789  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.