Barometer van de Rwandese democratie staat laag

11.11.11

11 augustus 2010
Opinie

Barometer van de Rwandese democratie staat laag

Bij de presidentsverkiezingen van vorige maandag werd uittredend president Kagame met een verpletterend overwicht herverkozen. De laatste maanden is duidelijk gebleken dat echte democratisering nog een lange weg heeft af te leggen in Rwanda. 11.11.11- Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging observeerde ter plekke de verkiezingen, samen met partnerorganisatie Ligue des Droits de la Personne dans la région des Grands Lacs (LDGL).

LDGL stuurde 177 observatoren uit over het land die vaststelden dat de verkiezingen veilig en rustig verliepen en dat er een massale opkomst van de kiezers was. LDGL bekritiseert echter de opdeling van de kiesbureaus per dorp waarbij de dorpschef vaak lid of voorzitter van het kiesbureau is. Dit kan als drukkingsmiddel worden beschouwd waardoor het kiesrecht eerder een kiesplicht wordt. Ook hecht LDGL veel belang aan het beleid van de laatste maanden, gekenmerkt door intimidaties en beperkingen van de vrije meningsuiting.
Ondanks kritiek wordt algemeen aanvaard dat uittredend president Kagame werd herverkozen met een verpletterende score. ‘Believers’ kunnen hierin een bewijs zien van het succesverhaal van ‘donor darling’ Rwanda: op enkele jaren tijd is de president erin geslaagd het land herop te bouwen, na de genocide die aan meer dan 800.000 Rwandezen het leven kostte en het land vernield achterliet. Zo zijn in Rwanda de laatste 16 jaar grote stappen gezet op vlak van administratief goed bestuur, decentralisatie, corruptiebestrijding, infrastructuur, veiligheid, gezondheidzorg en economische heropbouw.
Maar er zijn ook aanwijzingen dat deze verkiezingen een verdere uitholling van de Rwandese democratie betekenen. Kagame bleef immers nagenoeg als enige presidentskandidaat over, nadat iedere vorm van oppositie of kritiek de laatste maanden monddood werd gemaakt. Oppositiepartijen werden belet zich te registreren, media werden gecensureerd, een oppositieleider en een journalist werden vermoord, anderen werden geïntimideerd of gearresteerd. Van democratische ruimte is dus nagenoeg geen sprake, van een echt politiek debat evenmin.
Ook de manier waarop men zijn stem moest uitbrengen, kan vragen oproepen. Iedere kiezer moest zijn vingerafdruk plaatsen bij de kandidaat van zijn voorkeur op het stembiljet. Wetende dat in Rwanda ieders vingerafdruk ook wordt geregistreerd wanneer men een identiteitskaart aanvraagt, en dat er slechts enkele honderden kiezers zijn per stembureau, kan deze manier van stemmen als intimiderend worden ervaren. LDGL klaagde deze praktijk trouwens al aan bij de parlementaire verkiezingen van 2008.
De inperking van de mogelijkheden tot inspraak en vrije meningsuiting zorgen ervoor dat een aantal frustraties binnen de Rwandese samenleving niet kunnen worden geventileerd. En dat kan op termijn gevaarlijk zijn. Niet alleen voor Rwanda zelf, maar voor de hele regio van de Grote Meren. Als Rwanda wil verder bouwen op de positieve trends die in het land in gang werden gezet, moeten het land en zijn internationale partners niet enkel aandacht besteden aan technocratische efficiëntie, maar ook aan democratisch goed bestuur. Dé uitdaging voor de Rwandese machthebbers bestaat er nu in inspraak te geven aan de bevolking en ruimte te laten voor de civiele maatschappij, de media en de oppositie, door de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid te respecteren.
De internationale gemeenschap mag haar verantwoordelijkheid hierbij niet ontlopen en moet een open en constructieve dialoog aangaan met het Rwandese regime. België onderhandelt op dit moment met Rwanda over het volgende meerjarenprogramma voor de bilaterale ontwikkelingssamenwerking.
Net zoals dat het geval is in de akkoorden met Congo en Burundi, moet België erop toezien dat extra hulpmiddelen kunnen worden vrijgemaakt, àls Rwanda vooruitgang maakt op vlak van democratisering en goed bestuur. België mag niet met twee maten en gewichten werken voor de landen in de regio van de Grote Meren en moet daarom ook met Rwanda deze discussie opstarten.
Een dergelijke aanpak is natuurlijk veel doeltreffender als die wordt gedragen door de bredere donorengemeenschap, ook omdat België in Rwanda niet zoveel gewicht in de schaal kan leggen als in Burundi of in Congo. De EU kan dat wel, maar slaagt er niet in met eensgezinde stem op de evoluties in het land in te spelen. Door zich op één lijn te scharen, kunnen de EU-lidstaten erop aandringen dat de Rwandese verkiezingen meer zijn dan ‘window dressing’. Dit zou een mooie  uitdaging zijn voor het Belgische voorzitterschap.